Havenbedrijf Rotterdam: Aantrekkende economie zorgt voor plus in alle goederensegmenten, behalve in agribulk

 

Het totaal van in de haven overgeslagen goederen lag in 2021 op hetzelfde niveau als in 2019, het laatste jaar voor de coronapandemie. Ten opzichte van 2020 steeg de overslag met 7,3% tot 468,7 miljoen ton. Alle goederensegmenten lieten door het aantrekken van de economie een ‘plus’ zien, uitgezonderd agribulk. Dat segment wordt altijd meer gestuurd door goede en slechte oogsten met regionale prijsverschillen en handelsstromen tot gevolg. Afgelopen jaar leidden hoge prijzen tot minder aanvoer van soja en mais, zo blijkt uit cijfers van het Havenbedrijf Rotterdam.

De Duitse staalproductie trok flink aan met als gevolg een grotere aanvoer van ijzererts, schroot en kolen. Belangrijkste reden voor de forse stijging van de aanvoer van kolen was echter de hoge gasprijs. Die zorgde ervoor dat kolencentrales goed konden concurreren met gasgestookte elektriciteitscentrales zodat ruim 40% meer kolen werden geïmporteerd dan het jaar ervoor, en bijna 10% meer dan in 2019. Ongeveer 90% van alle kolen gaat naar Duitsland. In totaal werd in 2021 23,4% meer droge bulk goederen overgeslagen dan in 2020 en 5,6% meer dan in 2019.

Nat massagoed

In de categorie nat massagoed zorgde het aantrekken van de economie voor meer overslag van ruwe olie, olieproducten, LNG en overig nat massagoed. Het volume ruwe olie en olieproducten bleef wel achter bij dat van 2019. De toename van LNG werd vooral veroorzaakt door de hogere gasprijzen in Europa, waardoor meer van dit vloeibaar aardgas naar Europa getransporteerd werd. In de subcategorie overig nat massagoed is sprake van een toename van de overslag van hernieuwbare producten als biodiesel, ethanol, SAF (sustainable aviation fuel, oftewel hernieuwbare kerosine) en hernieuwbare nafta (voor de chemie). In totaal werd in 2021 6,6% meer aan natte bulk goederen overgeslagen dan het jaar ervoor, maar 3,1% minder dan in 2019.

Brexit en breakbulk

Het einde van de zogenoemde overgangsperiode van de Brexit zorgde aan het begin van het jaar voor een dip in het roll on roll off (roro) transport van en naar het Verenigd Koninkrijk. Dit werd later weer ingehaald, zodat het totale roro-volume op vergelijkbaar niveau uitkwam als de afgelopen twee jaar. Na jaren van groei in de roro-sector blijft deze vorm van transport nu stabiel. De Brexit lijkt hiervan de belangrijkste oorzaak.

De categorie overig stukgoed kende een forse groei door onder andere meer overslag van staal en aluminium, waardoor de categorie breakbulk als geheel (roro en overig stukgoed) een groei noteerde van 3,2% ten opzichte van 2020 en 0,4% vergeleken met 2019.

Containers

Het aantal containers dat de Rotterdamse haven passeerde nam gemeten in TEU (de standaardmaat voor containers) ten opzichte van 2020 toe met 6,6% tot 15,3 miljoen. Niet eerder werden zoveel containers in Rotterdam overgeslagen. Belangrijke reden hiervoor is dat door de pandemie verhoudingsgewijs meer geld is uitgegeven aan goederen dan aan diensten. Zo waren horeca en theaters een deel van 2021 gesloten en gaven mensen minder uit aan vliegvakanties.

