Op consumenten gerichte branches iets minder somber; producentenvertouwen krabbelt iets op

In mei waren minder ondernemers in de op de consument gerichte branches pessimistisch over de verwachte omzet, personeelssterkte en het economisch klimaat dan in april. Toen werd per saldo het hoogste percentage negatief gestemde ondernemers gemeten sinds de start van het onderzoek. Dat meldt het CBS op basis van de Conjunctuurenquête Nederland, waarin maandelijks aan ondernemers wordt gevraagd een inschatting te geven over ontwikkelingen en verwachtingen rond hun bedrijf.

In mei waren er nog altijd veel meer ondernemers die in de komende maanden minder omzet verwachten dan ondernemers die een toename van de omzet voorzien. Wel is dit saldo minder negatief dan in april. Er waren in mei meer ondernemers die een omzettoename verwachtten, zoals in de cultuur, sport en recreatie (16%), overige persoonlijke dienstverlening, waaronder kappers (16%) en horeca (10%). In april waren er nagenoeg geen ondernemers in deze branches die een omzetgroei verwachtten.

In de reisbranche blijft het aantal ondernemers dat per saldo een omzetdaling verwacht vrijwel constant op bijna 100%t. Ondernemers in de detailhandel waren ook in mei per saldo het minst negatief: bijna 20% verwacht een toename van omzet in de komende drie maanden tegenover 30% een afname.

Minder pessimisme over werkgelegenheid

Ook over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de komende drie maanden zijn ondernemers in de consumentengerichte branches in mei minder somber dan in april. Binnen de horeca doet zich bij de logiesverstrekking de grootste verbetering voor, van 63% per saldo negatief over de werkgelegenheid in april naar 43% in mei. Ook in de overige persoonlijke dienstverlening (verbetering 12 procentpunt) en de autobranche (11 procentpunt) verbeterden de vooruitzichten voor de werkgelegenheid. 

Minder negatief over het economisch klimaat

Ook over de verwachte ontwikkeling van het economisch klimaat zijn er in mei per saldo minder negatief gestemde ondernemers dan in april 2020. In mei zijn er nog wel in alle consumentengerichte branches meer ondernemers die verwachten dat het economisch klimaat gaat verslechteren dan die een verbetering voorzien. Op 6 mei zijn versoepelingen aangekondigd in de ingrijpende maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus. Op dat moment had al bijna 60% van de deelnemers aan de conjunctuurenquête  gerespondeerd.

Producentenvertrouwen krabbelt iets op

Door de coronacrisis daalde het producentenvertrouwen in april 2020 naar het laagste niveau sinds de start van het onderzoek in 1985. In mei is het vertrouwen iets opgekrabbeld. Het vertrouwen van de industriële ondernemers ging van -28,7 in april naar -25,1 in mei. Vooral het oordeel over de verwachte bedrijvigheid was minder negatief.

Het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar is 0,6. Het vertrouwen van de ondernemers bereikte in februari 2018 de hoogste waarde (10,9) en in april 2020 de laagste waarde (-28,7). Vanaf april 2020 hebben negatief gestemde ondernemers de overhand.

Oordeel over verwachte bedrijvigheid minder negatief

Producenten in de industrie waren niet eerder zo negatief over de verwachte bedrijvigheid als in april 2020. In mei trok dat wat bij, maar waren producenten nog wel het op een na meest negatief ooit over de toekomstige productie. Ook over de voorraden gereed product oordeelden producenten wat minder negatief. Het oordeel over de orderportefeuille verslechterde echter verder.

Alle deelindicatoren van het producentenvertrouwen waren negatief. Er zijn meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden zal afnemen dan ondernemers die een toename van de productie voorzien. Het aantal ondernemers dat de orderpositie klein vindt heeft de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille groot acht, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal ondernemers dat de voorraad eindproduct als te groot beschouwt is groter dan het aantal dat de voorraden te klein vindt.

In meeste branches vertrouwen wat minder negatief

In de meeste branches van de industrie was het producentenvertrouwen wat minder negatief dan in april. Dat gold vooral voor de transportmiddelenindustrie. Het minst negatief waren de ondernemers in de elektrotechnische en machine-industrie. In de voedings- en genotmiddelenindustrie en in de papier en grafische industrie daalde het vertrouwen verder.De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in maart 2,5% lager dan in maart 2019. In de voorgaande maand kromp de productie met 1,3%. Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor de Nederlandse industrie. Het vertrouwen van de Duitse industriële producenten (Ifo-index) was in mei wat minder negatief dan in april. Dat komt volledig doordat het oordeel over de verwachte bedrijvigheid minder negatief was. De stemming over de huidige bedrijvigheid verslechterde. De gemiddelde dagproductie van de Duitse industrie kromp volgens Destatis in maart met 14% in vergelijking met een jaar eerder