Meer luchtwegklachten bij omwonenden veehouderijen

 

Mensen die dicht in de buurt van een veehouderij wonen hebben meer luchtwegklachten, zoals hoesten en een piepende adem. De longfunctie van omwonenden in een gebied met veel koeien, kippen en varkens neemt namelijk met twee tot vijf procent af. Ook komen er tien procent meer longontstekingen voor in de omgeving van pluimvee. Dat zijn enkele uitkomsten van het driejarig onderzoek van het RIVM, Universiteit Utrecht (IRAS), Wageningen UR en NIVEL waaraan 2.500 omwonenden uit Noord-Brabant en Limburg hebben meegedaan. De verminderde longfunctie is vooral te zien bij mensen die binnen één kilometer wonen van vijftien of meer bedrijven. Het is volgens de onderzoekers het meest waarschijnlijk dat deze verandering veroorzaakt wordt door de blootstelling aan stoffen afkomstig uit de veehouderij.

“Naast de uitstoot van fijnstof baart de ammoniakuitstoot in de landbouw ons veel zorgen”, zegt onderzoeksleider Dick Heederik van het IRAS. “Op dagen met veel ammoniakuitstoot, bijvoorbeeld na het uitrijden van mest, hebben mensen ook een lagere longfunctie, blijkt uit ons onderzoek. De ammoniakuitstoot is niet alleen een probleem voor mensen die in de buurt van een veehouderij wonen. Ammoniak reageert in de lucht met stikstofdioxiden uit het verkeer en de industrie, waarbij stofdeeltjes worden gevormd die zich honderden kilometers verplaatsen. “Die stofdeeltjes verspreiden zich over het hele land, dus je kunt de gezondheidseffecten eigenlijk overal verwachten, ook in steden”, zegt Heederik.

 

Uit het onderzoek komt ook positief nieuws: astma en allergieën komen minder vaak voor bij mensen die in de buurt van veehouderijen wonen. “Het was al bekend dat deze aandoeningen minder vaak optreden bij mensen die op een boerderij opgroeien, maar uit het onderzoek blijkt dat dit ook geldt voor mensen die in de omgeving wonen”, aldus de onderzoekers.

Reactie LTO moet uitstoot fijnstof

“Voor de veehouderij ligt er de serieuze opdracht om de fijnstof die we uitstoten te verminderen tot een niveau dat we geen probleem zijn voor de omgeving. Wij zijn absoluut verantwoordelijk voor het stuk dat wij bijdragen aan de problematiek”, zegt Toon van Hoof van LTO Nederland, die daarmee reageert op het onderzoek van het RIVM, Universiteit Utrecht (IRAS), Wageningen UR en NIVEL. Eén van de zaken die de onderzoekers zorgen baart is de uitstoot van fijnstof in de landbouw. “Dat kunnen we bijvoorbeeld verminderen door de stallen aan te passen door nieuwe technieken toe te passen. “We hebben op een aantal plekken reducties gezien van 90 tot 95%  procent met bepaalde technieken”, benadrukt Van Hoof, volgens wie  vermindering van het aantal dieren een oplossing is voor het probleem.  “Dat zou een politieke keuze kunnen zijn, maar met technieken zal je uiteindelijk de uitstoot veel meer verminderen dan wanneer je 10 tot 15% minder dieren zal houden. Schaalverkleining is volgens ons niet de oplossing.”