Werkgelegenheid in derde kwartaal naar nieuw record; tegenover 100 werklozen taan 126 vacatures

Een verdere groei van het aantal vacatures, samen met een dalende werkloosheid, leidden in het derde kwartaal van 2021 tot een nog grotere spanning op de arbeidsmarkt. Tegenover elke 100 werklozen stonden 126 vacatures. Het aantal banen nam toe met 162.000 en kwam voor het eerst boven de 11 miljoen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS over de arbeidsmarkt .Een kwartaal eerder overtrof het aantal vacatures voor het eerst het aantal werklozen.

Waren er in het tweede kwartaal per 100 werklozen 106 vacatures, in het derde kwartaal is dat opgelopen tot 126. De toename van de spanning is vooral toe te schrijven aan de aanhoudende groei van het aantal openstaande vacatures (met 45.000). Eind september stonden er 371.000 vacatures open, 45.000 meer dan aan het eind van het tweede kwartaal. Hiermee wordt de recordhoogte van het vorige kwartaal (327.000) overtroffen.

Meeste vacatures in de handel

Net als in voorgaande kwartalen stonden de meeste vacatures open in de handel (75.000), de zakelijke dienstverlening (58.000) en de zorg (52.000). Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures.

Ook in het derde kwartaal nam het aantal vacatures in vrijwel alle bedrijfstakken toe. In de handel kwamen er 10.000 bij, waardoor er 75.000 vacatures openstonden. In de horeca (34.000) en de zorg (52.000) kwamen er 7.000 vacatures bij. In de informatie en communicatie bleef het aantal vacatures met 24.000 gelijk.

Net als in het tweede kwartaal ontstonden er in het derde kwartaal 374.000 nieuwe vacatures. Er werden 330.000 vacatures vervuld (inclusief vervallen vacatures), 38.000 meer dan in het tweede kwartaal. Dit is het hoogste aantal vervulde en vervallen vacatures dat in een kwartaal werd gemeten. Het vorige record was 329.000 in het eerste kwartaal van 2020.

De vacaturegraad nam in het derde kwartaal verder toe van 39 naar 43 vacatures per duizend banen van werknemers, opnieuw een record. Net als in het tweede kwartaal is de vacaturegraad het hoogst in de horeca. Eind september waren er in deze bedrijfstak 83 vacatures op duizend werknemersbanen. Ook in de bedrijfstak informatie en communicatie, die lange tijd de hoogste vacaturegraad had, bleef de vraag naar personeel groot, met een vacaturegraad van 77. De vacaturegraad bleef in het onderwijs het laagst met 18 vacatures per duizend banen.

Aantal banen voor het eerst meer dan 11 miljoen

Het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen nam met 162.000 toe, een toename van 1,5%, en passeerde daarmee voor het eerst de grens van 11 miljoen banen (11.033.000) duizend). Daarmee werd het record van het eerste kwartaal van 2020 (10.890.000 banen) overtroffen.

In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd. De cijfers zijn inclusief de banen van mensen die vanwege de coronacrisis niet of minder kunnen werken, maar wel krijgen doorbetaald. Een dergelijke voorziening wordt vergemakkelijkt door de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW), die tot 1 oktober gold en was ingesteld om baanverlies en werkloosheid te beperken.

Ook recordaantal werknemersbanen

Het aantal werknemersbanen steeg met 149 duizend, een toename van 1,7%. Het is het tweede kwartaal achtereen met een flinke groei. Het totaal aantal werknemersbanen kwam daarmee uit op 8.688.000. Dit zijn er meer dan ooit tevoren.

De raming van het aantal banen van zelfstandigen kent een grotere onzekerheid dan gewoonlijk in verband met de herziening van de Enquête beroepsbevolking (zie de toelichting onderaan dit bericht). In de voorlopige berekeningen nam deze toe met 13.000 (0,5%) en kwam daarmee op het hoogste punt ooit bereikt (2.346.000). Ruim 1 op de 5 banen is daarmee een zelfstandigenbaan.

Herstel uitzendbureaus zet door

Bij de uitzendbureaus kwamen er 22.000 werknemersbanen bij in het derde kwartaal, een stijging van 3,0%. De toename is iets minder groot dan die in het tweede kwartaal (4,7%). De uitzendbranche is zich nog steeds aan het herstellen van het forse verlies in het tweede kwartaal van 2020 met 15,7%.

Het aantal werknemersbanen in de bedrijfstak handel, vervoer en horeca nam toe met 83.000. Ook in bijna alle overige bedrijfstakken kwamen er banen van werknemers bij. Dalingen waren er in de zorg (-3.000) en de landbouw en visserij (-2.000). Vanwege het herontwerp worden in dit kwartaal nog geen resultaten van zelfstandigen naar bedrijfstak gepubliceerd. Werknemers en zelfstandigen werkten in het derde kwartaal van 2021 in totaal ongeveer 3,4 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 2,1% meer dan een kwartaal eerder.

Werkloosheid verder gedaald in derde kwartaal

In het derde kwartaal van 2021 waren er 294.000 mensen werkloos, 3,1% van de beroepsbevolking. Bij werklozen gaat het om mensen zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn om aan de slag te gaan (volgens de definitie van de International Labour Organization, ILO). Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2021 daalde het aantal werklozen met 13.000. Hiermee daalde de werkloosheid voor het vierde kwartaal op rij. Ondanks de daling was het niveau in het derde kwartaal nog hoger dan voor de coronacrisis, 277.000 werklozen in het eerste kwartaal van 2020 (3,0%). Alleen onder 45- tot 75-jarigen was de werkloosheid lager dan voor de coronacrisis (1,9 versus 2,0%). Onder jongeren van 15 tot 25 jaar is het verschil met de situatie net voor de coronacrisis nog het grootst (7,4 versus 6,3%).

Meer baanvinders dan baanverliezers

De ontwikkeling van de werkloosheid (-13.000 personen) is het resultaat van een aantal stromen op de arbeidsmarkt. De werkloosheid groeit doordat werkenden hun baan verliezen en doordat mensen die eerder niet actief waren op de arbeidsmarkt (niet-beroepsbevolking) op zoek gaan naar werk. Omgekeerd vermindert de werkloosheid doordat werklozen werk vinden of zich terugtrekken van de arbeidsmarkt. De afname van de werkloosheid in het derde kwartaal kwam uitsluitend doordat meer mensen vanuit de werkloze beroepsbevolking naar werk stroomden dan andersom. Per saldo daalde de werkloosheid hierdoor met 27.000. De stroom vanuit de niet-beroepsbevolking richting werkloosheid (mensen die zonder direct resultaat op zoek gingen naar werk) was groter dan de tegengestelde stroom (mensen die stopten met zoeken en/of niet langer beschikbaar waren). De werkloosheid groeide hierdoor