Kabinet wil aantal onderzoeken naar cybercriminaliteit verdubbelen

Het kabinet wil cybercriminaliteit intensiever gaan bestrijden. Daartoe wil het o.a. net wil meer onderzoek doen naar cybercrime. Het aantal onderzoeken gaat omhoog naar 360 in 2018 (nu 156). Hieronder vallen 50 complexe onderzoeken. Daarom wil het kabinet volgend jaar 5 miljoen euro uittrekken om online misdaad te bestrijden. Vanaf 2018 moet dat bedrag structureel omhoog gaan naar 14 miljoen euro.Dat geld wordt onder meer gebruikt om de capaciteit van het Nationaal Detectie Centrum uit te breiden en om te investeren in het Team High Tech Crime van de politie.

 

Ook moeten politie en justitie meer bevoegdheden krijgen om cybercrime aan te pakken.en wil het kabinet dat de politie zich vaker gaat richten op forensische opsporing in de digitale wereld. Daarvoor worden meer hoogopgeleide specialisten aangenomen. Zij moeten oplichting, fraude en criminaliteit op internet opsporen. Dit staat in de begroting van het ministerie van VenJ voor 2017. Het gaat om voorgenomen beleid. Dit betekent dat de Eerste en Tweede Kamer de plannen van het kabinet nog moeten goedkeuren.

De overheid krijgt meer bevoegdheden om cybercrime aan te pakken. Zo is er een wetsvoorstel voor de bestrijding van cybercrime in de maak. Het wetsvoorstel moet politie en justitie de volgende mogelijkheden geven:

  • helers van (digitale) gegevens arresteren;
  • op afstand onderzoek laten doen in computers van criminelen of hierin binnendringen;
  • gegevens overnemen of ontoegankelijk maken (bijvoorbeeld kinderporno of e-mailberichten met informatie over misdrijven)

 

Hogere straffen

Per 1 juli 2015 gelden hogere straffen voor cybercriminaliteit; de Wet voor de implementatie van een Europese richtlijn over aanvallen op informatiesystemen ging in. Het gaat om de volgende straffen:

  • Criminelen die computergegevens vernielen, kunnen een gevangenisstraf van maximaal 2 jaar krijgen. Dat was 1 jaar;
  • Personen die computersystemen ontoegankelijk maken, kunnen ook een gevangenisstraf van maximaal 2 jaar krijgen. Bijvoorbeeld als zij aan wachtwoorden sleutelen of computers bestoken met spam zodat de boel vastloopt;
  • Computercriminelen die strafbare feiten plegen met een zogehetenbotnet, kunnen maximaal 3 jaar gevangenisstraf krijgen;
  • Brengt een computerdelict ernstige schade toe of richt het zich tegen een vitale infrastructuur? Dan wordt de maximale gevangenisstraf 5 jaar. Voorbeelden van vitale infrastructuren zijn een overheidsnetwerk of energiecentrale.

Meldplicht bij ICT-inbreuken

Organisaties in de zogenaamde vitale sectoren moeten in de toekomst verplicht melding maken van digitale veiligheidsincidenten (ICT-inbreuken). Dit staat in een wetsvoorstel gegevensverwerking en meldplicht cybersecurity van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Het gaat om organisaties in de volgende sectoren:

  • elektriciteit, gas, drinkwater, telecom, keren en beheren oppervlaktewater;
  • transport (mainports Rotterdam en Schiphol), financiën, (rijks)overheid.

Komen door de ICT-inbreuk de de beschikbaarheid of betrouwbaarheid van de producten of diensten in gevaar? Dan moeten organisaties de ICT-inbreuk melden bij het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Door de wettelijke meldplicht van ICT-inbreuken kan het NCSC de risico’s voor de samenleving inschatten. Het NCSC kan dan hulp verlenen aan de getroffen organisatie. Daarnaast kan het NCSC hierdoor andere organisaties in de vitale sectoren zo nodig waarschuwen en adviseren.