Meeste ongevallen met verzuim bij transport- en logistieke beroepen

In 2021 had 2,8% van de werknemers in transport- en logistieke beroepen, zoals vrachtwagenchauffeurs en bedieners van mobiele machines, een arbeidsongeval met verzuim. Gemiddeld voor alle werknemers lag dit op 1,3%. Bijna een op de vijf werknemers met een arbeidsongeval noemde psychische overbelasting, bijvoorbeeld door intimidatie of stress, als belangrijkste oorzaak. Dat meldt het CBS op basis van een onderzoek naar arbeidsongevallen onder werknemers.

In 2021 hadden 196.000 werknemers (15 tot 75 jaar) een ongeval tijdens het werk, wat bij 100.000 werknemers leidde tot één of meerdere dagen verzuim. Naast werknemers in transport- en logistieke beroepen, was het percentage werknemers met een arbeidsongeval met minstens een dag verzuim ook relatief hoog onder werknemers met een technisch (2,5%) of agrarisch beroep (2,2%). Bij de technische beroepen ging het onder andere om timmerlieden en productiemachinebedieners. Met 0,4% was het verzuim als gevolg van een ongeval op de werkvloer het laagst onder ICT’ers.

Het hogere ongevalspercentage onder werknemers in technische beroepen hangt onder meer samen met lawaai in de werkomgeving, en met het fysiek belastende werk. Werknemers in transportberoepen hebben niet alleen lichamelijk zwaar werk, ze werken ook relatief vaak in ploegendiensten, en hebben minder te zeggen over de manier waarop ze werken.

Psychische overbelasting vaakst genoemd als oorzaak arbeidsongeval

Volgens 19% van de werknemers die in 2021 minstens een dag verzuimden als gevolg van een arbeidsongeval, was psychische overbelasting bij het meest recente ongeval de belangrijkste oorzaak. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om intimidatie of stress. Van alle werknemers met psychische overbelasting werkte de grootste groep in een zorg- of welzijnsberoep. Bij de meeste ongevallen op de werkplek was er echter een andere oorzaak. Zo noemden werknemers als oorzaak van een ongeval met verzuim ook relatief vaak uitglijden, struikelen of een andere val (15%), en fysieke overbelasting, zoals zwaar tillen of het maken van een verkeerde beweging (14%).

Minder arbeidsongevallen tijdens coronajaren

Voor de uitbraak van de coronapandemie lag het aandeel werknemers met een ongeval tijdens het werk tussen 3,0 en 3,4%. In het eerste coronajaar (2020) nam dit af tot 2,5%. Ondanks een lichte toename in 2021 (tot 2,6%), bleef het niveau van arbeidsongevallen nog onder dat van voor corona. Ook het percentage werknemers dat ten minste een dag verzuimde door een arbeidsongeval was in 2021 met 1,3 nog altijd lager dan voor 2020.

Derde minder transacties op markt nieuwbouwkoopwoningen

In het derde kwartaal van 2022 zijn ruim een derde minder nieuwbouwkoopwoningen verkocht dan een jaar eerder. Dit is de grootste daling sinds de start van de meting in 2015. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS, het Kadaster en Eurostat. Er werden ruim 50.000 bestaande koopwoningen verkocht, een daling van 6,4% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Deze daling is kleiner dan in het tweede kwartaal van 2022 (10,2%). Bij de nieuwbouwwoningen ging het om ruim 5.000 transacties, 33,9% minder. In totaal zijn er in het derde kwartaal 9,9% minder woningen verkocht. Dit is het zesde kwartaal op rij dat er minder woningen zijn verkocht dan een jaar eerder.

Prijzen nieuwbouwkoopwoningen 13,7 procent hoger

In het derde kwartaal van 2022 was de prijs van een nieuwbouwkoopwoning gemiddeld 13,7% hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Hiermee kwam de gemiddelde verkoopprijs van een nieuwbouwkoopwoning uit op bijna 474.000 euro. Dit is lager dan het tweede kwartaal, toen bedroeg de gemiddelde prijs voor het eerst meer dan een half miljoen euro.

De prijs van een bestaande koopwoning was gemiddeld 11,9% hoger dan een jaar eerder. De prijsstijging vlakte voor het tweede kwartaal op rij af. In het voorgaande kwartaal was de prijs gemiddeld 18,4% hoger dan een jaar eerder.

In elf EU-landen stijgen prijzen harder

De huizenprijzen waren in het derde kwartaal van 2022 12,2% hoger dan een jaar eerder. Daarmee staat Nederland op de twaalfde plaats van landen met de grootste stijging van de huizenprijzen in de Europese Unie; vorig kwartaal was dit nog de vijfde plek.

Gemiddeld zijn de huizenprijzen in de Europese Unie in het derde kwartaal van 2022 gestegen met ruim 7%. De grootste stijgingen zijn in Estland (24,2%), Hongarije (21,0%) en Litouwen (19,3%). Denemarken was het enige land waar de huizenprijzen daalden, met 2,4%.In de huizenprijsindex zijn de transactieprijzen van zowel nieuwbouw- als bestaande koopwoningen meegenomen.