De ANWB wil dat gemeenten meer werk maken van de veiligheid van fietsers. Dat blijkt uit een onderzoek van de ANWB onder ruim 22.000 leden uit 28 gemeentes. Zeker de grote steden hebben nog een slag te slaan. “Verkeersveiligheid is in de vergetelheid geraakt. We merken onvoldoende urgentie in de gemeenteraden. Het is tijd voor een wake-upcall”, zegt ANWB-directeur Frits van Bruggen. “”We moeten per stad en dorp bekijken of er 30 kilometerzones bij moeten komen. Daar is niet iedere autobezitter blij mee. Daar krijgen we ook discussie over. Maar het gaat niet om autootje pesten of fietsen pesten, het gaat om de veiligheid.”
Ruim een kwart (27%) van de ondervraagden omschrijft fietsen als niet veilig en helemaal niet veilig. Uitschieter aan de bovenkant is Amsterdam. Daar omschrijft 44% fietsen als niet veilig en helemaal niet veilig. Ook de andere grootste steden van Nederland scoren slechter dan het landelijk gemiddelde. In Den Haag, Rotterdam en Utrecht noemt zo’n 34% van de ondervraagden fietsen niet veilig en helemaal niet veilig. Daarnaast geeft twee procent van de ondervraagden aan ontevreden tot zeer ontevreden te zijn over de bereikbaarheid van zijn of haar stad per fiets. Bij de bereikbaarheid per auto is dit 19% en bij de bereikbaarheid per trein is dit 9%. In Den Haag en Utrecht zijn respectievelijk 30% en 39% van de geënquêteerden ontevreden over de bereikbaarheid per auto. Over de bereikbaarheid per trein zijn de Amsterdammers wel te spreken: slechts vier procent is ontevreden.De ANWB heeft de resultaten ook naar lokale politici van de betreffende gemeenten gestuurd. De organisatie wil ook met alle gemeenten in gesprek over de resultaten.
