AGCS: Europese overstromingsramp stelt nieuwe eisen aan risicomanagement bedrijven

De catastrofale overstromingen in delen van België, Duitsland, Oostenrijk en Nederland, met plotselinge overstromingen die zich binnen enkele uren voordeden als gevolg van extreme regenval, stellen nieuwe eisen aan bedrijven buiten de aangewezen overstromingsgebieden op het gebied van risicopreventie.  “Bedrijven die buiten de grotere gevarenzones liggen, maar wel in de buurt van kleine rivieren of zelfs beken, kunnen worden getroffen door overstromingen”, zegt Joep Voet, Risk Consulting Manager bij AGCS België. 

Volgens de Allianz Risk Barometer 2021 staan natuurrampen in de top 10 van risico’s voor Nederland en België, waarbij de toenemende volatiliteit van het weer volgens Belgische risicodeskundigen voor het eerst in de top 10 opduikt. Om voorbereid te zijn op dergelijke natuurverschijnselen in de toekomst, raadt Joep Voet bedrijven aan een rampenplan voor overstromingen op te stellen om potentiële schades te beperken. “De overstromingen bewijzen het belang van het maken van een bedrijfscontinuïteitsplan vooraf.” .

 Onderdelen van een bedrijfscontinuïteitsplan

Meer specifiek moet het bedrijfscontinuïteitsplan volgens hem een lijst bevatten van de noodzakelijke verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden in geval van een noodsituatie. Verder moeten lijsten van schadeherstel- en nutsbedrijven in dit plan worden opgenomen, evenals de contactgegevens van belangrijke fabrikanten van apparatuur. “Het moet duidelijk zijn waar, in geval van een noodsituatie, kritieke voorraden, apparatuur of dossiers snel naar hoger gelegen gebieden kunnen worden overgebracht en waar alternatieve toegangspunten zijn. Er moet ook worden nagedacht over tijdelijke noodopties voor de productie, hetzij intern, hetzij via contractuele productie door externe verkopers.”

Verhoogde risico’s tijdens wederopbouw en herstart

De gevaren na een overstroming mogen volgens Voet eveneens geenszins worden onderschat, vooral tijdens het opnieuw opstarten. Zo moeten machines en apparatuur, vooral hoogwaardige en productiekritische apparatuur, grondig worden gereinigd en gedroogd. Met name elektrische apparatuur moet worden geïnspecteerd voordat deze wordt ingeschakeld en zo nodig gerepareerd, om kortsluiting en mogelijke brand te voorkomen. Ook moet eventueel puin worden verwijderd. Voet besluit: “Uiteindelijk gaat het erom de beveiligingssystemen zo snel mogelijk weer in gebruik te nemen en ontstekingsbronnen te elimineren om verder onheil, zoals brand, te voorkomen.”