Blog: Collectief trauma: Groningen en straks ook Valkenburg?

Een van de boeken die in de ruim dertig jaar dat ik nu rampen en (mini-)crises bestudeer het meest indruk op mij heeft gemaakt is ‘A New Species of Trouble‘ van de socioloog Kai Erikson (1993). Erikson beschrijft zeven sterk uiteenlopende soorten gebeurtenissen variërend van een op drift geraakte stam Indianen, daklozen, Three Miles Island, een bestolen groep Haïtianen en een olielekkage (bodemverontreiniging) ergens in de staat Colorado.

Het zijn casus die op het eerste gezicht nauwelijks met elkaar verbandhouden, maar die toch een overduidelijke overeenkomst kennen. Het gaat om groepen die als gevolg van één of meer vaak externe factoren zwaar getraumatiseerd zijn geraakt. Eerder schreef Erikson een indrukwekkend boek over Buffulo Creek. In 1972 stortte daar een damwand in waardoor grote hoeveelheden modderig mijnafvalwater naar beneden stortte en een gemeenschap vernietigde. Van deze relatief kleine gemeenschap van enkele duizenden mensen verloren 125 mensen het leven. Wat je in deze casus in het groot zag, zag je bij de casus uit A New Species of Trouble op een wat beperkter schaal. Gemeenschappen die werden vernietigd of  waarvan ‘het social tissue’ was geraakt, beschadigd of soms bijna verdwenen.

Prachtig bijvoorbeeld is het hoofdstuk over de Haïtianen. In het zuiden van de VS zijn grote aantallen seizoenarbeiders die van stek naar stek trekken om tijdelijk ergens te werken. Zo zit een groep mannelijke Haïtianen in Immokalee en werkt daar een aantal weken bij het oogsten. Aan het einde van iedere dag worden zij betaald en veel van het geld dat zij ontvangen, brengen zij gelijk naar Fred Barn: een plaatselijke winkel annex bank waar zij hun geld stallen. Een deel van het geld gebruiken ze zelf om van te leven en te kunnen reizen naar weer een volgeden plek; het leeuwendeel sturen zij om de paar weken naar het thuisfront. Naar moeder en de kinderen die vaak moeten leven van dat geld wat wordt opgestuurd door de man des huizes.

Op 2 juni 1983 blijkt dat Fred Barn met het verzamelde geld (zo’n 400.000 dollar) er vandoor is. Gemiddeld verliest de groep Haïtianen (totaal meer dan 300!) daarmee per persoon zo’n 1000 dollar. Een bescheiden bedrag, zo lijkt het misschien; maar voor hen is het een vermogen. Vervolgens komen de zorgen en de schuld. ‘Ik wist wel dat die Fred Barn niet was te vertrouwen’. Ook het thuisfront in Haïti blijft natuurlijk niet stil de dagen erna. Waar blijft het geld dat je iedere vrijdag stuurt? Gemiddeld zorgen migranten voor meer dan vier achterblijvers in het thuisland. ‘Je hebt het zeker zelf verbrast?’ De Haïtianen – overwegend illegaal – werden natuurlijk al stevig uitgebuit (hele lage daglonen; als je piept voor jou een ander) en dan komt dit er nog bij.

Erikson spreekt meer dan 100 van de slachtoffers. De gevolgen zijn dus groot. ‘I worked so hard for the money’. ‘It was the saddest day of my life’. I had a headache for a week’. It was just like I was dead’. Het zal duidelijk zijn dat deze groep ongelooflijk hard geraakt wordt door deze in bepaalde opzichten relatief kleine crisis. De huur en ook de reis naar de volgende plek waar geoogst wordt, moeten betaald worden.

Wat leert deze en het geheel der casus Erikson? Een ramp wordt niet zozeer bepaald door de omvang maar meer door de gevolgen. Trauma is een centraal begrip voor Erikson. Trauma gaat over de wond; de gebeurtenis die langdurig gevolgen heeft en waar sommigen nauwelijks meer overheen komen. Niet zozeer de ernst van de gebeurtenis is dus bepalend, maar de mogelijkheden (‘coping’) die mensen hebben – en in dit geval dus vaak ontberen – om er mee te dealen. De consequentie hiervan is dat nogal eens degenen die er maatschappelijk het slechtste voor staan ook het meest door de crisis worden geraakt.

