Brand aan boord Fremantle Highway heeft het debat rond het vervoer van elektrische voertuigen (EV’s) over zee andermaal aangewakkerd


De brand aan boord van het autoschip Fremantle Highway en het tragische overlijden  van een zeevarende heeft het debat rond het vervoer van elektrische voertuigen (EV’s) over zee scherp in beeld gebracht. De Fremantle Highway vloog op 26 juli in brand voor de kust van het Nederlandse eiland Ameland. Het schip vervoerde bijna 3.800 nieuwe auto’s waarvan ongeveer 500 EV’s. Er wordt gespeculeerd dat de brand werd veroorzaakt door een EV-batterij, maar de oorzaak van de brand is eigenlijk nog niet bekend, meldt de maritieme koepelorganisatie IUMI op haar website.

Scheepsbranden zijn een echte zorg voor scheepvaartverzekeraars en de scheepvaartindustrie als geheel, stelt IUMI, dat al lange tijd voor betere branddetectie- en blussystemen die specifiek moeten zijn afgestemd op de verschillende scheepstypen. “Tot op heden is echter nog nooit bewezen dat een brand aan boord van een roro of Pure Car and Truck Carrier (PCTC) is veroorzaakt door een fabrieksnieuwe EV. De IUMI begrijpt dat het vervoer van EV’s bepaalde risico’s met zich meebrengt die verschillen van de risico’s die gepaard gaan met het vervoer van voertuigen met een verbrandingsmotor (ICEV’s), maar onderzoek suggereert dat de risico’s niet verhoogd of gevaarlijker zijn. De focus moet liggen op het identificeren van risico’s en veiligheidsmaatregelen in verband met nieuwe energievoertuigen zoals EV’s, hoe deze te beperken en op het samenwerken met de klasse en regelgevende instanties om de nodige regels, normen en richtlijnen te ontwikkelen om hun veilig transport te garanderen. Dit werk staat al op de agenda van de IMO Subcommissie voor scheepssystemen en -uitrusting”, aldus de organisatie.

Uitgebreid onderzoek door het EU-project LASHFIRE waarbij IUMI betrokken was, toont aan dat noch de groeisnelheid van een brand, noch de piekwarmteafgifte of de totale energie die vrijkomt tijdens een brand hoger is voor een EV-brand dan voor een ICEV-brand. Ook de giftige stoffen die vrijkomen bij een EV-brand zijn vergelijkbaar. Het is ook belangrijk om te onthouden dat de batterij zelf slechts een kleine bron is van de vuurbelasting, terwijl het grootste deel van de energie die vrijkomt bij brand afkomstig is van kunststoffen en andere materialen die evenveel voorkomen in EV’s als in ICEV’s. Het blootstellen van batterijen aan vuur kan echter wel leiden tot brandgevaar. 

Het blootstellen van batterijen aan brand kan echter leiden tot thermische runaway – waarbij de lithium-ioncel in een zelfverhittende, herontbrandende toestand komt – en dit vereist een andere branddetectie en -respons. Onmiddellijke inzet van vaste brandbestrijdingssystemen is de meest effectieve actie tegen voertuigbranden, ongeacht hun energiebron. Als er een thermische runaway optreedt in een EV, is grenskoeling essentieel om te voorkomen dat de brand zich uitbreidt. Hierdoor kan de batterij op een gecontroleerde manier opbranden.

Onderzoek toont aan dat EV-branden niet vaker voorkomen of intenser zijn dan ICEV-branden. Traditionele brandstoffen zoals benzine en diesel zijn potentieel extreem gevaarlijk, maar als maritieme industrie hebben we geleerd om de bijbehorende risico’s te begrijpen en te beperken. Lithium-ion-accu’s zijn nog relatief nieuw, maar maken al een groot deel uit van het dagelijks leven. De maritieme industrie is nog steeds aan het leren en moet zich aanpassen aan deze nieuwe reeks risico’s en ze dienovereenkomstig beperken. Wetenschappelijk bewijs is essentieel om effectieve risicobeperkende strategieën te ontwikkelen.

Bron IUMI: