Rijkswaterstaat: Aantal files groeit snel door ongelukken en pech

Het reistijdverlies als gevolg van files is in 2016 opnieuw gestegen. We stonden vorig jaar met z’n allen 61,6 miljoen uur stil op de snelweg. De toename van de files wordt veroorzaakt door de drukte op de weg als gevolg van het economisch herstel. Maar ook het aantal ongelukken en pechgevallen neemt toe. Dat blijkt uit onderzoek van het televisieprogramma Brandpunt (KRO-NCRV) dat gisteren ( dinsdagavond 20 juni) werd  uitgezonden. De economische schade van deze incidenten bedroeg vorig jaar ruim een half miljard. In 2013 was dat nog 365 miljoen.

Vooral ongelukken en pechgevallen met vrachtwagens hebben een groot nadelig effect op de doorstroming. Het verkeer staat vaak urenlang stil achter gekantelde of omver gewaaide trucks. De hulpdiensten hebben vanwege de drukte op de weg soms grote moeite om snel ter plaatste te komen, vooral tijdens de uren waarop de vluchtstrook als spitsstrook wordt gebruikt. Het bergen van gestrande vrachtwagens neemt hierdoor meer tijd in beslag. Met weer langere files en nog meer reistijdverlies als gevolg.

Het aantal incidenten met vrachtverkeer, variërend van (eenzijdige) ongelukken tot motorpech, klapbanden en afgevallen lading, nam vorig jaar ten opzichte van 2015 met 6 procent toe tot 4734. Volgens Brandpunt, dat over de meest recente cijfers van Rijkswaterstaat beschikt, neemt ook dit jaar het aantal incidenten flink toe. In de eerste vijf maanden van dit jaar waren het er al 2118, waardoor we eind 2017 waarschijnlijk uitkomen boven de 5000 gevallen.

Toename verlies reistijd 45%

Rijkswaterstaat, de beheerder van het 3500 kilometer lange snelwegennet, maakt zich ernstig zorgen over deze ontwikkeling. In vooral de Randstad dreigen steeds vaker verkeersinfarcten te ontstaan met ernstige nadelige gevolgen voor de economie. Volgens de somberste prognoses kan het verlies aan reistijd in de komende jaren oplopen met wel 45 %.Rijkswaterstaat streeft er naar om de incidentduur aanzienlijk te verkorten en wil daarom onder meer de auto’s van de weg-inspecteurs, die een belangrijke rol spelen bij de afwikkeling van incidenten, uitrusten met blauw zwaailicht en sirene. “Ons oranje zwaailicht straalt te weinig urgentie uit”, zegt incident manager Eeltje Hoekstra in Brandpunt. “We hebben bij wijze van experiment een aantal van onze voertuigen uitgerust met blauw zwaailicht en sirene. Onze weg-inspecteurs die daarmee rijden zijn erg enthousiast. Het levert een rijtijdwinst op van twintig tot wel dertig procent.”

Rijkswaterstaat wil nu alle voertuigen uitrusten met blauw zwaailicht en sirene, maar dat stuit volgens incident manager Hoekstra nog op bezwaren van de zijde van de brandweer. “Ik kan me daar wel iets bij voorstellen’, zegt Hoekstra. “Ze zijn bang voor inflatie van het blauwe zwaailicht. Maar ik denk dat we er wel uitkomen. Het gaat hier tenslotte om de verkeersveiligheid – er kunnen levens op het spel staan – en om grote economische belangen.”

Om de groeiende files het hoofd te bieden, investeert het ministerie van Infrastructuur en Milieu de komende decennia 80 miljard euro in de uitbreiding van het wegennet. “Dat is deels weggegooid geld,” zegt de Delftse hoogleraar transportbeleid Bert van Wee in Brandpunt.“Meer asfalt lost de files niet op, maar verplaatst de problemen alleen maar naar het onderliggende wegennet. Bovendien bestaat het risico dat meer asfalt tot meer auto’s leidt. Het is veel effectiever om geld te steken in meer bergingscapaciteit, zodat na een ongeluk of een pechgeval de weg weer snel in gebruik kan worden genomen,” zegt Van Wee. Hij pleit er voor om tijdens de spits op 50 tot 100 snelweglocaties bergingsvoertuigen stand by te houden, zodat die snel ter plaatste zijn bij een incident. “Het rendement van extra bergingscapaciteit is groter dan dat van meer asfalt. Bovendien is het een stuk goedkoper.”

bron Bandpunt