Mobiliteitsbarometer Interpolis: Nederlanders gebruiken steeds vaker de mobiele telefoon achter het stuur

De mobiele telefoon wordt steeds vaker in het verkeer gebruikt. Waar in 2017 66% van de Nederlanders aangaf dit weleens te doen, is dit inmiddels opgelopen tot 71,5%. Dit komt naar voren uit de Mobiliteitsbarometer van verzekeraar Interpolis, uitgevoerd door SWOV. Gekeken naar automobilisten maakt 70% gebruik van de mobiele telefoon achter het stuur. Opvallend is dat het aantal personen dat foto’s maakt, iets opzoekt of zelfs een game speelt achter het stuur is toegenomen ten opzichte van de eerste meting vier jaar geleden.  

De verzekeraar vreest dat als er nu geen actie ondernomen wordt, jongere generaties het heel normaal vinden om de telefoon in het verkeer te gebruiken en het aantal verkeersongevallen alleen maar toeneemt. Het gebruik van de mobiele telefoon in het verkeer is hoog onder zowel volwassenen als jongeren (12 tot en met 17 jaar).
Vooral zorgen over jongeren
Opvallend is dat 85% van de jongeren de mobiele telefoon in het verkeer gebruikt. Dr. Patty Jansen, gedragswetenschapper bij Interpolis: “We zien dat 88% van de jongeren de mobiele telefoon uit gewoonte gebruikt. Het is automatisch gedrag geworden. In deze leeftijdsgroep is daarbij de sociale norm een belangrijke voorspeller voor dit gedrag. Als jongeren denken dat hun sociale omgeving positief staat tegenover mobiel gebruik in het verkeer en als jongeren denken dat anderen de mobiele telefoon vaak gebruiken in het verkeer, doen zij dit zelf ook vaker.”  

Actie nodig om verkeersslachtoffers te voorkomen
Interpolis zet zich al jaren in voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. De verzekeraar zoekt continu naar slimme manieren om afleiding in het verkeer bij risicogroepen zoals jongeren, autobestuurders en senioren te verminderen. Aan de hand van wetenschappelijk onderzoek zet zij zich in om bewustwording en veilig verkeersgedrag te stimuleren.  

Jansen waarschuwt voor de gevaren van het toenemende gebruik van de mobiele telefoon in het verkeer: “We moeten het telefoongebruik in het verkeer niet normaal gaan vinden. Trekken we de lijn van de afgelopen jaren door, dan betekent dit dat mensen steeds vaker hun mobiele telefoon in het verkeer gaan gebruiken. Dat zorgt dan mogelijk voor nog meer verkeersongevallen. Om dit te veranderen, ligt er een taak bij ons als verzekeraar om bewustwording te creëren en te zoeken naar slimme oplossingen om afleiding in het verkeer tegen te gaan en de verkeersveiligheid te verhogen. Zowel onder jongeren als volwassenen. Deze taak ligt daarom ook bij scholen, werkgevers, maatschappelijke organisaties en ouders. We weten bijvoorbeeld dat hoe vaker ouders hun mobiele telefoon gebruiken in het verkeer, hoe vaker hun kinderen dit ook doen. Het is aan ons samen om het niet normaal te laten zijn dat we onze telefoon gebruiken als we deelnemen aan het verkeer.”    

Machine-industrie in Nederland blijft groeien
Door een gestage groei van de machine-industrie in deze eeuw behoort deze bedrijfstak inmiddels tot de grootsten binnen de industrie van Nederland wat betreft toevoegde waarde. Terwijl de aandelen van de andere industriële branches tussen 1995 en 2021 gelijk bleven of afnamen, is het aandeel van de machine-industrie gestegen van 6,4% naar 17,2% van de totale toegevoegde waarde van de industrie. Hierdoor is de machine-industrie nagenoeg even groot geworden als de twee traditioneel grootste onderdelen in de Nederlandse industrie, voeding en chemie. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

De toegevoegde waarde van de totale industrie was in 2021 93,4 miljard euro, waar dit in 1995 nog 50,6 miljard was. De machine-industrie is in die tijd gestegen van 3,2 miljard naar 16,1 miljard euro. De toegevoegde waarde van zowel de elektrische en elektronische industrie als de hout, papier- en grafische industrie zag geen vergelijkbare stijging. Hierdoor nam het aandeel van deze branches in de totale industrie af, van respectievelijk 11,8% naar 8,4% en 8,8% naar 5,1%. 

Steeds meer banen in de machine-industrie, formaat bedrijven groeit
De werkgelegenheid binnen de machine-industrie groeide mee met de stijging in toegevoegde waarde van 73,500 banen in 2010 naar 91,400 banen in december 2020. Grote bedrijven (met 100 werkzame personen of meer) omvatten een steeds groter aandeel in de werkgelegenheid. In 2010 werkten 38,900 mensen oftewel 52,9% van alle werknemers in de machine-industrie bij een dergelijk groot bedrijf. In 2020 is dit aandeel opgelopen tot 64,1% (58,600). De groei zat grotendeels bij bedrijven in de machine-industrie met meer dan 500 werknemers. Dit aandeel groeide van 16,6% in 2010 naar 24,2% in 2020. In de rest van de industrie was het aandeel van bedrijven met meer dan 500 werknemers in 2010 groter (32,9%). In 2020 is dit echter juist afgenomen naar 29,3%. 

Ook uitzendbureaus profiteren van groei machine-industrie

Ook andere bedrijfstakken profiteren van de groei van de machine-industrie. Opvallend is de toelevering van uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling aan de machine-industrie, die in 2020 een productiewaarde van 816 miljoen euro vertegenwoordigde. Andere belangrijke toeleveranciers zijn andere branches uit de sector industrie en holdings en managementadviesbureaus. Uit de grote vraag naar uitzendkrachten blijkt nogmaals het positieve effect van de groeiende machine-industrie op de werkgelegenheid. De totale waarde van alle gebruikte goederen en diensten uit het binnenland bedroeg 9,4 miljard in 2020, wat iets minder is dan de waarde van de ingevoerde goederen en diensten (10,2 miljard) door de machine-industrie. 

Machine-industrie investeert relatief veel in onderzoek en ontwikkeling 
De machine-industrie is ook op het gebied van investeringen in Research and Development (R&D) relatief sterker gegroeid dan de andere industriële branches. In 2013 was de machine-industrie nog verantwoordelijk voor 28,6 procent van de totale uitgaven aan R&D door de industriële sector. In 2019 was dit gegroeid naar 37% oftewel 2,2 miljard euro. Dit komt neer op bijna een vijfde deel (18,4%) van de R&D uitgaven van bedrijven.