Onderzoek Atradius: Brexit-effect nu al zichtbaar in handel

 

De exportgroei vanuit de EU naar het VK in 2018 en 2019 zal relatief beperkt blijven, maar ziet wel een lichte verbetering ten opzichte van 2017. Die verwachting spreekt Atradius uit in een update van de analyse van de handelsrelatie tussen het VK en de EU met als doel kwetsbare plekken in het Europese exportpakket te identificeren. In eerdere analyses heeft Atradius Ierland, Nederland en België geïdentificeerd als de meest kwetsbare economieën, omdat zij relatief sterke exportrelaties met het VK hebben ten opzichte van de omvang van hun economieën

“Nu 29 maart 2019 snel dichterbij komt – de datum waarop het Verenigd Koninkrijk de EU officieel verlaat – zijn de onderhandelingen over de toekomstige relaties tussen de EU en het VK gestagneerd. Terwijl nog onduidelijkheid bestaat over de toekomstige handelsbetrekkingen doen zich als gevolg van het referendum over de Brexit nu al belangrijke ontwikkelingen voor die een zichtbaar effect hebben op de handelsrelaties tussen het VK en de rest van de EU”, aldus Atradius, volgens wie de negatieve gevolgen voor de Europese export naar het VK al zichtbaar zijn nu het zwakkere pond en de trage groei van het Britse BBP nadelig uitwerken op de vraag. “Aan de andere kant heeft de Britse export naar de EU door de waardedaling van het Britse pond zijn hoogste niveau sinds 2011 bereikt. Deze ontwikkeling wordt versterkt door een sterk groeiende vraag in Europese markten. Wij verwachten niet dat deze ontwikkeling zich op langere termijn zal voortzetten, omdat het effect van de wisselkoersen verzwakt. Tegelijkertijd kan een gebrek aan vooruitgang tijdens de onderhandelingen hernieuwde druk uitoefenen op het Britse pond, met negatieve gevolgen voor de Europese export naar het VK en een positief effect voor de Britse export naar de EU.”

Een van de uitkomsten is dat sinds juni 2016 het Britse pond ten opzichte van de euro met 14% in waarde is gedaald, wat afbreuk doet aan de koopkracht in het VK, maar de Britse export concurrerender maakt. Daarnaast zijn er verschillen waarneembaar in de handelsstromen tussen het VK en de rest van de EU: een groei van 6,8% van de Britse export, tegenover slechts 0,9% exportgroei in de rest van de EU. Verder vermindert de verwachte stabilisatie van het Britse pond in 2018 en 2019 de concurrentiedruk op Europese landen, maar het sentiment zou kunnen omslaan gemaakt worden wanneer de onderhandelingen tussen de EU en het VK stagneren.

Impact op export van EU-27 naar VK

De handelsrelaties tussen het VK en de EU-27 (de EU exclusief het VK) zijn omvangrijk. De goederenexport uit het VK naar de rest van de EU is goed voor 48% van de totale export, terwijl maar 16% van de export vanuit de EU – de handel tussen EU-landen niet inbegrepen – is bestemd voor het VK. “Met zulke grote handelsvolumes kan elke handelsbelemmering – of dit nu is in de vorm van tarieven of langere wachttijden bij de grens – een negatieve impact op de handel hebben. De volledige omvang hiervan wordt pas duidelijk wanneer het VK de EU in maart 2019 daadwerkelijk verlaat. De transitieperiode, indien deze er komt, kan de bestaande handelsafspraken tot december 2020 verlengen, maar het tijdschema is afhankelijk van verdere vooruitgang in de Brexit-onderhandelingen. De effecten van de uitkomst van het Brexit-referendum op de wisselkoersen en de groei van het BBP hebben echter nu al impact op de handel”, aldus Atradius.

