Elektrisch vervoer is goed voor de economie. Nederlandse laadpalen, trucks en bussen veroveren terrein, ook in het buitenland. Daarmee verdienen bedrijven uit ons land jaarlijks zo’n 5 miljard euro. Het aantal groene Nederlandse banen stijgt flink, en verdubbelt naar verwachting in 2025. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd onderzoek, dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft uitgevoerd in opdracht van staatssecretaris Van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat).
Van Veldhoven: “Dit is een indrukwekkend groei, ruim de helft meer in slechts
een paar jaar tijd. De sector groeit als kool, en is nu zo’n drie keer zo groot
als bijvoorbeeld de al indrukwekkende omvang van de Nederlandse fietsenbranche.
De komende jaren gaan we vol aan de slag om het vervoer verder schoon te maken.
Daar plukken we allemaal de vruchten van. Niet alleen goed voor het klimaat en
onze schone lucht, maar ook voor onze portemonnee. En voor mensen op zoek werk.
De komende jaren komen er duizenden banen bij in de sector elektrisch vervoer.”
Meer banen
Er zijn momenteel zo’n 7000 voltijdsbanen in de sector elektrisch vervoer, een
derde meer dan bij het vorige meetmoment in 2018. Die banen zijn vooral te
vinden bij bouwers van elektrische voertuigen zoals bussen en vrachtwagens. Ook
bij laadpaalbedrijven is veel werkgelegenheid. Nederlandse bedrijven lopen
voorop op het gebied van slim laden, waarbij de batterij van de auto het
stroomnet ontlast. Nederlandse laadpaalbedrijven zijn actief in heel Europa, en
ook steeds meer in Amerika.
De verwachting is dat in 2025 de werkgelegenheid in de sector elektrisch
vervoer vrijwel is verdubbeld. Zo’n 13.500 mensen vinden dan een voltijdsbaan
als monteur, autobouwer of laadpaalexpert.
Economische waarde stijgt snel
Bedrijven in Nederland produceren momenteel jaarlijks voor zo’n 5 miljard euro
aan elektrische auto’s, bussen, vrachtwagens en andere producten op gebied van
elektrisch vervoer, zoals laadpalen. Dat ruim de helft meer dan in 2018, toen
het ruim 3 miljard was. Deze sector is daarmee ongeveer drie keer zo groot als
de Nederlandse fietsenbranche.
De groei zit zowel in Nederland als over de grens, en is voor het grootste deel
afkomstig van de bouw van schone voertuigen. DAF staat bekend om zijn
elektrische vrachtwagens. Ook VDL bouwt die, net als elektrische bussen voor
het openbaar vervoer. Met Ebusco kent Nederland nog een grote speler op dat
gebied. Ook op gebied van waterstof kent Nederland enkele koplopers. Holthausen
sleepte eerder dit jaar een order uit Nieuw-Zeeland binnen voor de productie
van 1500 waterstoftrucks. Tegelijkertijd ontstaan nieuwe innovaties. Zo wordt
er in Nederland gebouwd aan elektrische binnenvaartschepen en zijn de eerste
volledig elektrische campers in Nederland gebouwd.
Bedrijven verdienen een deel van het geld aan export, maar ook in Nederland
zelf is veel vraag naar schoon vervoer en laadpalen. Er staan relatief gezien
nergens zoveel publieke laadpalen als in Nederland en slim laden is in opkomst.
Veel van deze laadpunten worden geëxploiteerd door bedrijven van eigen bodem
zoals EV Box, New Motion, Alfen, Pitpoint of Allego. Met ruim duizend
uitstootvrije bussen in het openbaar vervoer loopt Nederland voorop in Europa.
En de komende jaren wordt een sterke stijging verwacht van het aantal
vrachtwagens dat zonder uitlaatgassen rijdt. Ook stappen steeds meer
particulieren over op een elektrische scooter of auto. In 2020 was een kwart
van de nieuwe auto’s in Nederland elektrisch.
De sector reageert opgetogen. Nancy Kabalt, voorzitter van het Formule E-team,
waarin bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid samenwerken aan elektrisch
vervoer: “Dit rapport toont aan dat de transitie naar elektrisch rijden kansen
oplevert voor innovatie, groene groei en economische productiviteit in Nederland.
Investeren in elektrisch vervoer is noodzakelijk voor het behalen van de
klimaatdoelen, het nieuwe kabinet zal dan ook heldere en stevige ambities uit
moeten spreken en dit vertalen naar ambitieus beleid. Zo groeit de EV-sector
ook de komende jaren en bouwt Nederland haar positie als internationale
koploper uit.”