Daarnaast is het goed te benadrukken dat Erikson zich richt op collectieve (en dus niet zozeer individuele) trauma’s. Een gemeenschap wordt getroffen en raakt op drift en verliest datgene wat hen verbond. Samenleven wordt naast elkaar leven. Het gemeenschapsgevoel wordt ernstig beschadigd. Vaak verliezen mensen het vertrouwen in de betrokken/veroorzakende partij maar ook regelmatig in de overheid die hen in de kou laat staan.

Het is niet moeilijk om deze observaties van Erikson te vertalen naar Nederland. Bij ons denk ik dan al snel aan de situatie in (Noordoost-) Groningen waar een groot aantal mensen structureel geraakt is door de aardgasbevingen en de gevolgen ervan (scheuren in de huizen) maar feitelijk natuurlijk veel meer door de wijze waarop de NAM, de landelijke overheid en anderen nadien met deze situatie zijn omgegaan. Scheuren in het vertrouwen. Extra gasboringen voor de gasbehoefte van onze Oosterburen en extreem lange rijen bij enkele gemeentehuizen vanwege een absurde regeling (duizenden vissen achter het net) waarbij geldt ‘wie het eerst komt …’ dragen zeker niet bij aan het herstel van het vertrouwen.

Bij de bijstandsfraude-affaire zien wij vergelijkbare traumatische processen, hoewel daar het collectieve – het feit dat de gemeenschap geraakt is – waarschijnlijk minder zichtbaar zal zijn. Dit vanwege het feit dat de slachtoffers van deze crisis over het hele land zijn verspreid. Mogelijk zijn er wel bepaalde wijken waar zo onevenredig veel personen zijn getroffen dat ook hier het sociale verband is ontregeld of zelfs teloorgegaan.

De reden dat ik juist nu met dit blog kom, betreft de situatie in Valkenburg (en ook mogelijk enkele buurgemeenten). De afgelopen periode heb ik informatie vergaard over deze situatie en inmiddels verschillende keren met de Valkenburgse burgemeester Daan Prevoo gesproken. Hoewel het nog te vroeg is om te zeggen dat hier sprake is van een collectief trauma, zijn er wel degelijk forse risico’s dat in delen van de gemeente zich wel zo’n proces van afnemend vertrouwen in de landelijke autoriteiten gaat manifesteren.

Honderden bewoners zijn nog niet teruggekeerd in hun huizen. Voor duizenden personen bestaat nog grote onzekerheid en onduidelijkheid of en hoeveel van de geleden schade uiteindelijk door verzekeraars, de overheid of particuliere fondsen (Rampenfonds bv) zal worden vergoed of gecompenseerd. Er zijn al de nodige signalen dat velen maar een zeer klein deel van de schade (aan goederen maar ook gederfde inkomsten) vergoed zullen zien. Als hier geen goede oplossingen voor komen, bestaat het levensgrote risico dat zich hier Groningse taferelen gaan afspelen. Mensen raken ontheemd van hun omgeving; verliezen het vertrouwen in overheden maar soms ook in hun medemens (er zijn altijd profiteurs) en anderen die hen in de kou laten staan.

We veronderstellen altijd een beetje dat een zo rijke en welvarende samenleving als de onze wel de zo noodzakelijke en wenselijke paraplu-functie zal vervullen, maar de insteek die nog te veel gehanteerd wordt is dat de schade verzekerbaar was. Wel verzekerbaar maar tegelijkertijd was er bijna niemand die serieus had gedacht aan een scenario zoals zich dat medio juli 2021 manifesteerde. Nu er op dit moment toch ruimhartig geld wordt gereserveerd voor vele nobele doelen, kan het geen kwaad ook dit probleem vroegtijdig onder ogen te zien. Daarmee sparen we ook een toekomstige parlementaire enquête uit.

Bron Menno van Duin,
Lector Crisisbeheersing​/IFV