In eerdere analyses heeft Atradius Ierland, Nederland en België geïdentificeerd als de meest kwetsbare economieën, omdat zij relatief sterke exportrelaties met het VK hebben ten opzichte van de omvang van hun economieën. Tegelijkertijd exporteren Duitsland en Frankrijk in termen van absolute handelsvolumes het meest naar het VK. Als het gaat om sectoren, is de transportsector de meest kwetsbare sector in Europa, met een export naar het VK die overeenkomt met 11,3%van de totale toegevoegde waarde, gevolgd door voedingsmiddelen en textiel.

De kwetsbaarheid van Frankrijk en Duitsland is duidelijk zichtbaar in figuur 1, die de drie dominante landen in elke Europese exportsector toont. Het beeld van kwetsbare landen per sector verandert echter als de afhankelijkheid van nationale sectoren ten opzichte van de totale toegevoegde waarde in die sector in overweging wordt genomen. Terwijl de waarde van de export van transportmiddelen vanuit Duitsland naar het VK – 47% van het totaal – het grootst is, vertegenwoordigt dit slechts 10% van de toegevoegde waarde in de sector. Aan de andere kant is de transportsector in België met 28 % van de toegevoegde waarde het meest afhankelijk van export naar het VK. Voor meer dan de helft van de EU-27 geldt dat ruim 10 % van de toegevoegde waarde in de transportsector afkomstig is uit export naar het VK.

De meest kwetsbare landen in het overzicht hierboven laten in het algemeen ook in andere sectoren de grote afhankelijkheid van export met het VK zien. Ierland is in dit opzicht duidelijk het meest kwetsbare land. De Ierse export naar het VK vanuit de maakindustrie komt overeen met 44,2% van de toegevoegde waarde in de maakindustrie en de export vanuit de food sector met 40,3% van de toegevoegde waarde in die sector.

 

 

 

 

 

Effecten Brexit op Europese export nu al zichtbaar

Het VK blijft tot de uittredingsdatum een volwaardig lid van de EU en er zijn vooralsnog geen restricties van toepassing op de handel tussen de EU en het VK. Ondanks de onzekerheid die de handelsrelaties overschaduwt, is het nog steeds ‘business as usual’. De echte impact op de handel zal waarschijnlijk pas op de middellange tot lange termijn duidelijk worden: op het moment dat de handelsrelaties daadwerkelijk veranderen en de waardeketens zich aan deze nieuwe situatie moeten aanpassen.

Tegelijkertijd zijn nu al een aantal opvallende trends zichtbaar in de bilaterale handelsstromen, die gelijke tred houden met de wisselkoersontwikkelingen. In exportcijfers van het IMF is sinds begin 2017 een duidelijke groei zichtbaar van de export vanuit het VK naar de EU-27. In de 12 maanden voorafgaand aan februari 2018 (de meest recente cijfers op het moment van schrijven), groeide de export vanuit het VK naar de EU jaar-op-jaar met 6,8 %: de hoogste groei sinds februari 2012. Tegelijkertijd is de export vanuit de EU naar het VK sinds eind 2016 afgevlakt.

Deze trend, die zich sinds begin 2017 heeft ingezet, is het omgekeerde van de ontwikkeling die zichtbaar was direct na de financiële crisis. In de periode 2011-2015 groeide de export vanuit de EU naar het VK sneller dan omgekeerd. De EU-export groeide jaarlijks gemiddeld met 6,4 % in vergelijking met een groei van 1,2 % vanuit het VK. Het tij keerde echter na de verkiezingsoverwinning van de Conservatieve Partij onder leiding van David Cameron in mei 2015, waarmee het referendum voor uittreding uit de EU werd ingeluid.

 Neerwaartse trend

Tegen het einde van 2015 zette de exportgroei naar het VK in alle EU-landen een neerwaartse trend in. In Spanje begon de daling later: halverwege 2016. Ongeveer tegelijkertijd, in 2016, stabiliseerde de Belgische export en deze is sindsdien min of meer op hetzelfde niveau gebleven. In 2017 werden Duitsland, Spanje en Frankrijk geconfronteerd met een daling van de export naar het VK. België sloot zich later in het jaar bij deze landen aan. In Duitsland, Spanje en België doet de daling zich vooral voor in de chemische – en automotive sector – de grootste exporterende sectoren naar het VK (er is nog geen sectorinformatie uit 2017 beschikbaar voor Frankrijk).

