Er moet een apart onderzoeksinstituut komen voor cybersecurity. Dat stelt D66-Kamerlid Kees Verhoeven voor tijdens de begrotingsbehandeling van Justitie & Veiligheid (J&V). Het instituut is nodig omdat Nederland nu gevaarlijk achterloopt als ’t aankomt op onderzoek naar cybersecurity, en bestaand onderzoek en expertise nu nergens samenkomt. Verhoeven: “Juist nu dit kabinet van cyberveiligheid een prioriteit heeft gemaakt, moeten we doorpakken. Willen we klaar zijn voor digitale aanvallen, vanuit welk land of persoon dan ook, moeten we voorop gaan lopen, cruciale technologie uitvinden én talentvolle onderzoekers hier houden. Dat vereist een cybersecurity onderzoeksinstituut op eigen bodem.”
Verhoeven (D66) verzoekt, met steun van VVD en CDA, vandaag Minister Grapperhaus van J&V te kijken naar mogelijkheden het cybersecurity onderzoeksinstituut op te richten. Naast de overheid moeten ook bedrijven hier in kunnen investeren. Met een eigen instituut voor wetenschappelijk en praktijk onderzoek wil Verhoeven onze cyberveiligheid een stap verder brengen. Verhoeven: “Het is cruciaal dat we de praktijk, de kennis van bedrijven en universiteiten én de investeringen van dit kabinet in cybersecurity en onderzoek samenbrengen. Het is nu te versnipperd. We moeten voorop gaan lopen op het gebied van cybersecurity, niet achteraan blijven hangen.” Verhoeven denkt aan eenzelfde soort instituut als QuTech gelieerd aan een universiteit.
Talentvolle onderzoekers hier houden
Naast het instituut pleit D66 samen met de coalitiepartijen voor meer geld voor bestaande cybersecurity onderzoeksgroepen en om bestaande middelen voor cybersecurity te bundelen. Verhoeven: “We moeten voorkomen dat topspecialisten in cybersecurity naar het buitenland vertrekken. Met het instituut en meer geld voor onderzoek maken we het academische werk in Nederland op dit gebied aantrekkelijker. We hebben de slimmeriken hier hard nodig.” Dit is het eerste kabinet wat een prioriteit heeft gemaakt van cyberveiligheid, waar D66 95 miljoen voor heeft geregeld.
