Waarschuwing CBV voor nieuw fraudefenomeen: Sluwe studenten simuleren studievertraging

 

Het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) maakt melding van een nieuw fraudefenomeen: Vervalste claims van scholieren en studenten die stellen studievertraging op te lopen als gevolg van een scooterongeval. De al opgetreden schade door deze vorm van fraude bedraagt volgens het CBV tienduizenden euro’s per geval, aldus het CBV.

 Net als bij de eerdere CBV-waarschuwing ‘Scooter rijden slecht voor dure merkkleding’ (maart 2016) is ook bij deze nieuwe, opkomende fraudevorm vaak sprake van een daadwerkelijk ongeval waar een andere partij voor aansprakelijk kan worden gesteld. Het schoolgaande verkeersslachtoffer kan op dat moment niet verder met zijn opleiding. Deze studievertraging wordt als schade gevorderd bij de aansprakelijke partij. De Letselschade Raad definieert studievertraging als ‘schade die optreedt doordat een benadeelde later op de arbeidsmarkt actief zal zijn als gevolg van een door ongeval onderbroken opleiding, waarbij een derde voor de studievertraging aansprakelijk is te houden’. Conform de Letselschade Richtlijn Studievertraging geldt bij een jaar vertraging voor een MBO scholier een normbedrag van 16.300 euro. Voor universitaire studenten loopt het normbedrag op naar 19.800 euro. Voor het claimen daarvan is niet veel nodig; een aanrijding met een aansprakelijke partij en een formulier inzake de studievertraging.

 Modus operandi

Om een claim wegens studievertraging te onderbouwen, vraagt de verzekeraar een verklaring van het opleidingsinstituut. Deze moet ondertekend zijn door de directie van de school. In de vastgestelde fraudegevallen is de verklaring door scholier of student zelf opgesteld aan de hand van een eerder rechtmatig gebruikt voorbeeld. De fraudeur laat vervolgens een medewerker van de opleiding een handtekening zetten. Op basis van de verklaring worden forse vergoedingen bij de verzekering van de aansprakelijke verkregen.

De modus operandi wordt gedeeld onder de jongeren bij het opleidingsinstituut. Tijdens de uitgevoerde onderzoeken is bijvoorbeeld vastgesteld dat één ROC docent in korte tijd al vier verklaringen van ‘ongevalsslachtoffers’ voor akkoord heeft getekend. Om mogelijk onrechtmatige claims wegens studievertraging te vinden, is het volgens het CBV van belang te letten op een drietal mogelijke fraude indicatoren:

  • Ondertekening van de verklaring omtrent de studievertraging moet van de directie van het opleidingsinstituut zijn;
  • Spelfouten in tekst wijzen op mogelijke eigen opmaak van de verklaring;
  • De tekst over houding, gedrag en studieresultaten van het ‘slachtoffer’ is opvallend positief geformuleerd;
  • De jonge gedupeerde scooterrijder komt zelf direct met de vordering voor vergoeding van zijn studievertraging.

Het CBV geeft verzekeraars en andere betrokkenen het volgende advies: “Besteed in het claimproces extra aandacht aan vorderingen voor studievertragingsschade na scooterongevallen. Kijk goed naar de omstandigheden van het (on)geval en de inhoud van de verklaring van de school. Laat deze zo nodig bij de directie van het opleidingsinstituut controleren. Meld ieder incident dat u in onderzoek neemt in een vroegtijdig stadium als ‘Voorlopige melding’ of ‘Incident in onderzoek’ bij het CBV.”