NIPW: Groeiend aantal huishoudens voor inbraakpreventie aangesloten bij whatsappgroep; alarmsystemen sterk in opmars

 

Whatsappgroepen zijn de laatste jaren in opmars. Voor vrijwel alles wordt wel zo’n groep in het leven geroepen. De whatsapp-alertgroep voor inbraakpreventie, samen met buurtgenoten, blijkt een groeiend succes. Was in september 2016 nog iets minder dan een kwart (24,7%) aangesloten bij een whatsapp-alertgroep, zo’n anderhalf jaar later, in maart dit jaar, was dit aantal al toegenomen tot 26,7%. Zo komt naar voren uit onderzoek van de stichting NIPW. Circa 45% van de ondervraagden die nog niet bij een whatsapp-buurtpreventiegroep zit, zou zich graag aansluiten. Frappant is daarbij wel dat 7 op de 8 (86,1%) geen idee hebben hoe dat te doen.

Coen Staal, voorzitter van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW) zegt: “Een whatsapp-adergroep met buurtbewoners blijkt een zeer effectief middel tegen inbraken in de wijk. De universiteit Tilburg onderzocht dit in enkele Tilburgse wijken en wat bleek: het aantal woninginbraken nam met ongeveer de helft af. Ook in de Delftse wijk Tanthof is een dergelijke whatsappgroep effectief: cijfers van de politie laten zien dat inbrekers de wijk tegenwoordig veel vaker links laten liggen.”.

Aansluiten een probleem
Een opvallende uitkomst van het onderzoek is dat ongeveer de helft (45%) zich graag bij een alertgroep zou aansluiten, maar het merendeel weet niet hoe dat te doen. Staal: “Men denkt al gauw dat je de hele buurt langs moet lopen en bij iedereen moet aanbellen om zo’n groep te starten. Er zijn intussen al ruim 8.000 van die groepen, waarbij je je, als ze jouw buurt betreffen, zo kunt aansluiten.”

Gemiddeld zijn de deelnemers in de whatsapp-alertgroepen die de stichting NIPW onderzocht, ruim anderhalf jaar deelnemer. In het algemeen heeft men positieve ervaringen: het gevoel van veiligheid is toegenomen en het geeft een goed gevoel samen met je buurtbewoners waakzamer te zijn in de wijk. Slechts een klein deel maakt mee dat voor inbraakpreventie ongepaste berichten, zoals het kwijtraken van poes of hond en het aanbieden van tweedehands spullen, in de groep worden gepost.

Beveiligingssystemen  

Was in september 2016 één op de negen woningen (11%) voorzien van een alarminstallatie, anderhalf jaar later, in maart van dit jaar was dat aantal al bijna verdubbeld (20%). De komende tijd mogen we een voortzetting van die toegenomen belangstelling verwachten, want maar liefst één op de acht (12%) zegt een beveiligingssysteem aan te willen schaffen, zo blijkt uit onderzoek ter gelegenheid van de achtste Nationale Inbraakpreventie Weken. NIPW-voorzitter Coen Staal: “Vooral na een inbraak of inbraakpoging grijpt men steeds vaker naar dit hulpmiddel. Sloten worden sowieso dan al dikwijls vervangen, in twee op de gevallen laat men echter ook een alarmsysteem plaatsen. En dat heeft alles te maken met het feit dat een inbraak grote gevolgen heeft voor het gevoel van veiligheid in eigen huis. Een alarmsysteem versterkt dan het veiligheidsgevoel.”

Met of zonder alarmcentrale
Ongeveer een kwart van de respondenten geeft aan een alarmsysteem met slechts een geluidsalarm en/of zwaailicht te hebben. Puur om af te schrikken dus en in de hoop dat de inbreker snel het hazenpad zal kiezen. Staal: “Die afschrikkende werking zal zeker effect hebben op de gelegenheids­inbreker.”

Bijna twee derde (64%) van de systemen geeft een signaal aan de gebruiker (via de mobiele telefoon) en/of aan een professionele meldkamer dat er iets verdachts aan de hand is. Wanneer je op dat moment niet thuis bent, is dat een geruststellende gedachte. Ook al schrik je vaak van de melding. Je kunt dan de politie bellen. Indien tevens een camera is aangesloten op het alarmsysteem (bij 45%) waarmee geconstateerd kan worden dat er een inbreker bezig is, zal de politie er snel een surveillant op afsturen. Een systeem verbonden met een alarmcentrale is wat dat betreft iets makkelijker; daar zorgen eigen surveillanten veelal voor een huisbezoek. Tevens schakelen zij bij dubbele verificatie direct de politie in.