Miljoenen voor onderzoek naar door muggen verspreide infectieziekten

Er komt een groot vijfjarig onderzoek naar de verspreiding van infectieziekten door muggen en andere insecten. Door onder meer klimaatverandering en globalisering worden uitbraken van allerlei infectieziekten die overgebracht worden door muggen in Nederland steeds waarschijnlijker. Dat geldt ook voor tropische infectieziekten die langzamerhand vaker opduiken in Europa.

Een team onderzoekers van het Erasmus MC en andere wetenschappelijke instellingen kan aan de slag dankzij 9 miljoen euro subsidie dat door de NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) wordt gegeven vanuit de Nationale Wetenschapsagenda van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deelnemende wetenschappelijke instellingen geven nog eens 1 miljoen euro. 25 promovendi van verschillende wetenschappelijke achtergrond gaan zich bezighouden met vier verschijnselen die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van zulke uitbraken.

Risico’s op uitbraken voorspellen

Ze gaan veranderingen bestuderen in het klimaat, in het watermanagement, in landbouwmethoden en in internationaal verkeer en risico’s die samenhangen met de import van handelsgoederen.

“Het ultieme doel is dat we kunnen voorspellen wanneer de condities zodanig zijn dat we uitbraken van infectieziekten kunnen verwachten”, zegt Marion Koopmans. Zij is hoofd virologie bij het Erasmus MC in Rotterdam en wetenschappelijk directeur bij het Netherlands Centre for One Health. Nu vindt onderzoek meestal pas plaats als er ergens een infectieziekte is uitgebroken, achteraf dus. Het onderzoek moet ook leiden tot maatregelen die ons beter voorbereiden op uitbraken.

De onderzoekers zoeken ook samenwerking met burgers en scholieren. Die werken nu soms mee aan het verzamelen van onderzoeksgegevens over vogels, muggen en water. Verder gebruiken ze apps als ‘GGD reist mee’. Die app van de GGD waarschuwt reizigers naar een bepaald land voor gezondheids- en veiligheidsrisico’s daar.

Apps kunnen ook ingezet worden om gegevens te verzamelen. Dat gebeurt met de ZIEKA-Monitor waarmee het RIVM en het UMC Utrecht informatie binnenhalen van reizigers die naar tropische gebieden reizen waar infectieziekten voorkomen die door muggen overgebracht worden.

Veranderingen in het wereldwijde ecosysteem waardoor uitbraken van infectieziekten zich eerder kunnen voordoen

Infectieziekten duiken wereldwijd weer steeds vaker op bij mens én dier. Klimaatverandering speelt daarbij een belangrijke rol, “maar er vinden ook andere veranderingen plaats”, zegt Koopmans. “We hebben steeds meer mensen, we reizen veel en er is veel internationale handel. Er zijn dus allerlei factoren waardoor de kans op uitbraken toeneemt.” Ook de grote dichtheid aan (pluim-)vee in Nederland speelt mee.

Uitbraken in vakantielanden

Verder verplaatsten typisch tropische infectieziekten zoals chikungunya, knokkelkoorts (dengue), zandmuggenziekte (leishmaniasis) en door teken overgebrachte hersenvliesontsteking (TBE) zich vanuit de tropen langzaam naar streken met een milder klimaat. De (tijger)muggen en teken die die ziekten overbrengen, gedijen steeds beter in gebieden – bijvoorbeeld rond de Middellandse Zee – waar ze tot voor kort niet of nauwelijks voorkwamen.

Populaire vakantielanden als Italië, Frankrijk en Griekenland hebben de laatste tien jaar allemaal te maken gehad met grotere of kleinere uitbraken van tropische infectieziekten. In Suriname en op Curaçao en de andere Antilliaanse eilanden komen ziekten als dengue en chikungunya ook voor. In Nederland brengen reizigers af en toe dergelijke ziekten mee uit die landen. Dat gebeurde ook toen het Zika-virus huishield in Zuid- en Midden-Amerika.

Maar ook de inheemse mug kan als de omstandigheden geschikt zijn tropische infectieziekten overbrengen. Dat gebeurde recent bijvoorbeeld met het usutu-virus waaraan merels massaal stierven.

Het onderzoeksproject wordt gecoördineerd door het Netherlands Centre for One Health, een samenwerkingsverband van negen academische onderzoeksinstituten. Naast het Erasmus MC doen het RIVM, de NVWA, de bloedbanken in Nederland en het Caribisch gebied, de universiteiten van Utrecht, Leiden en Wageningen, de UMC’s in Leiden, Nijmegen en Utrecht, Avans hogescholen en het Netherlands Institute of Ecology mee aan het project.

Bron NOS