Enno Wiertsema (Adfiz): “Dé keten zijn we met zijn allen. We moeten het samen doen!”

Afgelopen donderdag 16 juni vond de jaarlijkse schademiddag plaats van het Verbond van Verzekeraars. Tijdens deze bijeenkomst werd bijgepraat over de belangrijkste ontwikkelingen en actualiteiten in de schademarkt. Enno Wiertsema was uitgenodigd voor het panel over onverzekerbaarheid.  

Het panel bestond verder uit Ron Gardenier (voorzitter NVGA), Ingrid Visscher (De Vereende) en Ron Verhulsdonck (Chubb). Onder leiding van Geeke Feiter (Verbond van Verzekeraars) werd aan de hand van stellingen gediscussieerd hoe onverzekerbaarheid opgelost kan worden. 

Geeke Feiter startte met de boodschap dat Verzekerbaarheid de kern is van het bestaansrecht van verzekeraars. En wat kan de sector doen om van dat woordje ‘on’ af te komen. Moet er meer aandacht komen voor preventie?

Meer aandacht voor preventie? 

Ze stelde de vraag aan het panel en Ingrid Visscher van de Vereende antwoordde als eerste. “Ik ben blij dat je het woord onverzekerbaarheid niet gebruikt, want dat wordt veel te vaak als een containerbegrip neergezet. Er zijn veel verschillende oorzaken waarom een risico lastiger te verzekeren is en er zijn ook veel verschillende oplossingen. Denk maar aan terrorisme of het verzekeren van een kerncentrale dat we in een poolconstructie dekken. En soms werkt een pool zo goed dat een risico weer gewoon verzekerbaar wordt, zoals dat bij milieuschade het geval was.” 

Zout water 

Enno Wiertsema was dat met haar eens. “Preventie kan zeker een oplossing zijn, maar niet altijd. Overstroming van zout water blijft immers onverzekerbaar. Het is vooral zaak om het begrip (on)verzekerbaarheid steeds uit elkaar te rafelen. Wat kan de markt zelf doen om risico’s verzekerbaar te maken en of te houden? En soms is dat een kwestie van kunnen en een andere keer een kwestie van willen.” NVGA-voorzitter Ron Gardenier vult aan dat “ (onvoldoende) preventie natuurlijk niet de oorzaak is van onverzekerbaarheid, maar zeker wel kan bijdragen aan het beheersbaar maken van het te verzekeren risico”. 

Aanmaakblokjes 

Een van de aanwezige verzekeraars in de zaal wees een aanmaakblokjesfabriek die onlangs in vlammen opging. “Het is zuur dat het fout is gegaan, maar het risico was juist (nog) verzekerd, omdat het bedrijf veel investeringen had gedaan, waaronder een nieuwe blusinstallatie en een scheidingswand. Overigens hebben beide goed gewerkt, want een groot deel van het pand staat er nog.” 

Maatwerk 

Tijd voor de volgende stelling: als de keten zich inspant voor maatwerk is er meer verzekerbaar. Het merendeel van de zaal is het daarmee eens, hoewel een van de aanwezigen een oranje kaart trekt. “Ik zie meer in poolvorming om de solidariteit hoog te houden.” “Tja, wat is maatwerk?”, vroeg Ingrid Visscher van De Vereende zich af. “Als vangnetverzekeraar zijn wij er voor iedereen en soms krijgen wij een risico waarvan ik me afvraag of die niet gewoon verzekerbaar zou zijn. Zo kregen wij van de week de verzekering van een woonhuis (1,2 miljoen) van een 82-jarige bewoner ter dekking aan geboden. Het ‘probleem’ was dat de man een paar keer zijn premie niet had betaald. Wij zagen verder geen problemen en hebben het risico geaccepteerd.” De panelleden waren het redelijk eens: in plaats van (meer) maatwerk vindt vaak het tegenovergestelde plaats. Wat van de norm afwijkt, valt sneller van de band. Alle aanwezigen in de zaal waren het er over eens dat dit geen goede en werkbare ontwikkeling is.