Wereldhandel herstelt sneller dan verwacht

De wereldwijde handel in goederen die aan het begin van de coronapandemie hard werd geraakt, is de klap inmiddels te boven. Het herstel voltrekt zich veel sneller dan ten tijde van de financiële crisis van 2008-2009. De wereldwijde goederenhandel is weerbaar gebleken en draagt momenteel bij aan het mondiale herstel van de coronacrisis. Dit toont eens te meer aan dat voorzichtigheid geboden is bij overheidsingrijpen in internationale productieketens naar aanleiding van de huidige crisis, meldt toezichthouder DNB op haar website.

In maart en april van 2020 kreeg de wereldhandel in goederen een plotselinge klap te verduren toen wereldwijd maatregelen werden ingesteld tegen de verspreiding van het coronavirus, zoals beperkingen aan personen- en vrachtverkeer. Hierdoor daalde het wereldhandelsvolume in goederen in het tweede kwartaal van 2020 met 12,1% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Vergeleken met de financiële crisis van 2008-2009 nam de wereldhandel in de eerste helft van 2020 echter minder sterk af en veerde vervolgens eerder en krachtiger terug (zie Figuur 1). Zelfs toen in oktober en november het virus in grote delen van de wereld weer oplaaide, bleef de goederenhandel groeien. Het volume van de goederenhandel lag hierdoor in november 2020 ruim 1% boven het niveau van eind 2019, voordat de crisis uitbrak. Tijdens de financiële crisis duurde het ruim twee jaar voordat de handel in goederen het niveau van voor de crisis bereikte. Voor de wereldwijde handel in diensten, die voor een groot deel bestaat uit internationaal toerisme, zal het naar verwachting aanzienlijk langer duren voordat het niveau van voor de crisis wordt bereikt. Het herstel hiervan is immers sterk afhankelijk van de mate waarin de verspreiding van het virus onder controle wordt gebracht.

Goederenhandel weerbaarder dan eerder verondersteld

Door het snelle en krachtige herstel is de goederenhandel bovendien weerbaarder gebleken dan aan het begin van de pandemie werd verwacht. Wereldhandelsorganisatie (WTO) in haar meest positieve scenario van maart 2020 dat het circa tot eind 2021 zou duren voordat de handel in goederen het pre-crisis niveau zou bereiken. In tegenstelling tot de wereldhandel daalde de mondiale productie (bbp) in de eerste helft van 2020 juist sterker dan aan het begin van de pandemie door de WTO werd verwacht, waarbij de daling bovendien scherper was dan tijdens de financiële crisis. Volgens de meest recente vooruitzichten van de WTO zal het volume van de wereldhandel in 2020 slechts twee keer zo veel afnemen als het mondiale bbp, in plaats van zes keer zo veel tijdens de financiële crisis. 

Aanpassingsvermogen van internationale bedrijven lijkt aanzienlijk geweest

 Bovenstaande verschillen zijn deels te verklaren door de aard van de huidige crisis en het beleid dat wordt gevoerd om deze te bestrijden. In eerste instantie zorgden beperkingen aan personen- en vrachtverkeer voor verstoringen in internationale leveringsketens. Naast deze aanbodschok kreeg de wereldhandel te maken met een terugval in de wereldwijde vraag, doordat consumenten minder konden uitgeven vanwege beheersmaatregelen of uit angst om besmet te raken. Deze beheersmaatregelen raken de minder handelsintensieve dienstensectoren, zoals de horeca, krachtiger dan de handelsintensieve sectoren, zoals de industrie.

De industriële productie heeft zich sinds mei van vorig jaar sterk hersteld, mede door de wereldwijd ruime inkomenssteun vanuit overheden en het soepele beleid van centrale banken. Tijdens de financiële crisis van 2008-2009 liet het herstel van de industrie langer op zich wachten. De uiteindelijke snelheid waarmee en mate waarin de goederenhandel herstelt, zijn afhankelijk van het tempo waarin internationaal opererende bedrijven de productie en distributie van goederen kunnen hervatten na eerdere of nog bestaande (aanbod)beperkingen. Afgaande op het snelle herstel van de handel in goederen, lijken de meeste bedrijven die actief zijn in grensoverschrijdende leveringsketens dus weerbaar gebleken tegen dergelijke beperkingen.

Voorzichtigheid geboden bij ingrijpen in leveringsketens

Bij het uitbreken van de coronapandemie werd de wereldhandel hard geraakt. In sommige gevallen ontstonden hierdoor zelfs tekorten aan (essentiële) goederen. Naar aanleiding hiervan kwam er een beleidsdebat op gang om de internationale handel schokbestendiger te maken, waarbij ook maatregelen om (delen van) het productieproces te verplaatsen naar het eigen land (reshoring) de revue passeerden. Vandaag de dag zorgt de coronacrisis af en toe nog steeds voor enige verstoringen in leveringsketens.

De handel in goederen en de daarmee gepaard gaande leveringsketens zijn over het algemeen echter een stuk weerbaarder gebleken dan aan het begin van de pandemie werd voorzien. Deze handel heeft zelfs een belangrijke rol gespeeld bij het voldoen aan de vraag naar COVID-19-gerelateerde medische producten en draagt momenteel bij aan het wereldwijde herstel van de coronacrisis. Hoewel voor sommige essentiële producten overheidsingrijpen wenselijk kan zijn om leveringszekerheid te garanderen, maken bovenstaande ontwikkelingen eens te meer duidelijk dat voorzichtigheid geboden is bij overheidsingrijpen in leveringsketens naar aanleiding van de huidige crisis.