De  pandemie zorgde ook voor verstoring van de containerlogistiek doordat meer dan eens fabrieken en containerterminals in met name China werden stilgelegd om het aantal besmettingen terug te dringen. Schepen, die toch al meer lading te vervoeren hadden, haalden daarom regelmatig hun planning niet. Dat had tot gevolg dat containers vaak langer op de terminal stonden, waardoor de opstelplaatsen voor containers erg vol waren. Dat kwam de efficiency van de terminals wereldwijd niet ten goede. Rederijen besloten minder havens aan te lopen en per haven meer containers te lossen en laden, om zo tijd te winnen.

In Rotterdam leidde dat tot 10% minder bezoeken van grote containerschepen, maar die brachten per keer gemiddeld wel 20% meer containers aan land, wat de druk op de terminals vergrootte. Tegelijkertijd werd de logistieke sector, net als elke andere, geplaagd door uitval van medewerkers door besmettingen en quarantaines. Tegen die achtergrond is het een knappe presentatie van de Rotterdamse containersector dat ze erin geslaagd is dit containerrecord te vestigen. De Rotterdamse haven slaagde er hierdoor in zijn marktaandeel ten opzichte van de andere grote containerhavens in Noordwest-Europa te versterken.

Naar verwachting houdt de containerlogistiek in 2022 wereldwijd nog geruime tijd last van bovengenoemde problemen. De belangrijkste oorzaak, de coronapandemie, is nog niet verdwenen en structurele aanpassingen vergen tijd. Rederijen laten extra schepen bouwen, maar een groot aantal daarvan komt pas in 2023 in de vaart. Afgelopen jaar is het Havenbedrijf gestart met de bouw van nieuwe kades voor containerterminals op Maasvlakte 2. Dit levert op termijn een extra overslagcapaciteit op van ca. 5 miljoen TEU. Ingebruikname van de Container Exchange Route tussen de verschillende terminals op de Maasvlakte zal de efficiency vergroten. Het vorig jaar in gebruik genomen Theemswegtracé is een belangrijke verbetering voor de 90 tot 100 goederentreinen die dagelijks over de Havenspoorlijn rijden.

Digitalisering verbetert logistiek

Het Havenbedrijf investeert in digitale infrastructuur om logistieke ketens via Rotterdam nog efficiënter en duurzamer te maken. Aan de digitale planningstool Routescanner leveren inmiddels meer dan 125 operators hun data. In het gebruik van deze tool is te zien dat de containerlogistiek steeds vaker zoekt naar de meest duurzame route. Ook het plannen van de binnenvaart wordt met digitale service Nextlogic verder verbeterd. Steeds meer partijen sluiten zich aan. De in 2021 geïntroduceerde blockchain service Quay Connect maakt export naar het Verenigd Koninkrijk efficiënter en goedkoper. Ook het Havenbedrijf zelf wordt steeds digitaler. Zo automatiseerde de Divisie Havenmeester de Maritime Declaration of Health (MDoH). Dat leidde voorheen nog tot 25.000 handmatige beoordelingen per jaar.

Energietransitie

Het realiseren van grote projecten vergt een lange adem. Direct na het sluiten van het klimaatakkoord van Parijs is het Havenbedrijf serieus werk gaan maken van de energietransitie. Ruim vijf jaar later is een reeks grote, impactvolle projecten in de fase van definitieve besluitvorming, zowel bij het Havenbedrijf als bij het bedrijfsleven. De afgelopen periode zijn bijvoorbeeld de definitieve contracten gesloten met de vier bedrijven die gebruik gaan maken van het CO2-transport en -opslagsysteem Porthos, is een grote walstroominstallatie in het Calandkanaal opgeleverd en is Shell in Pernis gestart met de bouw van een grote biobrandstoffenfabriek. Dit jaar worden investeringsbeslissingen verwacht voor onder andere Porthos, de waterstofleiding door het havengebied HyTransPort, en een eerste grote groene waterstoffabriek op de Maasvlakte.

