De belangrijkste oorzaak van de woningcrisis in ons land is de geringe doorstroming van ouderen van grote naar kleinere woningen, zoals appartementen. Als dat soepel zou verlopen, zou de woningmarkt er een stuk beter voor staan. Dat zegt een meerderheid van gemeenten (55%), grote en kleine, in antwoord op vragen van de NOS en de regionale omroepen.
Als ouderen hun huis na het uitvliegen van de kinderen gemakkelijker zouden kunnen inwisselen voor een aantrekkelijke kleinere woning, zou het oude huis beschikbaar komen voor een nieuw gezin. Omdat er nauwelijks geschikte en betaalbare appartementen voorhanden zijn, gebeurt dat veel te weinig en stokt de woningmarkt, zeggen de gemeenten. Vooral in Zuid-Holland, Gelderland, Overijssel en Limburg wordt het zo ervaren.
Opvallend is dat statushouders (erkende asielzoekers die recht hebben op een woning, 8%)), stikstofregels (5%), makelaars (2%) en huisjesmelkers (4%) nauwelijks genoemd worden als veroorzakers van de woningcrisis, terwijl die in debatten in de Tweede Kamer een belangrijke rol spelen. Ze worden in ieder geval veel minder genoemd dan het tekort aan bouwgrond en te weinig geld bij woningcorporaties voor bouw (beide 24%), het gebrek aan regie vanuit het Rijk (20%) of de lage hypotheekrente en prijsopdrijvende vermogende kopers (beide 16%).
Grootste problemen op de woningmarkt
Gemeenten benoemen een tekort aan koopwoningen in het lagere prijssegment het meest als probleem op de woningmarkt (65%), gevolgd door een tekort aan sociale huurwoningen (52%), tekort aan woningen voor senioren (41%) en een tekort aan (huur)wooneenheden voor jongeren (36%).
In mindere mate worden als probleem aangeduid een tekort aan midden-huurwoningen (22%), een tekort aan bebouwbare grond (17%), een tekort aan koopwoningen in het hogere segment (4%), geen ruimte voor het afgeven van bouwvergunningen (3%) en te weinig beleidsinstrumenten om nieuwbouw te stimuleren.
Bron NOS
