Nederlanders beveiligen hun schuur slecht

De gemiddelde waarde van de spullen die Nederlanders in hun schuur opbergen bedraagt ruim drieduizend euro. Denk aan fietsen, gereedschap en tuinmeubelen. Al met al een aardig bedrag, maar toch geven vier op de tien Nederlanders ruiterlijk toe dat hun berging of schuur slecht is beveiligd. Uit onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken (NIPW) blijkt dat Nederlanders de beveiliging van hun bergruimte met een krap zesje (5,8) beoordelen, terwijl ze de beveiliging van hun huis ruim voldoende noemen (7,2).

Coen Staal, voorzitter van de NIPW, spreekt dan ook van een ‘ondergeschoven kindje’. “Mensen denken vaak dat de ruimte goed is afgesloten, maar vaak is het slot van dusdanige kwaliteit dat kwaadwillenden het binnen een minuutje openbreken.” Staal benadrukt dat veel Nederlanders inmiddels beveiligingsmaatregelen hebben getroffen om woninginbraak te voorkomen. Hij roept op om bergingsruimten diezelfde aandacht te geven. “Zeker als het gaat om bergingen in flats, moet je denken aan goede sloten, dievenklauwen en anti-inbraak trips. Je voorkomt daarmee niet alleen een hoop ellende, je gaat ook echt met een geruster hart slapen.”

Sprake van verbetering

Uit het eerder dit jaar gepubliceerde jaarlijkse NIPW-onderzoek blijkt dat er sprake is van verbetering in de beveiliging van woningen. “Nederlanders denken beter na en nemen maatregelen om inbraak te voorkomen”, aldus het NIPW, volgens wie campagnes voor inbraakpreventie dan ook zin hebben. Van de bijna 95% van de Nederlanders die beveiligingsmaatregelen trof, hebben de meesten hun gedrag aangepast. Zo zegt driekwart beter te letten op het afsluiten van deuren (76%) en ramen (71%), laat de helft de verlichting branden wanneer het donker wordt, ook als er niemand thuis is (50%) en bergen vier op de tien hun spullen beter en/of vaker uit het zicht op (39%). Bijna een derde van de Nederlanders die hun huis hebben beveiligd, gaat een stap verder door betere sloten op deuren (32%) en ramen (30%) te plaatsen. Ook plaatsen de mensen die actie ondernemen dievenklauwen in deuren (27%) en ramen (27%) en afsluitbare grendels op ramen (27%). Vooral 60-plussers troffen deze meer rigoureuze beveiligingsmaatregelen.

Sommige Nederlanders komen in actie omdat zij eerder te maken hebben gehad met inbraak in hun woning. Uit onderzoek blijkt dat ruim 75% van de slachtoffers van een inbraak maatregelen treft om hun huis veiliger te maken. Daarnaast werpen volgens NIPW-voorzitter Coen Staal   campagnes over inbraakpreventie hun vruchten af. Hij wijst erop dat uit onderzoek blijkt dat 86% weleens iets in de media heeft gelezen, gezien of gehoord over inbraakpreventie waarvan NIPW de bron was. Daarnaast heeft 15% aan de hand van die berichten maatregelen getroffen en bijna de helft (53%) zegt daarover na te denken.

Plaats en methode woninginbraken

De stichting Nationale Inbraakpreventie Weken, die wordt ondersteund door het ministerie van Veiligheid en Justitie en het Verbond van Verzekeraars, heeft als doel om woningbezitters bewuster te maken van het belang van inbraakpreventie. De stichting wil graag bijdragen aan een verlaging van het aantal inbraken en inbraakpogingen (van 65.000 naar 60.000) en voert twee keer per jaar actie, in het voor- en in het najaar. Meer informatie is te vinden op www.stichtingnipw.nl. Zoals bijvoorbeeld de resultaten van een onderzoek naar de plaats waar inbrekers de woning binnenkomen en welke methode zij daarbij hanteren.

De voorkeur van het inbrekersgilde gaat uit naar de achterdeur Ruim een derde (36%) van de inbraken vindt daar plaats, gevolgd door de ramen op de benedenverdieping (23%) en de voordeur (21%). Van alle woninginbraken gaat 7% via één van de ramen op de bovenverdieping, 5% via de overige ramen, eenzelfde percentage via de schuifpui en 4% via een dubbele deur. Criminelen verschaffen zich het vaakst toegang tot een woning door het openbreken van de achterdeur (48%) of voordeur (37%) met een koevoet. Op ruime afstand volgen het openen van de deur openen via een raam (12% achterdeur, 18% voordeur), het zogeheten kerntrekken (cilinder uit slot trekken via een speciaal daarin geplaatste schroef; 16% resp. 10%), en ‘flipperen’ (8% resp. 10%).