Voor de meeste Europese markten hebben agri-food en de metaalsector een stabiele groei laten zien in de Britse markt. Ierland is een duidelijke uitzondering in Europa. In 2017 nam de Ierse export naar het VK met 8 % toe, ondanks de zwakkere sterling en de hoge vraag in de EU. De Ierse export naar andere EU-lidstaten groeide met slechts 1,4 %. De exportgroei komt vrijwel geheel voor rekening van de chemische sector. De waardeketen tussen het VK en Ierland in de sector chemie is sterk geïntegreerd en wordt daarom niet beschouwd als een kwetsbare sector in termen van toegevoegde waarde. De sector neemt echter wel het grootste aandeel van de bruto-export van Ierland naar het VK voor zijn rekening. Hierdoor heeft de groei van 26,5 % in 2017 een grote impact op het totale exportcijfer. Naar verwachting zet de sterke groei in deze sector zich voort als resultaat van verdere investeringen en innovatie.

De export van de Ierse food-sector naar het VK – Ierlands op één na meest kwetsbare sector in termen van toegevoegde waarde – groeide in 2017 met 7,4 %. De sector die het slechtst presteerde, was de textielindustrie waarvan de export naar het VK met 2,6% kromp (26,6%van de toegevoegde waarde van de sector is afhankelijk van export naar het VK). Dit is meer in overeenstemming met de dalende koopkracht van de Britse consument, in tegenstelling tot de ketenintegratie die de vraag in de chemische en farmaceutische sector juist versterkt.

 

Het is inmiddels duidelijk dat de Brexit een aanzienlijke impact zal hebben op handelsstromen binnen de EU. Het zwakkere Britse pond en de lagere koopkracht die hiervan het gevolg zijn, heeft een afremmend effect op de groei van de import uit vrijwel alle EU-lidstaten. Tegelijkertijd was ook de sterk toegenomen concurrentiekracht van de Britse export een factor van belang in 2017. Niettemin is nog onduidelijk hoe lang de impact van deze ontwikkelingen voelbaar zal blijven.

Atradius verwacht dat de exportgroei vanuit de EU naar het VK in 2018 en 2019 relatief beperkt zal blijven, maar ziet wel een lichte verbetering ten opzichte van 2017. Dit komt vooral door de verwachte stabilisatie van het Britse pond. Daardoor zal ook de koopkracht van de Britse consument zich de komende jaren naar verwachting stabieler gaan ontwikkelen, waardoor de exportvooruitzichten voor EU-27 zullen verbeteren. De relatief zwakke economische groei in het VK temperen de groeimogelijkheden wel enigszins.

Op de middellange termijn is de export vanuit en naar het VK sterk afhankelijk van de toekomstige handelsrelaties. Naar verwachting zal er op de dag van formele uittreding uit de EU (29 maart 2019) slechts een algemeen raamwerk van regelingen zijn. Een meer gedetailleerde overeenkomst zal waarschijnlijk in de transitieperiode worden uitgewerkt – aangenomen dat over deze periode overeenstemming wordt bereikt. In de komende jaren kunnen verschillende risico’s de evenwichtige vooruitzichten verstoren. Tot nu toe worden wisselkoersschommelingen en de bbp-groei weerspiegeld in de handelsstromen tussen de EU en het VK. De volatiliteit van de sterling, die na het referendum is toegenomen, blijft onderhevig aan nieuws rondom de Brexit. Stagnatie of zelfs het afbreken van de onderhandelingen kunnen een neerwaarts effect hebben op het pond en daarmee de positie van het exporterende bedrijfsleven uit de EU-27 onder druk zetten.