Blog Jan van Stigt Thans: Groningen

 

Het is natuurlijk een eufemisme van de bovenste plank om te stellen dat de manier waarop tot dusver is omgegaan met de problematiek in het Groningse aardbevingsgebied niet bepaald de schoonheidsprijs verdient. Na jaren van politiek en juridisch gesteggel is er nog altijd geen echte oplossing voor de ontstane situatie. Tekenend is dat vorige week na de NAM, het CVW  en de Nationale Coördinator Groningen (NCG) vorige week met de ‘Commissie Mijnbouwschade Groningen’ alweer de vierde instantie aan de beurt is om de (aansturing van de) vele aardbevingsschadeclaims in goede banen te leiden. En de kritiek en onvrede groeit met elke nieuwe beving.

Hoewel  het causaal verband met de boringen naar aardgas zelfs voor de grootste criticaster overduidelijk is, is het te gemakkelijk om de schuld  geheel op het bordje van de NAM en de Shell te leggen. Ook de lakse regering/overheid, de niet optimaal functionerende schaderegelingsinstanties, maar zeker ook de opstelling van  belangengroeperingen van getroffen Groningers en een deel van de, soms zeer ruimhartig claimende gedupeerden, zijn hier mede debet aan.

Vooropgesteld, wat de bewoners in het aardbevingsgebied is overkomen, is natuurlijke een ramp en menselijk drama van de eerste orde. Onderzoek van de Rijks Universiteit Groningen heeft uitgewezen dat naast de omvangrijke materiële schade circa 10.000 volwassenen nu al kampen met stressgerelateerde gezondheidsklachten.  Schade die direct of indirect overduidelijk is toe te schrijven aan de bevingen c.q. gasboringen, dient dan ook snel en reëel te worden vergoed.

Wat aan de andere kant in de publiciteit tot dusver sterk onderbelicht blijft, is het grote aantal schadeclaims dat  niet aan de boringen/aardbevingen is toe te schrijven, zoals verzakkingen door het grondwaterpeil en schade door achterstallig onderhoud. Dat hebben de afgelopen jaren experts mij off the record  veelvuldig toevertrouwd. Dat er op een gegeven moment duizenden arbiterzaken lagen, waarvan een groot deel ten nadele van claimant is beslist, bevestigt de onjuistheid van veel claims. Zij vormen daarmee een extra  belasting voor het uitvoerend apparaat en zorgen mede voor vertraging in de afhandeling.

Je kunt je overigens oprecht afvragen of er vanwege  de torenhoog opgelopen emotie en volop aanwezige druk van de publieke opinie een echt objectieve schaderegeling nog wel mogelijk is. Immers, gedupeerden zullen alleen tevreden zijn als zij hun schade (volledig) vergoed krijgen. Elke afwijzing zal breed worden uitgemeten in de media. Ik wens minister Wiebes,  de nieuwe commissie voor de aansturing van de schadeafwikkeling en alle hierdoor in te schakelen schade-experts en andere uitvoerenden dan ook veel wijsheid toe. Ze zullen het hard nodig hebben, al vrees ik dat zij het in de ogen van velen nooit echt goed kunnen doen.