Brandweer Nederland: Onderzoek rookverspreiding in woongebouwen

In samenwerking met Veiligheidsregio Utrecht (VRU) en Brandweer Nederland deed de Brandweeracademie afgelopen zomer twee weken lang praktijkonderzoek naar rookverspreiding in een leegstaand woonzorgcentrum in Oudewater. Dat leverde vele terabytes aan interessant beeldmateriaal en gigabytes aan andere data op voor verdere analyse. De eerste bevindingen worden gepresenteerd tijdens het congres Fire Safety & Science op 13 en 14 november. Brandweer Nederland stelde vijf brandende vragen aan Hans Hazebroek, senior onderzoeker en projectleider van het praktijkonderzoek naar rookverspreiding in woongebouwen.  Hier vindt u zijn antwoorden

1. Wat is het doel van het praktijkonderzoek naar rookverspreiding?

Steeds vaker zien we dat een relatief kleine brand in een woongebouw veel rook produceert, waardoor het nodig is om het gebouw volledig te ontruimen. Dit is een groot probleem, zeker als er brand is in een groot wooncomplex waar minder zelfredzame mensen wonen, zoals ouderen. Hoe verspreidt rook zich bij brand in een gebouw met meerdere bouwlagen? Hoe kan deze rookverspreiding het beste beperkt worden door zowel in de incidentbestrijding als risicobeheersing maatregelen te nemen? Belangrijke vragen die we met dit praktijkonderzoek willen beantwoorden. Met de resultaten van dit onderzoek verwachten we echt de (brand)veiligheid van een (groot) gebouw te kunnen verbeteren.

2. Hoe hebben jullie dit onderzoek uitgevoerd?

Dankzij de medewerking van woningcorporatie De Woningraat hebben we een voormalig woonzorgcentrum in Oudewater tot onze beschikking gekregen en hebben we daar een realistisch onderzoek kunnen doen naar rookverspreiding. Twee weken lang hebben we iedere dag tweemaal een bankstel in brand gestoken en de rookverspreiding daarbij bekeken. Dit tegelijkertijd op verschillende plekken in het gebouw. We hebben meerdere factoren onder de loep genomen. Denk aan het gehalte koolmonoxide dat vrijkomt, de zichtlengte bij rook, de beschikbare hoeveelheid zuurstof en andere gassen die vrijkomen bij brand. Door al deze factoren te analyseren, krijgen we een totaalbeeld.

Het is echt een uniek onderzoek, omdat we bijna nooit de mogelijkheid hebben om een praktijkonderzoek op deze schaal te doen. Gebruikmakend van echte rook veroorzaakt door een meubelbrand in een voormalig woonzorgcentrum

3. Waar staan jullie nu met het onderzoek?

Tijdens deze twee weken hebben we veel onderzoeksresultaten kunnen verzamelen. Terabytes aan beeldmateriaal en Excel-lijsten vol meetresultaten. Die zijn we op dit moment aan het bewerken zodat we naar overzichtelijke data gaan. Zo krijgen we meer zicht op welke momenten tijdens het onderzoek het meest interessant zijn om verder te analyseren. Natuurlijk zijn er nu al bijzondere dingen die opvallen. Deze fenomenen delen we al tijdens het congres Fire Safety & Science. Dit zijn nog geen harde conclusies, maar dat neemt niet weg dat het wel interessant is om met de bezoekers van het congres hierover in gesprek te gaan.

Eén van de fenomenen die we laten zien is het effect van het openen van de deur van de brandruimte: letterlijk binnen seconden staat de hal – en daarmee de vluchtweg – vol rook. En een beeld van een brandende kamer met sprinkler en een brandende kamer zonder sprinkler. Deze beelden naast elkaar laten goed het verschil in rookontwikkeling zien.

Wat we nu al uit het onderzoek kunnen halen, is dat je eigenlijk meerdere schillen van veiligheid moet inbouwen om uiteindelijk tot rookbeperking te komen. Daarbij zou je moeten beginnen bij de bron, dus voor meubels kiezen van materialen die minder rook produceren. Daarnaast kiezen voor een automatisch blussysteem dat ervoor zorgt dat de brand snel gedempt wordt. En bij voorkeur daarbij ook goede rookwerende scheidingen in een gebouw aanbrengen, zodat rook zich niet door het hele gebouw kan verspreiden. Het voordeel van meerdere schillen is dat de meeste veiligheid wordt bereikt, maar ook dat er altijd een back-up is als één van de maatregelen faalt.

4. Welke stappen moeten er nog gezet worden?

De komende maanden gaan we de bijzondere fenomenen die uit het onderzoek komen verder analyseren, door op zoek te gaan naar de verklaringen die daarachter zitten. Hierbij merken we al dat het fijn is dat we tijdens het praktijkonderzoek heel veel factoren tegelijkertijd hebben kunnen meten, zodat we ook onderlinge verbanden kunnen onderzoeken. Zo kunnen we nu bijvoorbeeld onderzoeken of een toename van koolmonoxide in een bepaalde ruimte direct gerelateerd is aan temperatuuropbouw, aan drukopbouw of iets anders. Ik verwacht dat we in de zomer van 2020 een eerste onderzoeksrapport opleveren.

5. Waar ben je trots op als je kijkt naar wat er nu bereikt is?

Ik ben op dit hele onderzoek trots, vooral op de mensen die aan het onderzoek meewerkten. De twee weken van het onderzoek op locatie waren heel bijzonder en mooi, maar het was ook hard werken, onder hoge druk en we maakten lange dagen. Dankzij de inzet van iedereen hebben we bereikt wat we wilden bereiken. Ik wil met name Brandweer Oudewater en Veiligheidsregio Utrecht bedanken. Zij hebben heel veel voor ons geregeld. Het hele logistieke proces maar ook de bereidheid om mee te werken en te ondersteunen.

Ook ben ik er trots op dat nu al blijkt dat de data uit het onderzoek laten zien dat we de omstandigheden van rookverspreiding in een groot gebouw zo goed hebben nagebootst dat we hele goede vergelijkingen kunnen maken. En dus ook bruikbare conclusies kunnen gaan trekken.

Bron Brandweer Nederland