Risico voor fietsers laatste tien jaar nauwelijks gedaald: acht keer meer overlijdenskans dan auto-inzittenden

Het risico om als fietser in het verkeer te overlijden is ruim acht keer hoger dan voor een auto-inzittende. Dit risico is de afgelopen tien jaar nauwelijks gedaald. Met 207 verkeersdoden in 2021, maken fietsers maken zo’n 36% uit van het totaal aantal verkeersdoden. 60-plussers vormen een bijna driekwart van de dodelijke en ernstig gewonde fietsslachtoffers. Dit staat in de geactualiseerde SWOV-factsheet over de verkeersveiligheid van fietsers.

Ruim een derde van de verkeersdoden en ruim twee derde van de ernstig verkeersgewonden in Nederland is een fietser. Het overlijdensrisico van fietsers (het aantal verkeersdoden per afgelegde afstand) is ruim acht keer zo hoog als dat van automobilisten, maar ruim drie keer zo laag als dat van gemotoriseerde tweewielers. Bijna driekwart van de dodelijke fietsslachtoffers en ruim de helft van de ernstig gewonde fietsers valt onder mensen van 60 jaar en ouder.

Oorzaken

Fietsongevallen zijn veelal het gevolg van een combinatie van voertuig-, weg- en gedragsfactoren. De fiets is een balansvoertuig waardoor fietsers snel hun evenwicht kunnen verliezen, bijvoorbeeld bij het op- en afstappen of bij oneffen wegdek. Obstakels in de weg en te smalle of gladde fietspaden zijn infrastructurele kenmerken die tot ongevallen kunnen leiden. Het gedrag van fietsers, zoals het fietsen onder invloed, door rood rijden, appen tijdens het fietsen, en het rijden zonder deugdelijke verlichting, kan bijdragen aan het ontstaan van een ongeval. Maar ook het gedrag van de andere verkeersdeelnemers speelt een rol bij het ontstaan van een ongeval.

Een fietser heeft geen bescherming bij een botsing of val, in tegenstelling tot inzittenden van een auto (kooiconstructie en airbags). Daarom zijn fietsers kwetsbare verkeersdeelnemers. Fietsers kunnen zichzelf beschermen door het dragen van een fietshelm. Een fietshelm kan ernstig hersenletsel bij een ongeval in belangrijke mate voorkomen. Maatregelen om de veiligheid van fietsers te verbeteren zijn het in tijd en ruimte scheiden van fietsers van het veel zwaardere en sneller rijdend gemotoriseerde verkeer, het stabieler maken van de fiets door een extra wiel of automatische stuurcorrectie, en het toepassen van geavanceerde veiligheidssystemen bij (vracht)auto’s.


abel 1. Het aantal verkeersdoden onder fietsers naar tegenpartij zoals geregistreerd in BRON en ontwikkelingen over de lange termijn. Bron: IenW.

In 2020 was 68% van de in Nederland door het ziekenhuis geregistreerde ernstig verkeersgewonden een fietser. Het merendeel (83%) van deze fietsslachtoffers raakte ernstig gewond bij een ongeval zonder betrokkenheid van een motorvoertuig; dit zijn fietsers die vallen, of die botsen met een obstakel (bijvoorbeeld een paaltje) of een andere fietser of voetganger. Iets meer dan de helft (53%) van de ernstig gewonde fietsslachtoffers was 60 jaar of ouder 

Waar, wanneer en hoe vallen de meeste fietsslachtoffers?

De meeste fietsdoden vallen na een botsing met een gemotoriseerd voertuig. De meeste ernstig gewonde fietsers vallen bij een ongeval waarbij geen gemotoriseerd voertuig is betrokken. Over de toedracht van fietsongevallen met ernstig verkeersgewonden is niet veel bekend omdat fietsongevallen in Nederland zeer slecht worden geregistreerd, met name als het om een niet-dodelijk ongeval gaat en om ongevallen waarbij geen gemotoriseerd verkeer is betrokken .

Fietsdoden

In 2021 vielen volgens de ongevallenregistratie de meeste (44%) dodelijke fietsslachtoffers na een botsing met een personenauto. Daarnaast vielen relatief veel (19%) dodelijke fietsslachtoffers door enkelvoudige ongevallen. Dit zijn ongevallen waarbij helemaal geen andere verkeersdeelnemer is betrokken; het zijn vaak valpartijen na op- en afstappen of door een botsing met een obstakel (stoeprand, paaltje enzovoort). In tien jaar (2012-2021) is het aandeel verkeersdoden door een enkelvoudig ongeval significant toegenomen met ruim 10% per jaar (zie Tabel 1). Deze langetermijnontwikkeling laat zien dat het aantal doden bij enkelvoudige ongevallen meer is gestegen dan het totaal aantal fietsongevallen.

Bijna drie van de vijf geregistreerde verkeersdoden onder fietsers (58%) komen om binnen de bebouwde kom. Zowel binnen (60%) als buiten de bebouwde kom (55%) overlijdt meer dan de helft op een kruispunt (gegevens 2012-2021; bron: IenW).

Dodelijke fietsslachtoffers zijn vrijwel gelijk verdeeld over de dagen van de week, met iets lagere aandelen in het weekend.Ongeveer de helft van de dodelijke fietsongevallen vindt plaats in de middag (49%) en een derde (33%) in de ochtend

Fietsgewonden

Een betrouwbare uitsplitsing naar bijvoorbeeld locatie, dag van de week en tijd van de dag van ongevallen met ernstig gewonde fietsers is op basis van de beschikbare gegevens niet mogelijk. Wel weten we dat verreweg de meeste fietsers ernstig gewond raken bij een ongeval waarbij geen motorvoertuig is betrokken. In 2020 was dat ruim 80% [. Het gaat dan vooral om enkelvoudige ongevallen, dus ook zonder betrokkenheid van niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers. In een vragenlijstonderzoek onder op de SEH behandelde fietsers in de periode juli 2020 – juni 2021  rapporteerden ruim een kwart (27%) dat het ongeval plaatsvond in de middag (13.30 -15.59 uur) van zowel week- als weekenddagen. Echter, in vergelijking met anderen leeftijdsgroepen, rapporteerden 18- tot 24-jarigen relatief vaak dat het ongeval in de avond (19.00-23.59 uur) of nacht (00.00-05.59 uur) had plaatsgevonden. Meer dan de helft (56%) van de op de SEH behandelde fietsers gaf aan dat het ongeval binnen de bebouwde kom had plaatsgevonden.

Ook in het buitenland raken fietsers vooral gewond in (enkelvoudige) ongevallen zonder gemotoriseerd verkeer. Een internationale meta-analyse  naar enkelvoudige fietsongevallen tot 2013 liet zien dat 60-95% van de fietsgewonden het gevolg is van een enkelvoudig fietsongeval. Een review van studies tot 2019 uit voornamelijk Europese landen liet zien dat het aandeel fietsgewonden als gevolg van een enkelvoudig fietsongeval varieert tussen 52% en 85% [6].

.