Het Europees Hof van Justitie heeft in 2020 geoordeeld dat een rechtzoekende al in de voorfase van een gerechtelijke procedure het recht heeft om een advocaat in te schakelen op kosten van de rechtsbijstandsverzekeraar. Deze uitspraak is door het financiële klachteninstituut Kifid in maart 2021 bevestigd. De NOvA heeft er bij het ministerie op aangedrongen om ervoor te zorgen dat de Nederlandse wet- en regelgeving in lijn met de uitspraak van het Europese Hof van Justitie wordt gebracht.
Belang rechtzoekende voorop
Uit recent onderzoek door Moneyview blijkt
dat de nadruk bij rechtsbijstandsverzekeraars de laatste tijd meer is komen te
liggen op kostenbeheersing dan op de toegang tot het recht. Voor de NOvA staat
toegang tot het recht voorop. Het kan in het belang van de rechtzoekende zijn
om in een zo vroeg mogelijk stadium geadviseerd te worden door een
gespecialiseerde advocaat en niet pas als de rechterlijke procedure een feit
is. Een goede en tijdige advisering kan uiteindelijk ook tot besparing van
kosten leiden.
Kosten
rechtsbijstandsverzekering
De NOvA gaat in overleg met het Verbond van Verzekeraars en de
verantwoordelijke ministeries over de aanleiding voor de verwachting van
verzekeraars voor een kostenstijging. De NOvA vraagt zich af of de uitvoering
van de uitspraak van het Europees Hof daadwerkelijk tot hogere kosten zal
leiden. De NOvA pleit dan ook voor een nader onafhankelijk onderzoek door
bijvoorbeeld het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC). In
dit onderzoek moet onder andere onderzocht worden op welke manier de vrije
advocaatkeuze en de toegang tot het recht kunnen worden gewaarborgd, net als
het belang dat eenieder zich kan verzekeren voor rechtsbijstand. Dit geldt
vooral waar het gaat om mensen die niet in aanmerking komen voor gefinancierde
rechtsbijstand.
Zie
ook:
Uitspraak Europees Hof van Justitie
Uitspraak Kifid (beroep, ingesteld
door de verzekeraars tegen deze uitspraak van Kifid, loopt nog)