AIRMIC-leden geven een derde meer uit aan verzekeringspremies; omzet captives stabiliseert

Het bedrag dat door bedrijven van Airmic-leden wordt uitgegeven aan verzekeringspremies is in twee jaar tijd met ruim een derde gegroeid van 5 miljard pond (5,97 miljard euro) naar 6,8 miljard pond (8,11 miljard euro), wat neerkomt op een bedrag van 15,5 miljoen pond (18,5 miljoen euro) per bedrijf. Tegelijkertijd is het bedrag dat wordt gestoken in captives al ruim een jaar of vijf stabiel rond de 5 miljard pond, zo blijkt uit het tweejaarlijkse Salary and Status Survey van AIRMIC, de brancheorganisatie van risk- en insurance managers in het Verenigd Koninkrijk. Dat ondanks het lagere premieniveau het investeringsniveau in captives gelijk is gebleven, geeft volgens directeur Paul Hopkin welke waarde de Airmic-leden hieraan hechten.

Zoals aangegeven betalen Airmic-leden jaarlijks gemiddeld 15,5 miljoen pond aan verzekeringspremies. Bij iets meer dan een vijfde van alle bedrijven ligt dat bedrag daadwerkelijk tussen de 10 en 20 miljoen pond, bij ca. 16% tussen de 5 en 10 miljoen pond, bij 15% tussen de 2 en 5 miljoen pond en bij ca.12,5 % tussen de 20 en 50 miljoen pond. Ongeveer 2% van de Airmic-leden koopt voor een bedrag tussen de 50 en 100 miljoen euro aan verzekeringen in en een zelfde percentage voor meer dan 100 miljoen euro.

Bij de meeste Airmic-leden (ca. 19%) liggen de premie-inkomsten uit de eigen captive tussen de 1 en 2 miljoen pond, bij 15% zowel tussen de 2 en 5 miljoen pond als tussen de 5 en 10 miljoen pond en bij 14% tussen de 20 en 50 miljoen pond. Bij 10% ligt dat bedrag tussen de 10 en 20 miljoen pond, bij 7% meer dan 50 miljoen pond en bij 6% tussen een half en één miljoen pond.

Andere uitkomsten uit Airmic’s Salary and Status Survey zijn:

§  van alle ERM-programma’s wordt slechts 44% geautoriseerd door de directie; een significant aantal directies laat die goedkeuring over aan de audit-afdeling;

§  iets meer directies – 55%- verleent wel zijn goedkeuring aan het bedrag dat aan verzekeringspremies wordt uitgegeven; bij ruim één op de acht (12%) bedrijven is hiervoor geen enkele toestemming vereist vanuit de directiekamer;

§  het werkgebied en verantwoordelijkheden van riskmanagers breidt zich uit, vooral richting enterprise risk management;

§  desondanks neemt de gemiddelde omvang van riskmanagement-afdelingen niet langer toe;

§  binnen bedrijven wordt in toenemende mate een beroep gedaan op externe specialisten: 57%, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2012. Het ging vooral om IT-specialisten, maar ook om advocaten, schade-experts, technici en schadebehandelaars.