Inspectie: Beter zicht op verwerking van PFAS-afval in België, afvaltransporten weer mogelijk

 
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft besloten afvaltransporten vanuit Nederland naar de Belgische afvalverwerker Indaver weer mogelijk te maken. In oktober 2022 werd actie ondernomen en uit voorzorg geen instemming verleend voor deze transporten. De ILT was na signalen en een eerste onderzoek er niet van overtuigd dat het PFAS-afval voldoende juist en doelmatig werd verwerkt. Dat kan risico’s met zich meebrengen voor mens en milieu.  

Bezwaar
De betrokken afvalbedrijven gingen in bezwaar tegen dit besluit. De ILT deed daarom verder onderzoek en had daarover nauw contact met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Inmiddels hebben Indaver en de Belgische autoriteiten informatie overlegd waaruit blijkt dat er structureel aan de milieuvergunning en geldende wet- en regelgeving wordt voldaan. Voor een onafhankelijke beoordeling van deze informatie vroeg de ILT advies aan het RIVM (rapport 1, rapport 2).  

Verbetermaatregelen
Uit de ontvangen informatie blijkt dat er verbetermaatregelen zijn doorgevoerd bij Indaver en dat de lokale autoriteiten de vergunningen hebben aangescherpt. Die maatregelen zorgen voor een betere afvalverwerking en als gevolg daarvan voor minder PFAS in het milieu. De ILT concludeert dat er nu geen reden meer is om transporten van PFAS-houdend afval vanuit Nederland naar de Belgische afvalverwerker Indaver tegen te houden.  

Beslissing op bezwaar

De ILT stemt weer in met transporten met PFAS-houdend afval en maakt dit vandaag aan de betrokken afvalbedrijven kenbaar in een zogenoemde beslissing op bezwaar. Door een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Raad van State is het exportverbod overigens niet in de praktijk toegepast.  

Zorgen PFAS-afval in internationale afvalketens
Voor de verwerking van PFAS-afval is Nederland afhankelijk van buitenlandse afvalverwerkers, en daarmee van internationaal afvaltransport dat is geregeld in de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). Tijdens het onderzoek werd voor de ILT duidelijk dat verspreiding van PFAS in het milieu niet altijd kan worden voorkomen met de EVOA: de wet- en regelgeving borgt niet dat PFAS volledig wordt vernietigd. Onvolledige vernietiging kan leiden tot maatschappelijke risico’s voor mens en milieu. De ILT werkt daarom aan een signaalrapportage over de zorgen die er zijn over PFAS-afval in internationale afvalketens. Die wordt binnenkort aangeboden aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.