KPMG: Maakindustrie bezorgd om verstoringen in toeleveringsketen

Ondernemingen in de maakindustrie maken zich zorgen over mogelijke verstoringen in de toeleveringsketen. Nu de bedrijven in de sector zich voor toekomstige groei in toenemende mate richten op nieuwe markten en het ontwikkelen van nieuwe producten vormt, is het van groot belang dat ook de toeleveringsketen deze groei aankan. Uit de Global Manufacturing Outlook 2016 van KPMG blijkt dat de wereldwijde maakindustrie zich in toenemende mate zorgen, maakt over de stabiliteit van de keten.

Bijna 40% van de bedrijven in de sector ziet een verstoring van de keten als één van de belangrijkste risico’s voor de continuïteit van de onderneming. Slechts 13% geeft aan dat zij een compleet beeld heeft van alle leveranciers in de keten. Zo’n 40% heeft een volledig zicht op alle Tier leveranciers en voor een deel op de Tier 2 leveranciers. Ruim 40% van de onderzochte bedrijven geeft aan dat het beeld van de leveranciers in de keten beperkt is of geheel ontbreekt.

Meer grip dieper in de keten
“De beste manier om het risico op verstoring in de keten te reduceren is om meer zichtbaarheid te krijgen en meer grip dieper in de keten”, zegt Ricardo Tülkens, partner bij KPMG en sectorleider Industrial Manufacturing. “Het feit dat relatief zo weinig bedrijven een compleet beeld hebben, betekent dat nog flinke stappen gezet moeten worden. Vooral door bedrijven die de ambitie hebben om nieuwe internationale markten te betreden, waar de toeleveringsketen nog niet echt op de proef is gesteld”, aldus Tülkens, volgens wie de meeste bedrijven dan ook aangeven dat zij de komende twee jaar fundamentele verbeteringen willen aanbrengen in de keten.

“ Daarbij willen zij vooral gebruik maken van analyses van de keten, demand planning en cost-to-serve oplossingen en een betere afstemming van de toeleveringsketen op de strategie van de onderneming. Wij zien echter grote verschillen tussen branches. Bedrijven in de automobiel- en de metaalsector richten zich meer op cost-to-serve oplossingen, waarbij inzichtelijk wordt wat een order echt kost en welke kosten gemaakt worden om een klant te bedienen. Conglomeraten daarentegen richten zich meer op demand planning en beter in lijn brengen van de toeleveringsketen met de strategie.

‘Digitale’ fabriek
Uit het onderzoek van KPMG blijkt verder dat de bedrijven in de sector de digitalisering in toenemende mate omarmen. Tülkens: “Steeds meer ondernemingen houden zich niet alleen bezig met nieuwe technologische toepassingen die op de klant gericht zijn. Ook binnen hun productieprocessen maken de bedrijven meer en meer gebruik van nieuwe technologieën. Zo geeft 25% aan dat zij investeren in 3D printing, artificial intelligence en cognitieve computertechnologieën. En ook het gebruik van robottechnologie op de werkvloer zal de komende tijd een enorme vlucht nemen. Bijna 40% van de bedrijven geeft aan dat zij de komende twee jaar een groot deel van hun R&D-investeringen zullen besteden aan de ontwikkeling van robottechnologie.”

Voor de bedrijven in de sector is het volgens hem essentieel dat zij hun voordeel doen met deze technologische ontwikkelingen. “ Vooral omdat zij hiermee de efficiency kunnen verbeteren, de kosten kunnen verlagen en de veiligheid van hun producten kunnen vergoten. Bovendien stellen investeringen in nieuwe technologieën de bedrijven in staat flexibeler te opereren en nieuwe producten en diensten veel sneller in de markt te zetten. Bij het maken van prototypes bijvoorbeeld zetten veel fabrikanten nu 3D printing in en zijn zij veel minder tijd kwijt dan bij het traditionele proces waarbij dagen lang gesleuteld werd aan het ontwikkelen van een model.”