EIOPA analyseert interne modellen voor verzekeringstechnisch risico in de schadeverzekeringsbranche

De Europese Autoriteit voor Verzekeringen en Bedrijfspensioenen (EIOPA) heeft vandaag de resultaten gepubliceerd van een Europees vergelijkend onderzoek naar het verzekeringstechnisch risico bij schade in interne modellen. 

De studie analyseerde interne modellen voor schadeverzekeringen van 75 Europese verzekeraars die deel uitmaken van 31 verzekeringsgroepen. Het doel van de studie was om de verschillen tussen interne modellen te evalueren om te begrijpen of en in welke mate deze op een consistente manier vergelijkbare risico’s vastleggen. Daarnaast werden de risicoprofielen van schadeverzekeringen onderzocht om de redenen te identificeren die van invloed waren op het risicokapitaal in de eerste vijf jaar na de invoering van Solvency II. 

Uit het onderzoek kwamen de volgende belangrijke conclusies naar voren: 

Kapitaalintensiteit: Ondernemingen met vergelijkbare economische winst- en verliesverdelingen (en winstniveaus) vertoonden opmerkelijke verschillen in hun kapitaalintensiteiten. De kapitaalintensiteiten zijn in de loop van de tijd niet gestegen of gedaald, wat erop wijst dat de kapitaalallocatie van ondernemingen stabiel is gebleven. 

Verschillen in risicometing: Veel ondernemingen met een lagere kapitaalintensiteit vertrouwden op onzekere toekomstige winstramingen bij de berekening van hun premierisico. Dergelijke verschillen in de manier waarop toekomstige winsten worden verantwoord, hebben ertoe geleid dat de Europese toezichthouders deze kwestie nader hebben geanalyseerd. 

Vergelijking standaardformules: Ondernemingen die interne modellen gebruiken vertoonden significante variatie en over het algemeen lagere kapitaalintensiteiten voor premie- en reserverisico in vergelijking met standaardformuleberekeningen. 

Rapportage: De meeste ondernemingen waren goed voorbereid op de invoering van kwantitatieve rapportagesjablonen voor interne modellen eind 2023 op EU-niveau, met een paar uitzonderingen. De voor de hele EER geharmoniseerde sjablonen maken een gemeenschappelijke aanpak bij het lezen en verwerken van de gegevens mogelijk en verminderen daardoor de extra rapportagelast. 

Inflatie: De meeste ondernemingen modelleren de inflatie op basis van trends uit het verleden en kunnen terugvallen op ad-hoc oordeel van deskundigen wanneer het inflatieverloop verandert. Analyses toonden aan dat langdurige gematigde inflatie ondernemingen meer kan treffen dan tijdelijke pieken. Daarom moeten ondernemingen het inflatierisico en hun blootstelling daaraan in de gaten houden, aangezien veranderingen in de ontwikkeling van de inflatie kunnen leiden tot een verhoging van het solvabiliteitskapitaalvereiste. 

De EIOPA en de nationale toezichthouders hebben met alle deelnemers individuele feedbacksessies gehouden. De conclusies van de studie zullen verder worden behandeld in het nationale toezicht op individuele ondernemingen en groepen (bijvoorbeeld in colleges van toezichthouders). 

Ondernemingen die als uitschieters zijn aangemerkt, zijn op de hoogte gesteld en de betrokken nationale toezichthouders voeren momenteel follow-upacties uit. Sommige toezichtacties hebben ook al geleid tot wijzigingen in interne modellen. De EAVB zal de nationale toezichthouders ondersteunen bij de follow-up en de ontwikkeling van de bevindingen monitoren. 

Over interne modellen 

Onder Solvency II kunnen verzekeraars goedkeuring vragen om een intern model te gebruiken in plaats van een standaardformule om hun solvabiliteitskapitaalvereisten te berekenen. Om te beoordelen of deze modellen de onderliggende risico’s adequaat weerspiegelen, voert de EIOPA in samenwerking met nationale toezichthouders Europese vergelijkende studies uit. Het doel is om de output van interne modellen efficiënt te vergelijken, toezichtinstrumenten verder te ontwikkelen en gemeenschappelijke toezichtpraktijken te bevorderen.