Partijen in Kamer verlangen diepgaand onderzoek naar veiligheid kernreactor Petten

 

PvdA, D66, GroenLinks en SP in de Tweede Kamer willen dat de ministers Kamp en Schultz een groot onderzoek starten naar de veiligheid van de kernreactor in Petten. Nadat eerder al berichten verschenen over financiële problemen, maakte de NOS gisteren een document openbaar waarin een nucleair deskundige zijn ernstige zorgen uit over de situatie bij het bedrijf in Petten.Het veilig afvoeren van radioactief materiaal zou te duur zijn, en er zouden als gevolg van conflicten veel medewerkers vertrokken zijn met verstand van installaties, processen en veiligheid.

De NOS meldt verder dat de financiële druk op de exploitant van de kernreactor in Petten veel te groot is. Dat zouden kunnen leiden tot potentieel onveilige situaties en tot spanningen tussen de directie en medewerkers van de exploitant, het nucleaire bedrijf NRG. De ernst van de situatie wordt volgens de NOS bevestigd door meerdere personen uit kringen rond NRG. Bij het bedrijf in het Noord-Hollandse Petten worden medische isotopen gemaakt, waarmee wereldwijd miljoenen kankerpatiënten worden behandeld.

De notitie is opgesteld door een nucleair deskundige, die door NRG was aangetrokken om orde op zaken te stellen. Bij zijn voortijdige vertrek heeft hij de directie van deze notitie op de hoogte gesteld. In het document is sprake van ‘perverse prikkels’ als gevolg van een lening van 82 miljoen euro die het bedrijf moet terugbetalen aan het Rijk. “De lening, de voorwaarden van de lening, en de noodzaak om het geld terug te betalen, versterken de noodzaak om commerciële doelen voorrang te geven. Deze gevolgen zijn fundamenteel onveilig.” Er staat expliciet dat veiligheid binnen NRG niet langer het leidende principe is: “Safety is not our overarching priority.”  De directie van NRG erkent in een reactie dat het bedrijf met financiële problemen kampt, maar ontkent ten stelligste dat dit tot onveilige situaties kan leiden. “Veiligheid staat bij ons altijd voorop”, zegt directeur Thomas Martin.

bron NOS