De recherche is zo veel capaciteit kwijt aan incidenten dat de aanpak van georganiseerde criminaliteit en ondermijning beperkt van de grond komt. Daarnaast werken de diverse onderdelen die zich met opsporing bezighouden niet als één organisatie en is een variëteit aan werkwijzen ontstaan. In haar Periodiek Beeld Opsporing roept de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) de politie op samen met het Openbaar Ministerie (OM) haar opsporing verder te ontwikkelen en te versterken.
Opsporing is nu in belangrijke mate incidentgestuurd en lokaal bepaald. De politie wil echter ook structureel aandacht geven aan het bestrijden van ondermijning en georganiseerde criminaliteit. Inmiddels heeft de politie diverse verbetermaatregelen getroffen maar de uitkomsten hiervan zullen pas later zichtbaar worden.
Opsporingstaak
Opsporing ─ recherchewerk ─ is een van de drie hoofdtaken van de politie, naast handhaving en hulpverlening. De Inspectie JenV onderzocht op vier terreinen hoe de politie haar opsporingstaak uitvoert: ‘Selectie en toewijzing in de opsporing’, ’Intelligence in de opsporing, ‘Jaarbeeld Politieonderwijs 2018’ en ‘Besturing van de opsporing’. Deze onderzoeken vormen de grondslag voor het Periodiek Beeld Opsporing.
De nationale politie heeft onder meer als uitgangspunt vastgelegd dat ze één organisatie wil zijn waarbinnen verschillende onderdelen goed samenwerken. Een ander uitgangspunt is dat de informatieorganisatie (medewerkers die voor de recherche informatie vergaren en analyseren) verbonden is met alle afdelingen binnen de politie. Binnen het korps dienen verder heldere sturingslijnen te zijn en moet duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor inzet en optreden van de medewerkers. Deze uitgangspunten heeft de politie niet of slechts ten dele waargemaakt.
Eerder maakte de Inspectie JenV al bekend dat er te weinig verbetering zat in
het opsporingsonderwijs. Er is te weinig geïnvesteerd in de
opsporingsopleidingen waardoor het gros niet voldoet aan de behoefte bij de
agenten.
Betere samenwerking
De korpsleiding moet bepalen wat zij nodig heeft om de dieper gelegen problemen
van criminaliteit aan te pakken. Met het OM dient zij af te stemmen dat de
opsporingscapaciteit beter wordt ingezet zodat bijvoorbeeld meer rechercheurs
zich met georganiseerde criminaliteit bezig kunnen houden. De korpsleiding moet
de informatieorganisatie versterken zodat zij hun landelijke, regionale en
lokale recherche-collega’s kan adviseren. Nu richt ze zich vooral op de
regionale recherche en minder op de andere onderdelen. Ook moet de politie werk
maken van haar eigen leren, stelt de Inspectie. Nu evalueert zij haar praktijk
beperkt waardoor ze te weinig van haar ervaringen leert.
De Politieacademie krijgt het advies ervoor te zorgen dat de
opsporingsopleidingen beter aansluiten bij de behoefte. Zij moet beter
samenwerken met de recherche en de informatieorganisatie. De Inspectie JenV
beveelt de minister van Justitie en Veiligheid aan heldere afspraken te maken
met de politie over te behalen resultaten en te bezien of de ingezette
verbeteringen toereikend zijn.