Effectief kabinetsbeleid nodig

De projecten die in het kader van de energietransitie nu op stapel staan, zorgen samen voor een CO2-reductie van 12 miljoen ton bij bedrijven in de haven en 11 miljoen ton daarbuiten, bijvoorbeeld door de productie van waterstof en biobrandstoffen voor de transportsector en de luchtvaart. Die reductie van in totaal 23 miljoen ton is 35% van de totale Nederlandse CO2-reductiedoelstelling voor 2030. Daarbovenop werkt het Havenbedrijf met verschillende partners aan de import van waterstof voor de industrie in Rotterdam en elders. Import van 1 tot 2 miljoen ton waterstof in 2030 is haalbaar en zorgt voor 10 tot 20 miljoen ton extra CO2-reductie. Om deze projecten te kunnen realiseren is het Havenbedrijf met verschillende overheden in gesprek over een stimulerend, effectief overheidsbeleid, gericht op het creëren van stikstofruimte, het realiseren van infrastructuur voor (nieuwe) energiedragers, het slim inzetten van heffingen, subsidies en verplichtingen voor bedrijven, en vooral tempo.

Veiligheid

Wat betreft de veiligheid kende de haven in 2021 geen grote incidenten of ongevallen, zowel bij de scheepvaart, op het land als in de beveiliging van ICT-systemen. Wel nam het aantal kleine aanvaringen licht toe. Drugsgerelateerde criminaliteit is een steeds groter probleem voor de samenleving, individuele bedrijven en personen. Het Havenbedrijf onderkent dit en pakt dit gezamenlijk aan met het bedrijfsleven en de overheidsinstanties die primair verantwoordelijk zijn voor de bestrijding ervan.

Luchtkwaliteit en CO2-emissies

Emissiereductie is voor de scheepvaart een forse opgave. Net als voor de luchtvaart zijn er weinig duurzame, schone alternatieven voorhanden. Inzet van het Havenbedrijf richt zich onder andere op het verlagen van de emissies door het vergroten van de efficiency door onder andere ‘port call optimisation’, de inzet van alternatieve brandstoffen zoals LNG, biobrandstoffen en methanol, en het toepassen van walstroom zodat schepen hun generatoren kunnen uitzetten wanneer ze aan de kade liggen. Nog meer dan bij de industrie is hier internationale samenwerking nodig om oplossingen te realiseren. Het Europese ‘Fit for 55’ biedt op dit vlak goede impulsen.

Emissies van de industrie zijn de afgelopen jaren flink afgenomen. De uitstoot van o.a. fijnstof, NOx en SO2 laat al jaren een stabiele neerwaartse trend zien. De afgelopen 15 jaar (tot en met 2020) daalden de emissies door de industrie van deze stoffen met ongeveer 60%, doordat bij vernieuwing van installaties of vergunningen steeds de best beschikbare techniek wordt toegepast. CO2-emissies van de industrie piekten in 2016 en daalden in de periode 2016-2020 met 27%. In diezelfde periode daalde de totale Nederlandse CO2-uitstoot 14%. Over 2021 zijn nog geen cijfers beschikbaar.

Vooruitzicht

De verwachting is dat de totale goederenoverslag in 2022 in lijn met de trend van de afgelopen jaren op min of meer hetzelfde niveau zal uitkomen als in 2021. Daarbij moet worden aangemerkt dat de (wereld)economie natuurlijk sterk beïnvloed kan worden door het verloop van de coronapandemie en mogelijke geopolitieke ontwikkelingen. Specifiek voor het containersegment is de verwachting dat de logistiek ook in 2022 nog lange tijd last houdt van verstoringen, maar dat de concurrentiepositie van Rotterdam gunstig is. Voor wat betreft de energietransitie zijn cruciale stappen te verwachten op het gebied van de aanleg van infrastructuur voor CO2-transport en opslag, infrastructuur voor waterstof, en de productie van waterstof en biobrandstoffen. Het Havenbedrijf zal haar goede financiële gezondheid gebruiken om blijvend te investeren in een efficiënte en duurzame haven.