Februari 2020: Voor tweede maand op rij sprake van diefstaltoename motorvoertuigen

Net als in de eerste maand van dit jaar werden ook in februari meer motorvoertuigen gestolen dan in dezelfde maand een jaar geleden: 1.829, 6.0% meer dan  de 1.726 diefstalgevallen in februari 2019, zo blijkt uit cijfers van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigdiefstal (LIV). In zeven van de elf voertuigcategorieën was sprake van een diefstaltoename, bij drie van een afname en in één categorie was het aantal diefstalgevallen exact gelijk aan vorig jaar februari.

Er werden vorige maand vooral meer brom- en snorfietsen (incl scooters ) gestolen: 984, 12,4% meer dan de 876 diefstallen een jaar geleden. Van een stijging van het aantal diefstalgevallen was ook sprake bij lichte bedrijfsvoertuigen (143 vs 102, + 40,2,2%), aanhangers (37 vs 35, + 5,7 %), opleggers (11 vs 7, + 57,1%), caravans (5 vs 2, + 150,5%)  en zware bedrijfsvoertuigen (4 vs 3, + 33,3%%).   

In februari werden daarnaast 135 ‘jonge’ personenauto’s gestolen, tien (8%) meer dan in dezelfde maand in 2018. Daar staat tegenover dat er minder oudere modellen werden gestolen: 426 (was 467), een afname met 8,8%. Daardoor kwam het totaal aantal personenautodiefstallen vorige maand op 561, 31 (min 5,2%) minder dan vorig jaar februari. Ook werden er minder motoren gestolen: 83 tegen 108 een jaar eerder, een daling met 23,2%.  Net als vorig jaar februari werd er ook vorige maand één  bus gestolen.

Eerste twee maanden

 Uit de LIV-cijfers blijkt verder dat er in de eerste twee maanden van dit jaar 3.752 motorvoertuigen werden gestolen, 6,1% meer dan de 3,537 in dezelfde periode een jaar eerder. In verreweg de meeste voertuigcategorieën werd een toename geregistreerd van het aantal diefstalgevallen.

Ook hierbij deed grootste stijging in aantallen zich voor bij bromfietsen: met 11,4% van 1,769 naar 1.970. Van een diefstaltoename is ook sprake bij  Van een stijging van het aantal diefstalgevallen was ook sprake bij lichte bedrijfsvoertuigen (295 vs 212, + 39,2%), aanhangers (81 vs 75, + 8.0 %), opleggers (20 vs 15, + 33,3%), caravans (15 vs 6, + 87,5%)  en zware bedrijfsvoertuigen (13 vs 7, + 85,7%).   

In januari en februari werden daarnaast 286 ‘jonge’ personenauto’s gestolen, 29 (11,3%) meer dan in dezelfde maanden in 2018. Daar staat tegenover dat er minder oudere modellen werden gestolen: 896 (was 986), een afname met 9,1%. Daardoor komt het totaal aantal personenautodiefstallen dit jaar tot dusver uit op 1.182, 61  (min 4,9% minder dan vorig jaar fin dezelfde periode. Ook werden er minder motoren gestolen: 175 tegen 207 een jaar eerder, een daling met 15,5%.  Net als vorig jaar  werd er ook in de eerste twee maanden van dit jaar één  bus gestolen.

 Iets meer dan een kwart teruggevonden

Van de 3.752 gestolen voertuigen werden er in januari en februari in  totaal 1.009 teruggevonden, een terugvindpercentage van 26,9%. Het terugvindpercentage was het hoogst  bij zware bedrijfsvoertuigen (69,2%), op ruime afstand gevolgd door opleggers (40%), jonge personenauto’s (35,1%) en personenauto’s van vier jaar en ouder  (31,4%).

Minder dan gemiddeld werden de overige voertuigcategorieën teruggebracht bij de rechtmatige eigenaar. Het slechtst scoren caravans met een terugvindpercentage van slechts 6,7%, gevolgd door motoren (14,8%), aanhangers (21%), bromfietsen (24,9%) en lichte bedrijfsvoertuigen (26,1%).