Verbond juicht verplichte brandveiligheidskeuringen in stallen toe

Verbond juicht verplichte brandveiligheidskeuringen in stallen toe

Verplichte brandveiligheidskeuringen als onderdeel van de aangescherpte aanpak stalbranden om zo het aantal branden en dierlijke slachtoffers te verminderen. Een goede stap, aldus het Verbond in de persoon van drs. Ferdinand Soeteman, Manager sector Schade, in een reactie op de consultatie. “Met het voorgestelde besluit om verplichte brandveiligheidskeuringen onderdeel van de aangescherpte aanpak stalbrandenwijziging te laten zijn, wordt een stap in de goede richting gezet naar het (brand)veiliger maken van stallen en daarmee het aantal stalbranden en dierlijke slachtoffers te verminderen.”

‘Het doel van de aangescherpte aanpak van stalbranden kunnen verzekeraars enkel onderschrijven. Voorop staat dat er zoveel mogelijk leed en dierlijke slachtoffers door stalbranden voorkomen moeten worden. Het streven is het aantal dodelijke stalbranden en het aantal dodelijke dierlijke slachtoffers per sector in 2026 ten opzichte van 2020 ten minste te halveren. Wij attenderen erop dat het aantal slachtoffers per stal enorm kan verschillen. Een brand in een pluimveestal zorgt in de praktijk voor veel meer dierlijke slachtoffers dan een brand in een andere veestal. Dit blijkt ook uit de cijfers van de Risicomonitor stalbranden die het Verbond jaarlijks publiceert. Het is goed om deze nuance in het oog te houden. Het aantal branden hoeft niets te zeggen over de hoeveelheid slachtoffers. Doel zou moeten zijn om stalbranden in zijn geheel zoveel mogelijk te voorkomen. De door u voorgestelde instrumenten kunnen hier zeker een bijdrage aan leveren.’

Verplichte elektrakeuringen

De voorgestelde uitgebreide elektrakeuring en-  indien aanwezig-  een zonnestroominstallatiekeuring om de drie jaar voor de grotere veehouderijen en om de vijf jaar voor de overige veehouderijen kunnen volgens het Verbond bijdragen aan het verminderen van het aantal stalbranden. “Welke installaties er precies onder deze keuring vallen, is ons niet geheel duidelijk. Bijvoorbeeld een elektrische heftruck zou onder het begrip als opgenomen in artikel 3.1 van het besluit vallen, maar een Elektriciteit Opslag Systeem (EOS) niet. Wij menen dat ook deze laatste onder de keuringsplicht moet vallen. Ook vragen wij ons af wat er in artikel 2.5c. ‘Keuring van brandveiligheid elektrische installaties’ precies bedoeld wordt met ‘nabije ruimten waar dieren worden gehouden’. Een duidelijke definitie (of afbakening) van de ruimte die gekeurd dient te worden, ontbreekt. Het zou in onze ogen aan te bevelen zijn de gehele inrichting, dat betekent het elektrisch materieel zowel in bedrijfsruimten als op bedrijfsterreinen te keuren.”

“Daarnaast bevreemdt het ons, dat de eerstvolgende keuring niet door dezelfde keurder mag worden uitgevoerd (artikel 2.5g). De uit te voeren keuringen betreffen de Scios scope 10 en 12 keuringen. Het Scios is een onafhankelijke instantie (schemabeheerder) die toezicht houdt op de kwaliteit van de keurders. Het Scios-orgaan is goed ingericht op het borgen van kwaliteit. De kwaliteit van het schema wordt gewaarborgd door de Raad voor Accreditatie. De keuringsbedrijven (gecertificeerd) en keurders (bevoegd) worden geaudit door een certificatie instelling (Bureau Veritas, Dekra en Kiwa). Een gecertificeerde Scios keurder voldoet dan ook aan de eisen die gesteld zijn aan het uitvoeren van de gewenste keuring, wordt hierop getoetst en aangesproken als hij niet voldoet. Voorschrijven dat de eerstvolgende keuring niet door dezelfde keurder mag worden uitgevoerd, stelt in onze ogen de onafhankelijkheid waar Scios voor staat ter discussie (mits de eerste keurder ook Scios gecertificeerd is).”

 Brandveiligheidskeuring

 Een jaarlijkse brandveiligheidskeuring voor alle veehouderijen kan volgens het Verbond zeker bijdragen aan het vergroten van de brandveiligheid. “De veehouder dient al vanaf 1 januari 2024 aan deze verplichting te voldoen. Maar over de keuring zelf is nog niets bekend. Over de uitvoering in de praktijk hebben wij de volgende vragen:

 · Welke instantie(s) gaat/gaan de keuringen uitvoeren?

· Aangegeven wordt dat er gekeurd wordt op brandveiligheidseisen. Welke eisen zijn dit precies en wie stelt deze op?

· Wie stelt het protocol op en hoe wordt uniformiteit geborgd?

· Er wordt gesproken over een te voeren gesprek. Worden de aandachtspunten ook vastgelegd in een rapport?

· Er wordt gesteld dat de gebreken hersteld dienen te worden. Moeten alle gebreken worden hersteld en binnen welke termijn?

Daarnaast hebben wij zorgen over het aanwezig zijn van voldoende keuringscapaciteit in de markt. Welke consequenties heeft het als de agrariër niet voldoet of kan voldoen aan deze eisen? Ook merken wij op dat de keuring alleen verplicht is voor ruimten waar dieren aanwezig zijn. Hoe zit het dan met de technische ruimten? Ook in deze ruimten, die veelal tegen de stal aan liggen, is er sprake van een kans op een brand door de aanwezige elektra en techniek. Een brand in een dergelijke ruimte kan vaak makkelijk overslaan naar de stal zelf. Ook zouden werkplaatsen en verblijfruimtes zoals kantine en kantoorruimte hierin meegenomen moeten worden zodat het gaat om een gehele berdrijfsscan. Een brand in een werkplaats of verblijfsruimte zou immers kunnen overslaan naar de stal.

Als laatste vragen wij ons af of er ook eisen gesteld worden aan beschikbaarheid van voldoende bluswater. Dit is een jaarlijks terugkerend item dat veelal in het buitengebied speelt. Daar kan, zeker met de droge periodes die steeds vaker voorkomen, een tekort aan bluswater een nog groter issue kunnen worden dan nu al het geval is. Daarnaast kijken we uit naar de uitwerking van regelgeving op het gebied van brandcompartimentering”