Hybride werken wordt het nieuwe normaal in onze sector, maar de toekomst zal uitwijzen hoe dat er precies uit ziet. Als er één ding is dat we van COVID hebben geleerd, dan is het wel dat we niet alles kunnen plannen.” Willem van Duin nam vandaag afscheid als voorzitter van het Verbond van Verzekeraars. Hij had lovende woorden voor de sector en voor zijn opvolger.
In een terugblik op 2020 benadrukte Van Duin tijdens de Algemene Ledenvergadering dat “er een groot beroep is gedaan op de flexibiliteit en veerkracht van verzekeraars. Het is een compliment waard aan alle leden en aan het bureau van het Verbond dat onze business zo gewoon mogelijk is doorgegaan.”
Lessen uit COVID
Zelf heeft Van Duin ook lessen getrokken uit COVID. Zo is hij er zichtbaar trots op dat de verzekeringssector niet alleen een robuuste sector is gebleken, maar ook zijn nek heeft durven uitsteken op maatschappelijk terrein.
“En u weet”, hield hij de leden voor, “dat ik een groot voorstander ben van een samenleving waarin we oog hebben voor elkaar. Een samenleving waarin we ook zorgen voor elkaar. Wij moeten ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen in onze samenleving kunnen meedraaien. Dat geldt voor zzp’ers, maar ook voor kwetsbare klanten die hun rekening even niet kunnen betalen. Dat geldt voor gepensioneerden, voor ex-kankerpatiënten en voor letselschadeslachtoffers. Solidariteit geldt voor iedereen.”
Politiek
Vanzelfsprekend sprak Van Duin ook over de politieke ontwikkelingen. “We zitten in een uitermate spannende tijd. Er is nog steeds geen uitzicht op een nieuwe regering. Onvoorstelbaar vind ik dat. Dat zou in een normaal bedrijf niet mogelijk zijn. Natuurlijk zie ik hoe gevoelig alles ligt. De politiek ligt onder een vergrootglas. Maar geldt dat voor ons niet net zo goed? Wij worden ook gevolgd door consumentenprogramma’s. En onze klanten laten van zich horen. Ze zijn mondig en hebben niet altijd gelijk. Maar ze hebben wel recht op uitleg. Wij moeten het klantbelang centraal blijven stellen en steeds opnieuw uitleggen wát we doen, hóe we dat doen en waarom we dat doen.”
Toezicht
Van Duin zette in zijn openingsspeech het vizier ook kort op Europa, met name om een kanttekening te plaatsen bij de hoge kapitaaleisen in combinatie met het klimaat. “In tegenstelling tot de Europese koepel EIOPA zijn wij een groot voorstander van het versoepelen van de huidige kapitaaleisen. Wij kunnen niet meehelpen het klimaat te redden en intussen onze buffers nog verder verhogen.”
Bovendien beschikken verzekeraars over voldoende kapitaal om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen, meent Van Duin. “Dat blijkt ook uit de jaarcijfers. De sector is solide. Nog meer en nog hogere buffers leiden alleen maar tot hogere kosten.”
Pensioen
Tot slot
wijdde Van Duin nog wat woorden aan het pensioendossier. Onder meer doordat de
Wet toekomst pensioenen (met maximaal een jaar) wordt uitgesteld. “Dat uitstel
is niet waar wij en de klant op zitten te wachten, maar er zijn simpelweg nog
te veel losse eindjes. Al met al denk ik dat we niet rouwig hoeven te zijn om
het uitstel. Liever straks een goed en zorgvuldig ingevoerd stelsel dan nu één
met veel rafels.”
En voordat hij, als echt sluitstuk van zijn laatste ledenvergadering symbolisch
de hamer overdroeg aan zijn opvolger Tjeerd Bosklopper (NN), ontkwam hij niet
aan een korte terugblik en een antwoord op zijn eigen ‘pensioen’. “Toen ik de
eerste keer als voorzitter aantrad, zaten we middenin de woekerpolisaffaire. In
die tijd kregen we ook te maken met een vernieuwing van het Verbondsbestuur. We
hebben met elkaar een aardige slag gemaakt, het klantbelang centraal gesteld en
veel geleerd. De vernieuwing van de sector werd snel zichtbaar. Bij Achmea ben
ik onlangs teruggetreden. Ook ik vind het verstandig om na elf jaar het stokje
over te dragen. En, het is me vaker gevraagd, zeker na het Achlum-filmpje
waarin ik de hoofdrol mocht vertolken: wat ga ik nu doen? Ik kan u uit de droom
helpen, ik ga niet in Achlum wonen.”
