CBS inventariseert jarenlange ontwikkeling criminaliteit: ‘Het mysterie van de verdwenen criminaliteit’

 

Nadat het in de tweede helft van de vorige eeuw het aantal misdrijven per 1.000 inwoners explosief is gestegen van 10 naar meer dan 90, daalt de geregistreerde criminaliteit in Nederland sinds het begin van deze eeuw. Op het hoogtepunt, in 2001 en 2002, registreerde de politie voor elke duizend inwoners 93 misdrijven. In 2017 ging het nog maar om 49 misdrijven per duizend inwoners Daar is het aantal misdrijven weer terug op het niveau van de jaren 80, zo blijkt onderzoeksrapport ‘Het mysterie van de verdwenen criminaliteit’, waarin het CBS  de lange termijn -ontwikkelingen in de criminaliteit over vele tientallen jaren in kaart heeft gebracht.

Hoewel volgens CBS-onderzoeker Maarten Bloem hierbij zeker een rol speelt dat veel mensen geen aangifte doet van een misdrijf dat hen is overgekomen, is hij van mening dat zowel het aantal gevallen van moord en doodslag als van diefstal, vandalisme en geweld, een trend die volgens hem ook in andere landen in Noordwest-Europa waarneembaar is. De gesignaleerde daling in de aangiftebereidheid tussen 2005 en 2015 is minder sterk dan de totale daling van de geregistreerde criminaliteit (29%). “De daling in de geregistreerde criminaliteit kan dus niet volledig worden verklaard door een verminderde bereidheid om aangifte te doen. Daarnaast blijkt dat ook de ontwikkelingen in het slachtofferschap van criminaliteit wijzen op een daadwerkelijke daling van de criminaliteit”, aldus het rapport.

Naast de criminaliteit die burgers treft is er ook nog georganiseerde criminaliteit die geen directe slachtoffers maakt en criminaliteit tegen bedrijven. Van beide soorten van criminaliteit zijn geen lang lopende cijferreeksen beschikbaar. Bij de georganiseerde criminaliteit is het niet mogelijk om de daadwerkelijke omvang vast te stellen. Ook is er maar in beperkte mate en op verschillende manieren vragenlijstonderzoek gedaan onder bedrijven, waardoor het niet mogelijk is de resultaten over een langere periode te vergelijken.

 

 Burgers en bedrijven investeerden in preventie

De belangrijkste ontwikkeling in de afname van de geregistreerde criminaliteit is dat burgers, bedrijven en overheid meer bereid zijn om te investeren in preventieve maatregelen. Van sloten op deuren en ramen tot extra beveiligers en overheidsvoorschriften voor inbraakbeveiliging in nieuwbouw, zoals buitenverlichting, alarminstallaties en rolluiken.  Ook bij auto’s werd vanaf de jaren negentig steeds vaker een startonderbreker of alarminstallatie aangebracht. Dat gebeurde tegelijkertijd in andere landen en wordt ook daar in verband gebracht met de afname van het aantal autodiefstallen Tussen 1996 en 2004 steeg het aandeel autogebruikers dat een auto met startonderbreker of alarminstallatie had van een tiende naar ruim de helft.

Het aantal werkzame personen in de particuliere beveiligingsbranche steeg tussen 1980 en 2009 van 10.000 naar 32.000en bleef daarna ongeveer gelijk. Daarmee is deze sector sneller gegroeid dan het aantal politieagenten, dat in deze periode meer dan verdubbelde. Ook in andere Europese landen deed zich deze ontwikkeling voor. Tussen 2002 en 2009 stegen de uitgaven aan preventie door beveiligingsbedrijven (in prijzen van 2015) van 1,6 naar 2,0 miljard euro, waarna ze stagneerden. De uitgaven aan beveiligingsmaterialen lagen tussen 2002 en 2009 rond de 1 miljard euro, maar vervolgens zette een daling in tot minder dan 0,8 miljard in 2014.

Conclusies

Wetenschappers en beleidsmakers zijn het er inmiddels over eens dat ten opzichte van de jaren negentig sprake is van een daling van de veel voorkomende criminaliteit waarvan burgers het slachtoffer worden. De dalende aangiftebereidheid kan de afname van de door de politie geregistreerde misdrijven niet volledig verklaren. Daarnaast wijzen ook het aantal slachtoffers van moord en doodslag en de ervaringen van burgers in dezelfde richting: na een stijging van de criminaliteit van de jaren zestig tot de jaren negentig is sinds de eeuwwisseling weer sprake van een daling. Waar het gaat om georganiseerde criminaliteit zonder directe slachtoffers en criminaliteit tegen bedrijven ontbreken de cijfers om uitspraken te doen over de ontwikkeling.

Wat achter de daling van de criminaliteit tegen burgers zit, is nog onderwerp van debat. Een aantal verklaringen zijn de revue gepasseerd. Verklaringen die alleen opgaan voor de stijging, maar niet voor de daling, hebben aan populariteit verloren. Dat geldt ook voor verklaringen die uniek zijn voor Nederland, omdat de meeste westerse landen een vergelijkbare ontwikkeling hebben doorgemaakt. Ook een puur op demografie van de daders gerichte verklaring, zoals het aandeel jonge mannen in de bevolking, schiet tekort. De trends in drugsgebruik en –handel, toenemende welvaart en de toegenomen investeringen in preventie tegen inbraak en diefstal lijken beter aan te sluiten bij de ontwikkelingen in criminaliteit. Soms lijken ontwikkelingen zowel een lichte als een schaduwzijde te hebben, zoals de opkomst van internet en mobiele telefoons. Of en hoe lang de huidige daling zich zal doorzetten blijft daarom nog een vraag.