Sector Transport en Logistiek : vier van de vijf ondernemers ervaart cybercrime, maar 16% heeft cyberverzekering

 

In de logistieke dienstverlening is de informatiebeveiliging beperkt, evenals het bewustzijn hieromtrent bij zowel directie als medewerkers. Daarnaast vormt de screening van het personeel geen standaardprocedure, vraagt het intern beheer van IT-systemen om zorgplicht, ontbreekt het beleid omtrent het gebruik van privé-apparaten en is het gebruik van Windows XP risicovol. Hoewel 80% wel eens te maken heeft  gehad met cybercrime, heeftslechts 16,1% een cyberverzekering gesloten en geeft ruim een derde (35%) aan  niet te weten of een dergelijke poklis  noodzakelijk is voor hun bedrijdf. Dat zijn de belangrijkste conclusies die te trekken zijn  uit het rapport ‘Cybersecurity voor logistieke dienstverleners’  op basis van een onderzoek (de TLN Quick Scan)  bij ondernemers in de logistieke dienstverlening  dat is uitgevoerd in opdracht van ABN AMRO, TLN (Transport Logistiek Nederland) en makelaars en risicoadviseur Aon Risk Solutions. “De sector heeft door haar ketenpositie een speciale verantwoordelijkheid op het gebied van cyberriskmanagement, maar heeft op dit gebied nog een lange weg te gaan.”

Bijna een derde van het MKB in ons land is de afgelopen twee jaar gedupeerd door online criminaliteit; ook de sector Transport en Logistiek wordt steeds vaker geconfronteerd met digitale vormen van criminaliteit, zoals  manipulatie van systemen met vrachtinformatie. Twee vormen van criminaliteit springen er uit: 63% van de ondervraagde ondernemers heeft te maken gehad met malware en 61,6% met phising. Daarnaast is iets meer dan 10% geconfronteerd met ransomware (losgeldverzoeken versleutelen bedrijfsgegevens) en 6,8% met hacking. Andere uitkomsten zijn dat 54% van mening is dat hun bedrijf voldoende is beveiligd tegen cyberrisico’s, geeft 51,6% aan dat er vanuit het management een verantwoordelijks is aangewezen voor cybersecurity, wordt bij iets meer dan de helft van de bedrijven (53,8%) nieuw personeel en/of uitzendkrachten gescreend en mogen alle medewerkers voor hun werk privé-apparaten gebruiken, waarvan bij het overgrote deel (82,1%) zonder dat hiervoor beleid is opgesteld.