Onderzoek onder 9 Europese landen: Nederland scoort laagste percentage slachtoffers bij woningbranden 

In Nederland komen bij woningbranden per 100.000 inwoners 0,2 mensen om het leven. Daarmee scoort ons land beduidend beter dan acht andere Europese landen die zijn meegenomen in het rapport Fatal residential fires in Europe , waarmee een eerste stap wordt gezet om meer inzicht te krijgen in fatale woningbranden op Europees niveau.

In een toelichting schrijft het IFV (Instituut Fysieke Veiligheid): “Om de brandveiligheid in de leefomgeving te kunnen verbeteren, is kennis nodig van de kansen, omstandigheden en gevolgen van woningbranden. Aangezien brandveiligheidsmaatregelen nationale grenzen overschrijden, is meer inzicht in woningbranden op Europees niveau noodzakelijk.” Om die reden hebben de European Fire Safety Alliance (EuroFSA) en de Brandweeracademie onderzoek gedaan naar fatale woningbranden in Europa. Hiervoor hebben zij de gegevens van negen Europese landen verzameld en geanalyseerd: Noorwegen, België, Estland, Denemarken, Zweden, Finland, Verenigd Koninkrijk, Polen en Nederland. De eerste resultaten vormen een goede basis voor het opstellen van risicoprofielen op nationaal en Europees niveau.”

Fatale woningbranden

Zoals gezegd scoort Nederland van de negen onderzochte Europese landen het laagste percentage dodelijke slachtoffers: 0,2 per 100,000 inwoners. Op de tweede plaats volgens België en Noorwegen (beide 0,5), gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (0,6%), Denemarken (1,1%), Zweden (1,2%), Polen (1,3%), Finland (1,4%), en Estland (3,7). Ook qua oorzaken doen zich verschillen voor tussen de negen landen. Zo is in Polen bij maar liefst 70% van de dodelijke slachtoffers bij woningbranden alcohol in het spel; ook in Zweden (43%) en Noorwegen (41%) is dat percentage hoog. Ter vergelijking: in Engeland is dat percentage 19% en in Nederland slechts 9%.

In Groot-Brittannië, Denemarken en Estland vindt meer dan 35% van alle fatale woningbranden zijn oorzaak in roken, terwijl dat in Nederland, Zweden en Finland tussen de 21 en 35% is. In Zweden is bij meer dan 35% van de fatale woningbranden de brand het gevolg van defecte elektrische apparatuur en in Nederland, Noorwegen, Finland, Estland en Polen ligt dat tussen de 5 en 20%. Van de negen landen ligt in Nederland, Denemarken, Estland en Polen de onzorgvuldigheid met open vuur het vaakst ten grondslag aan een fatale woningbrand: 5 tot 20%.

Overige uitkomsten

Uit het rapport Fatal residential fires in Europe komt verder naar voren dat in alle landen de fatale woningbranden het vaakst plaatsvonden in de wintermaanden (vooral december en januari), in het weekend (vooral zaterdag) en ’s nachts. Bovendien zijn 65-plussers oververtegenwoordigd in het aantal fatale woningbranden en lopen 80-plussers het grootste risico. Gekeken naar sociaal demografische aspecten lopen in vijf van de negen landen – Engeland, Finland, Nederland, Noorwegen en Polen- alleenwonenden de grootste kans om het slachtoffer te worden van een woningbrand. Van alle typen woningen komen de meeste woningbrandslachtoffers in vier van landen – Denemarken Nederland, Noorwegen en Zweden – om het leven in flats.

Het onderzoek wijst verder uit dat de meeste woningbranden ontstaan in de woonkamer, gevolgd door de badkamer, en keuken. De meest voorkomende brandhaarden zijn gestoffeerde meubelen, bedden en matrassen en kleding en ander textiel. In de UK zijn relatief de meeste woningen voorzien van een rookdetector (66%), gevolgd door Noorwegen (46%), Zweden (32%), Estland (30%) en Nederland (28%). In die huizen waar wel een rookdetector is geïnstalleerd is deze in meer dan de helft van de gevallen niet geactiveerd.