Meer dan de helft van alle sterfgevallen in 2019 het gevolg van kanker of hart- en vaatziekten

In 2019 overleden 151.885 inwoners van Nederland, bijna 1.500 minder dan in 2018. De meeste mensen stierven aan kanker of hart- en vaatziekten; 45.000 (29,6%) aan kanker en ruim 37.000 (24,6%) aan hart- en vaatziekten. Meer dan drie kwart (78,3%) van de overledenen was 70 jaar of ouder. Er stierven relatief net iets meer vrouwen (51%) dan mannen (49%). Dit blijkt uit de voorlopige cijfers over doodsoorzaken in 2019 die het CBS heeft gepubliceerd.

Longkanker blijft het meest voorkomende type kanker; bijna 22% (meer dan 10.000) van alle mensen die overleden aan kanker stierf aan longkanker. Daarnaast was van bijna 3,700 mensen kanker van lymfatisch of bloedvormend weefsel de doodsoorzaak en ruim 3,500 mensen stierven aan dikkedarmkanker.

Kwart minder mensen overlijden aan hart- en vaatziekten dan in 1970

Het aantal mensen dat overlijdt aan hart- en vaatziekten is in de afgelopen vijftig jaar met een kwart afgenomen, van bijna 50.000 overledenen in 1970 tot ruim 37.000 in 2019. De afname is bij mannen groter (33%) dan bij vrouwen (15%).

Het aantal overledenen aan kanker is in dezelfde periode gestaag toegenomen, van ruim 25.000 sterfgevallen in 1970 tot 45.000 in 2019. Bij vrouwen is het aantal overledenen aan kanker meer toegenomen dan bij mannen (90% tegen 68%) Sinds 2005 overlijden meer mannen aan kanker dan aan hart- en vaatziekten, bij vrouwen is dit sinds 2016 het geval.

Relatief juist minder kankersterfte Hoewel absoluut gezien het aantal sterfgevallen aan kanker jaarlijks toeneemt, neemt relatief gezien de sterfte aan kanker af. Als rekening wordt gehouden met de bevolkingsgroei en de vergrijzing, is de sterfte aan kanker sinds eind jaren tachtig aan het dalen. Bij mannen is de daling het grootst, bij vrouwen is deze gering, vooral door de toename van sterfte aan longkanker. De gestandaardiseerde sterfte aan hart- en vaatziekten per 100.000 mensen daalt al vanaf begin jaren zeventig