Branche Personenschade NIVRE belicht in boeiend seminar voor- en nadelen van First Party Verzekering

Eigen verzekering eerst’. Dat was de titel van het boeiende seminar dat op dinsdag 1 oktober jl. werd georganiseerd door de Branchegroep Personenschade van het NIVRE. Op het thema waren circa 100 personenschadeprofessionals afgereisd naar Soesterberg, waar zij in de prachtige kapel van Conferentiecentrum Kontakt der Kontinenten drie interessante presentaties kregen voorgeschoteld over de voor- en nadelen van de First Party Verzekering.  De gerenommeerde sprekers zorgden met hun inkijk vanuit verschillende invalshoeken voor een levendige discussie met de zaal. Uit de antwoorden op vele via het BuzzMaster-systeem gepresenteerde stellingen over dit onderwerp bleken de meningen van  de aanwezigen  hieromtrent zo nu en dan nog wat uiteen te lopen.

Nadat Branchevoorzitter Maarten van der Linden het thema had toegelicht en richting aanwezige de WA-experts en belangenbehartigers de hoop had uitgesproken voor meer toenadering en samenwerking, was het woord aan dagvoorzitter Remco Heeremans, directeur van De Letselschade Raad.  Hij introduceerde het thema, de sprekers en de toepassing van het BuzzMaster-systeem, waaruit onder meer naar voren kwam dat onder de aanwezigen de verhouding ‘WA’ en belangenbehartiger vrijwel gelijk was (42% vs 48%), de meerderheid van een SVI (90%) heeft afgesloten maar slechts een kwart (26%) van de zelfstandigen over een AOV-beschikt, vooral vanwege de hoge kosten.

De eerste spreker – Chris van Dijk  van Kennedy van der Laan – had zijn inleiding de titel ‘Is het huidige systeem aan vernieuwing toe?’ meegegeven. Hij voerde vervolgens meerdere redenen aan waarom daarvoor wel het nodige te zeggen is, zoals de komst van nieuwe en complexe aansprakelijkheidsrisico’s en de veel te trage huidige schadeafwikkeling waaraan het toernooimodel mede debet lijkt. Al gaf hij wel aan niet zeker te weten of het systeem van de directe (First Party) verzekering de oplossing is.

Als voordelen noemde hij onder meer minder discussie (“niet over aansprakelijkheid”), een mogelijk snellere en meer harmonieuze schadeafwikkeling en een benadeelde die niet in een afhankelijke positie verkeert van de verzekeraar van de aansprakelijke partij. Verzekeraars noemen bovendien een beter calculeerbare en beheerbare schadelast naast minder hoge afhandelingskosten als voordeel. Als(mogelijke) knelpunten voerde hij aan dat verzekeraars de dekking bepalen, bijvoorbeeld geen dekking voor moeilijk objectiveerbare ziekten of strengere causaliteitscriteria, er geen erkenning van de fout is voor de benadeelde  en de causaliteit tussen schade en gebeurtenis een punt van discussie blijft. Ook wees hij erop dat bij een directe verzekering er een wettelijk kader moet komen. De wetgever  zou vanwege genoemde knelpunten met minimum dekkingsregels moeten komen.

Employee benefits

De tweede spreker – Peter Abelskamp van Mercer en voorzitter van brancheorganisatie NVIA   – belichtte de First Party Verzekering vanuit het perspectief van de Employee Benefits. Hij vertelde zijn gehoor dat dit de markt nog meer mogelijkheden biedt dan nu reeds het geval is, onder meer in de preventiesfeer.  Hij riep de markt op tot meer creativiteit en letselschade uit de aansprakelijkheidssfeer te halen. “Wettelijk reikt  de aansprakelijkheid van werkgevers verder dan alleen tijdens werk. Bovendien wil de werkgever beter zorgen dan alleen in het geval van aansprakelijkheid. Goed werkgeverschap is belangrijk en bepaalt mede de aantrekkelijkheid  als werkgever. Kom dus op, de werkgevers willen wel!”

Ook Gijs van Dijck, empirisch-juridisch onderzoeker verbonden aan de Universiteit Maastricht, begon met het aanstippen van de voor- en nadelen van de First Party Verzekering.  Als voordelen van een zogeheten no fault-systeemnoemde hij snellere schikkingen, lagere schikkingskosten en dat er aanspraken mogelijk zijn voor zowel  at fault- als non fault-partijen. Als nadelen wees hij op het aspect van de moral hazard (“minder prikkels voor verzekerden om geen schade te veroorzaken”)en corrective justice:  restricties zijn incompatibel  met fundamentele uitgangspunten van het schadevergoedingsrecht.

De rode draad van zijn presentatie was dat regels vaak anders, en soms zelfs tegenovergesteld, uitpakken dan oorspronkelijk beoogd. Het is onzeker dat een First-Party-verzekering leidt tot een kostenreductie en/of grotere tevredenheid. Op basis van het beschikbare empirisch onderzoek concludeerde hij dat de kostenreductie van een no fault-systeem twijfelachtig is (“het kan ook duurder zijn en het is onzeker hoe de verzekering eruit komt te zien”). Meer mogelijkheden om uitkeringen te betwisten lijken volgens hem te leiden tot hogere kosten en hogere uitkeringen.

Tijdens de  boeiende en levendige afsluiting kregen de aanwezigen via BuzzMaster een groot aantal interessante stellingen voorgelegd rondom het thema First Party Verzekering. Het leidde tot interessante discussies met de inleiders en de aanwezigen, ook onderling. Uit de antwoorden bleek echter dat  op tal van punten WA personenschade-experts en belangenbehartigers nog altijd ver van elkaar afstaan. Voldoende stof tot napraten waar tijdens de afsluitende netwerkborrel en buffet al mee werd begonnen.