Advies Verbond: Neem integrale brandveiligheid als uitgangspunt, laat regelgeving en testen aansluiten bij de praktijk, verbeter het vergunningsproces en vergroot bewustwording

 

“In Nederland zijn de laatste jaren de nodige incidenten geweest met brandbaar isolatiemateriaal in huizen, bedrijven, een ziekenhuis en scholen. Hoewel kunststof isolatiematerialen niet de oorzaak van brand zijn (daar is ontsteking voor nodig), dragen de meeste van deze materialen wél in hoge mate bij aan de brandvoortplanting en zijn ze eenvoudig te ontsteken. Bovendien zitten deze materialen over het algemeen tussen twee lagen in, waarbij de buitenste laag bedoeld is om water buiten te houden. Dit maakt bestrijding van een brand moeilijk. Wij zien dus een behoorlijk risico door het (veelvuldig) gebruik van deze materialen.” Dat stelde het Verbond van Verzekeraars bij monde van directeur Leo de Boer in het rondetafelgesprek van de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken over brandveiligheid van gevelplaten

Verzekeraars komen volgens het Verbond vaak pas in beeld als het gebouw al is voltooid of gerenoveerd, waardoor ze niet meer kunnen sturen op brandveiliger materiaal. “De keuze voor het materiaal wordt in een eerder stadium gemaakt, waarbij de prijs en de isolatiewaarde meer van invloed lijken dan brandveiligheid. De meeste verzekeraars van gebouwen beschouwen gevelbeplating in een metalen cassette, mits goed toegepast, niet als zeer brandbaar. Maar bij die toepassing gaat het in de praktijk vaak mis. Hierbij valt te denken aan de combinatie met brandgevaarlijke onderhoudswerkzaamheden, maar ook een boorgat, montagefout of doorgetrokken leiding kan al voldoende zijn om een brand de kans te geven zich uit te breiden. Brandbare isolatie heeft twee risico’s, namelijk brandverspreiding en rookvorming. Hierdoor lopen bewoners van met deze materialen geïsoleerde wooncomplexen extra risico’s en kunnen schaden onnodig groter worden. Een ander – vaak vergeten – punt bij dergelijke branden is de schade aan directe omgeving en het milieu in brede zin.”

Praktijk

In antwoord op vragen stelde het Verbond onder meer dat verzekeraars op sectorniveau geen gegevens bijhouden over de hoeveelheid brandgevaarlijke gevelplaten. “In de praktijk zien we dat brandgevaarlijke gevelpanelen in de zakelijke markt op grote schaal in de bouw worden toegepast. We schatten dat er in zakelijke gebouwen momenteel in 90 % van de gevallen wordt gekozen voor brandbaar isolatiemateriaal en slechts in 10 % van de gevallen onbrandbaar. In de woningbouw komen we de brandbare gevelbeplating niet heel veel tegen. Op bedrijventerrein zien we wel vaak bovenwoningen in panden met (zeer) brandbare gevelplaten.”

Door de brand in de Grenfell Tower in Londen wordt nu vaak alleen gesproken over gevelplaten. Het probleem speelt volgens het Verbond echter niet alleen bij (zeer)brandbare isolatie in gevelbeplating, maar ook in dakisolatie. “De meeste woningen zijn voorzien van een dakconstructie met isolatie van polystyreen (piepschuim). Dat is een zeer brandbare isolatie. Deze dakconstructie bij rijtjeshuizen zorgt er soms voor dat niet alleen een woning zelf brandschade oploopt, maar de hele rij woningen. Een brand kan zich dan snel via deze dakconstructie verplaatsen en uitbreiden.”

Dit komt volgens het Verbond onder meer doordat er onvoldoende aandacht is voor de gevolgen, de testen niet aansluiten bij de praktijk, regelgeving geen rekening houdt met (onderhouds-)werkzaamheden, milieudoelstellingen en kostenafwegingen de overhand hebben, het bouwbesluit slechts uitgaat van minimum vluchtvereisten en de vergunningsverlening veelal een papieren exercitie is.

Aanbevelingen

Het Verbond van Verzekeraars heeft een drietal aanbevelingen gedaan:

Integrale brandveiligheid als uitgangspunt: Het zou goed zijn om brandveiligheid als uitgangspunt bij regelgeving te nemen, in plaats van alleen te kijken naar vluchtveiligheid. Binnen het Bouwbesluit moeten de brandbaarheid van een gebouw en de branduitbreidingskans, mede in relatie tot de brandbestrijding een belangrijkere rol krijgen. Op deze manier kunnen we niet alleen branden voorkomen, maar ook beter beheersbaar maken;

Regelgeving en testen die aansluiten bij de praktijk: We raden aan om normen te ontwikkelen voor het brandgedrag van gevelpanelen die voorschrijven in welke verschillende samenstellingen de materialen getest worden. Hierbij moet worden gekeken of de isolatiematerialen de uitbreiding van een brand verergeren en hoe giftig en brandbaar de rook is die vrijkomt. Wij denken dat de overheid op basis hiervan duidelijk moet aangeven welke gevelbeplating nog voor welke toepassing mag worden gebruikt, zeker in hoogbouw. Brandklasse A is een onbrandbaar Isolatiemateriaal, denk hierbij aan glas- en steenwol. Andere isolaties (niet zijnde brandklasse A) zouden moeten worden getest in de praktijk, en waar nodig als brandklasse worden opgesplitst;

Verbeter het vergunningsproces en vergroot bewustwording: Vergunningsprocedures en handhaving daarop moeten verbeteren: de aanpassingen en detailtekeningen zouden meer moeten worden getoetst op brandveiligheid. Daarnaast is er gewoon meer bewustwording nodig bij zowel de verstrekkers van vergunningen als opdrachtgevers en uitvoerders. Bijvoorbeeld in de betreffende vakopleidingen. De verzekeringssector is vanuit haar maatschappelijke rol en met haar expertise van harte bereid om mee te denken hoe de bovenstaande uitgangspunten kunnen worden verbeterd.