Onderzoek van UT-hoogleraar toont gevolgen van corona: Kwart minder kankerdiagnoses

Gedurende de corona-pandemie zijn in Nederland wekenlang een kwart minder kankerdiagnoses gesteld. Patiënten gingen niet of later naar de huisarts en kwamen dus ook later in het ziekenhuis terecht. Dat blijkt uit onderzoek van onder anderen hoogleraar Sabine Siesling van de Universiteit Twente. Siesling werkt bij het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) samen met Avinash Dinmohamed, met wie ze de voorlopige cijfers van de kankerdiagnoses uit de pathologiedatabase PALGA inventariseerde.

De onderzoekers noemen de uitkomsten verontrustend. Zo was bij huidkanker een aantal weken sprake van meer dan een halvering van het normale aantal diagnoses. Bij alle andere kankersoorten lag het meer dan een kwart beneden het gebruikelijke aantal.De daling begon in de week na 23 februari. In die week was ook de eerste bevestigde coronabesmetting in Nederland. Het grote verschil tussen huidkanker en de overige vormen van kanker, schrijft Sabine Siesling deels toe aan het feit dat huidkanker niet direct klachten hoeft te geven. 

„Het begint vaak met een verdacht plekje. Als iemand geen klachten heeft, kan de patiënt in coronatijd een bezoek aan de dokter hebben uitgesteld. Uit angst om corona op te lopen of vanuit de gedachte dat de dokters te druk waren met coronapatiënten.”Het dieptepunt van het aantal huidkankerdiagnoses lag rond de eerste week van april toen het aantal diagnoses 39% was van het normale aantal. Voor de andere kankersoorten lag het dieptepunt met 70% van het normale aantal diagnoses iets later. De cijfers zijn gepubliceerd in het hoog aangeschreven tijdschrift Lancet Oncology.

Bron De Stentor/Tubantia