AREPA Inspexx: Helft gebreken elektrische installaties vindt oorsprong in aanleg

PRUTSERS ELEKTRABRANCHE,  kopte vorige week De Telegraaf met de bekende chocoladeletters boven een artikel waarin werd aangegeven dat in ons land installateurs van cv-ketels en elektrische installaties op grote schaal prutswerk afleveren. Hoewel het bericht ‘op z’n Telegraafs’ werd geschreven en opgemaakt, klopt de strekking van het artikel wel degelijk, benadrukken Pieter Benschop en Wilko Lettink, resp. directeur en adviseur bij AREPA Inspexx. “De helft van de gebreken in elektrische installaties vindt zijn oorsprong in de aanleg ervan.”

Zij kunnen er over meepraten, want het gespecialiseerde onafhankelijke inspectiebedrijf op het gebied van elektrische installaties, verricht op jaarbasis zo’n 3.000 à 4.000 inspecties. Daarbij constateren de gespecialiseerde inspecteurs van AREPA Inspexx gemiddeld zo’n tien risicovolle, gevaarlijke gebreken per inspectie. Dat komt alleen voor ons al neer op z’n 30.000 à 40.000 gebreken per jaar. Daarvan is gemiddeld een half tot één gebrek dermate gevaarlijk dat direct actie moet worden ondernomen. Dat moet te denken geven”, verklaart Lettink.

Eén van de oorzaken is dat elektrische installaties enerzijds complexer worden en dat anderzijds het kennisniveau van installateurs afneemt. “Het is overduidelijk dat door niet deugdelijke en slecht onderhouden elektrische installaties er onnodig meer branden ontstaan, maar in welke mate en met welk percentage is lastig aan te geven”, vult Benschop aan, die het in dit verband een slechte zaak noemt dat het werk van installateurs niet door een onafhankelijke instantie worden gekeurd. “Daarnaast vind ik het een gotspe dat de leden van UNETO-VNI slecht werk afleveren en dat vervolgens deze organisatie een flink bedrag aan subsidie vraagt aan de overheid om het kennisniveau van de eigen leden naar een hoger niveau te brengen. Het kennis- en opleidingsniveau had al adequaat moeten zijn.”

De voornaamste oorzaken van gebreken aan elektrische installaties zijn volgens de inspectiespecialisten van AREPA Inspexx ondeskundige aanleg of uitbreidingen, ondeugdelijk of beschadigd elektrisch materiaal, ouderdom, gewijzigd gebruik, achterstallig onderhoud, etc. Volgens Benschop en Lettink bestaat er ook veel onduidelijkheid over welke van de verschillende inspecties wanneer moeten worden uitgevoerd. Zo ziet de VIER-inspectie  van de verzekeringsbranche alleen toe op het brandrisico voor bestaande elektrische installaties, geldt de NEN 1010-inspectie alleen voor nieuwe elektrische installaties en de NEN 3140-inspectie voor bestaande elektrische installaties, waarbij vooral wordt gekeken of wordt voldaan aan de ARBO-eisen.