Adfiz: automatisch delen van klantinformatie is wel degelijk mogelijk op grond van de nieuwe privacyregels

In de snelgroeiende markt van zonnepanelen heerst veel onkunde. Risico’s op schade en zelfs gevaarlijke situaties zijn aan de orde van de dag. Heldere regelgeving, certificeringen én goede samenwerking zijn noodzakelijk om de veiligheid en verzekerbaarheid te borgen. Tijdens de POV-Preventiedag van het Verbond van Verzekeraars, op 11 april jl. in het Bomencentrum in Baarn, stond bewustwording rondom alle risico’s van zonnepaneelinstallaties dan ook hoog op de agenda, meldt het Verbond op de eigen website.

Jaap Baarsma, voorzitter van brancheorganisatie Solar Holland, bestempelde de huidige markt voor zonnepanelen als ‘booming business’. ”Dit jaar telt Nederland evenveel zonnepanelen als inwoners. Alleen al het afgelopen jaar zijn er meer dan vijf miljoen panelen geplaatst. Dat is niet zo gek. Panelen zijn in de afgelopen tien jaar twee keer zo efficiënt geworden, terwijl de prijs met een kwart is gedaald.”

Desalniettemin is er volgens hem de komende jaren flink wat werk aan de winkel. Om aan de internationale afspraken te voldoen moet tot 2050 200 tot 300 gigawatt aan zonnepanelen worden geïnstalleerd. Op dit moment staat de teller op 5 gigawatt. “Een derde kan geplaatst worden op daken van huizen en gebouwen en eveneens een derde op niet-gebruikte ruimte als dijken. Voor de rest moet er nieuwe ruimte worden ontwikkeld zoals zonneparken  op het IJsselmeer en de Noordzee.” 

Toenemend risico
Door het groeiend aantal zonnepaneleninstallaties, wordt ook het risico op schade een steeds groter aandachtspunt. Uit een recent TNO-rapport blijkt dat het brandrisico bij indaksystemen en connectoren het grootste probleem is. Dit soort systemen liggen vaak dicht op brandbaar materiaal. Ook de human factor speelt een belangrijke rol bij brandrisico. “Veel connectoren worden onzorgvuldig geïnstalleerd, en de aanleg van bekabeling laat vaak te wensen over.”


Om het risico op schade te verkleinen, moet de kwaliteit van PV-systemen gewaarborgd worden. Dit kan enerzijds door internationale standaarden voor het materiaal en keuringen voor grote installaties bij bedrijven en collectieve woningbouwprojecten. Anderzijds moet de ketenverantwoordelijkheid – de samenwerking tussen aannemers, dakdekkers, installateurs en verzekeraars – beter geregeld worden.

Geen rem
Om de energietransitie naar zonne-energie niet onnodig te vertragen, pleit de branchevoorzitter voor duidelijkheid over aard van verzekeringen, uniforme kwaliteitseisen en een redelijke premiestelling. “Het zou zonde zijn als het verzekeringsaspect een rem wordt op de energietransitie. Laten we samenwerken aan een duurzame toekomst van onze energievoorziening. Een toekomst waar zonne-energie niet weg te denken valt”, zo besloot Baarsma

 Certificering, , normering en isnpoctie

Dat die opkomende zonne-industrie een keerzijde heeft, schetst Bert van Woudenberg, directeur ProfiNRG in zijn pleidooi voor heldere regelgeving en een verplichte certificering. “Er is veel onkunde in de markt. En dat, tot onveilige situaties en verkeerde installaties. “Iedere ZZP-er of klusser kan zonnepanelen in de bouwmarkt kopen en die dingen gewoon op het dak schroeven. Helaas werkt dat niet.” Van Woudenberg pleit dan ook voor heldere regelgeving en certificeringen. “

Voor zonnepaneleninstallaties is er op dit moment geen Europese norm. Wel is er de NEN 7250, maar niets is verplicht. “Dit baart ons de nodige zorgen, want wij zien meer dakschades als gevolg van slechte installaties”, aldus Chris van der Meijden, technisch directeur bij Kiwa.   Hij wees daarbij onder meer op het toenemende  brandrisico, de kans op gigantische windschade en op het gevaar bij het werken op hoogte. ““Voor PV-systemen is nog niets verplicht, zoals voor dakpannen en dakisolatie wel het geval is. Ook de NEN 7250, die prestatie-eisen en beproevingsmethoden geeft voor de bouwkundige aspecten van PV-systemen, is niet toereikend. “De NEN 7250 geldt namelijk alleen voor de installatie in zijn geheel en niet voor de panelen op zich.”

Volgens Allart de Jong , directeur van Omega Energietechniek, worden PV-installaties vaak matig aangelegd. In 95% van de inspectierapporten zien wij foutieve connectoren terug.” Hij is dan ook een groot voorstander van deskundige installateurs en periodieke inspecties, want “voorkomen is beter dan genezen”.

Bron Verbond: