Brandveilig gebouw: acht maatregelen om het brandrisico te beperken

Hoewel het aantal branden in Nederland al jaren afneemt, nemen de jaarlijkse kosten veroorzaakt door brand juist toe. Ook het aantal (dodelijke) slachtoffers laat een stijgende lijn zien. Hoe kan dit worden verklaard? En nog belangrijker, welke maatregelen kan je als gebouweigenaar treffen om de risico’s te beperken? Business Insider benoemt er acht, zo meldt de website brandveilig.com.

1.) Kunststof bouwmaterialen gooien olie op het vuur
Tot de jaren ’70 werden gebouwen vaak van steen en beton gebouwd, waardoor branden veelal beperkt bleven. Sindsdien is de constructie lichter en goedkoper geworden en worden de wanden gevuld met zeer brandbaar isolatiemateriaal. Het toenemende gebruik van kunststof betekent dat panden sneller uitbranden.

2.) Het Bouwbesluit is startpunt, geen eindbestemming voor brandveilig gebouw
Het Bouwbesluit formuleert de eisen voor (onder andere) de brandveiligheid van gebouwen. Die eisen zijn grotendeels gericht op vluchtveiligheid, oftewel het redden van mensen. Dat is natuurlijk prima, maar het houdt geen rekening met het beperken van de materiële schade. Dit kan opgelost worden door zwaardere brandcompartimentering toe te passen.

3.) Overheid verschijnt pas ten tonele als het kwaad al is geschied
Over het algemeen controleert de overheid maar weinig of nieuwbouwprojecten daadwerkelijk aan de brandveiligheidseisen voldoen. Dat gebeurt pas als een gebouw afbrandt. Als er regels zijn overtreden, draait de gebouweigenaar daarvoor op. Tip: laat tijdens de nieuwbouw een opzichter meekijken, zodat alles volgens de tekeningen wordt uitgevoerd. Hiermee voorkom je dat regels en afspraken aan de laars worden gelapt vanwege tijdsdruk en financiële overwegingen.


4.) Ouderen beschermen vormt dubbele uitdaging

Het Bouwbesluit formuleert eisen voor vluchtveiligheid op basis van een gemiddeld persoon. De toenemende groep ouderen is minder mobiel en kan daardoor moeilijker wegkomen in het geval van brand. Enerzijds wonen ouderen steeds meer thuis, waar ze steeds vaker slachtoffer worden van brand. Anderzijds zijn er veel (verouderde) verzorgingstehuizen waar het soms niet al te best gesteld is met de brandveiligheid.

5.) Wonen in het centrum? Oud betekent vaak ook brandonveiliger
Aanpassingen aan het Bouwbesluit zijn niet van toepassing op bestaande, oudere panden. Binnensteden tellen vaak veel oude woningen en appartementencomplexen, die bij een voorbijgaande verbouwing vaak voorzien zijn van brandbaar isolatiemateriaal. Extra maatregelen zoals rookmelders en een tweede vluchtweg zijn onontbeerlijk.

6.) Betere isolatie, hoger risico op brandverspreiding
Het isolatiemateriaal dat tegenwoordig vaak wordt gebruikt, is gemaakt van aardolie en daardoor erg brandbaar. Niet-brandbare isolatiematerialen zoals glas- en steenwol zijn duurder en zwaarder, waardoor deze minder worden gebruikt.

7.) Sprinklers en watermist winnen terrein
Veel kantoorgebouwen beschikken tegenwoordig over een sprinklerinstallatie, maar veel woninggebouwen nog niet, terwijl een sprinklerinstallatie de brandveiligheid enorm vergroot. Een alternatief is watermist, die door de microdruppeltjes veel minder waterschade achterlaat.

8.) ‘Ik ben toch goed verzekerd?!’ Verander je mindset
Ook bij een goede verzekering zijn de kosten voor herbouw na een brand vaak hoger dan de vergoeding. Nieuwe wet- en regelgeving, bijvoorbeeld als het gaat om isolatiewaarden, zorgen ervoor dat de kosten voor het nieuwe pand vaak duurder zijn. Ook hier geldt dus: voorkomen is beter dan genezen.

Bron: Business Insider, brandveilig.com