Nederlandse CEO’s verwachten komende vijf jaar significante verandering speelveld door technologie

pwc ceo survey

Meer dan de helft van de Nederlandse CEO’s (56%) denkt dat technologie het speelveld waarop zij opereren de komende vijf jaar significant zal veranderen en 35% verwacht dat tegen die tijd zijn hele sector compleet veranderd zal zijn. Het lijkt de Nederlandse CEO’s niet echt af te schrikken: een minderheid (48%) geeft aan enigszins of erg bezorgd te zijn over de snelheid waarmee de technologie zich ontwikkelt. Dat blijkt uit de 20e CEO Survey, het jaarlijkse onderzoek dat PwC wereldwijd uitvoert onder CEO’s over hun verwachtingen over de economie in het algemeen en hun eigen bedrijf in het bijzonder.

Tegelijkertijd komt uit het onderzoek naar voren dat de CEO zich zorgen over ‘technische ongelukken’ of andere gebeurtenissen die het vertrouwen kunnen aantasten Volgens PwC-partner en technologiespecialist Ilja Linnemeijer is dat niet in tegenspraak met elkaar. ‘Naarmate de techniek voortschrijdt, worden ethiek en transparantie belangrijker’. De reden daarvoor is dat tegenwoordig alles mogelijk is, of het nu gaat om het gebruik van data, het toepassen van dierlijk gen voor mensen of de wens om een eigen arm in te ruilen voor een robotarm. ‘Technologie is geen belemmering meer. Onder invloed van veranderend consumentengedrag, blijven businessmodellen veranderen. Dat betekent een heleboel experimenteren en uitvinden. En dan gaat het er niet alleen om of alles technisch werkt, maar ook om hoe klanten en andere stakeholders reageren.’

Niet laten verrassen

Ook al zegt de meerderheid van de CEO’s zich niet heel veel zorgen te maken over de snelheid van de technische ontwikkelingen, Ilja Linnemeijer ziet in de praktijk toch nogal eens dat bestuurders op z’n minst verrast worden door de snelheid. Linnemeijer: “Neem de zelfsturende auto. Nog niet zolang geleden was de verwachting dat we daarmee pas na 2020 te maken zouden krijgen, maar er wordt nu al op allerlei plaatsen in de wereld getest.”

Onlangs publiceerde PwC samen met ‘Startupbootcamp’ het rapport ‘State of tech’ dat gebaseerd is op wereldwijde PwC-research naar trends en de evaluatie van de activiteiten van circa 15.000 nieuwe start ups die zich elk jaar aanmelden bij Startupbootcamp. Linnemeijer: ‘Het is heel nuttig om goed te kijken naar waar start ups mee bezig zijn. Ze lopen vaak voorop als het gaat om het benutten van nieuwe mogelijkheden en nieuwe toepassingen op het gebied van technologie. We analyseerden de activiteiten van 15.000 start ups en legden daar de uitkomsten van PwC-onderzoek naar technologie naast. Het levert een aantal scherpe inzichten op.’

Ondernemers hoeven zich dus niet laten verrassen, wil Linnemeijer maar zeggen. ‘Dat is nergens voor nodig. We beginnen een heel goed beeld te krijgen van wat er aan de horizon opdoemt. We staan nu op het punt dat de impact van die technologieën om ons heen zichtbaar wordt. Dat betekent dat ondernemers zich kunnen voorbereiden en zich ook zelf een beeld moeten vormen van de kansen en bedreigingen die deze technologieën met zich meebrengen.’

Maatschappelijke gevolgen en dilemma’s

Uit de CEO Survey komt eveneens naar voren dat technologie-gerelateerde gebeurtenissen in bedrijven en organisaties de komende jaren invloed kunnen hebben op het vertrouwen van stakeholders. Ook dit sluit aan bij wat Linnemeijer in de praktijk ziet. ‘Door digitalisering zijn organisaties steeds beter in staat persoonsgegevens te verzamelen en te verwerken en te gebruiken voor bijvoorbeeld het ontwikkelen van nieuwe producten. Voor bedrijven is het steeds belangrijker dat zij veel van hun klanten weten zodat ze aan hun wensen tegemoet kunnen komen. Maar die klanten zijn, net als de rest van de maatschappij, ook kritisch op het gebruik van data en zij hechten aan privacy.  Dat is dus een dilemma. Daarom is het zo belangrijk dat bedrijven een strategie ontwikkelen waarin staat hoe het bedrijf data verzamelt, wat het daarmee doet en hoe die beschermd wordt. Dat kan juist weer vertrouwen met zich meebrengen.’

 De opkomst van slimme techniek die taken uitvoert waarvoor normaal gesproken menselijke intelligentie nodig is, is een van de grote technologietrends die PwC signaleert.

Technologische ontwikkelingen brengen meer dilemma’s met zich mee: ‘Er zijn ook ethische dilemma’s. Mag iemand zijn arm inruilen voor een robotarm? Mag je het gen van dieren gebruiken bij mensen. Moeten we alles wat kan, ook werkelijk willen?’ Linnemeijer legt ook de mogelijke verdringing van menselijke arbeid door robots en artificial intelligence op tafel. “Je ziet het al in bepaalde sectoren waar de afgelopen jaren mensen zijn vervangen door systemen of robots. Dan gaat het niet alleen om het productiewerk in een fabriek, maar ook om zogenaamd hoogopgeleid werk. Dat is echt een maatschappelijk probleem. De maatschappij zal niet alleen naar de overheid, maar ook naar bedrijven kijken voor een antwoord.”

Technologie is geen belemmering meer, dus gaat ethiek zwaarder tellen

Linnemeijer is ervan overtuigd dat het steeds belangrijker wordt voor bedrijven om te laten zien hoe hun diensten en producten tot stand komen en hoe zij zich gedragen in het  maatschappelijk verkeer. ‘Transparantie en ethiek wegen nog zwaarder dan nu al het geval is. Dat komt enerzijds doordat de maatschappij en bijvoorbeeld de generatie die nu opgroeit dat belangrijk vindt. Maar juist ook omdat tegenwoordig alles mogelijk is. Technologie is geen belemmering meer. Onder invloed van veranderend consumentengedrag, blijven businessmodellen veranderen. Dat betekent een heleboel experimenteren en uitvinden. En dan gaat het niet alleen om of alles technisch werkt, maar ook om hoe klanten en andere stakeholders reageren. Als een beslissing grote maatschappelijke gevolgen heeft, hoe is deze dan gemaakt? En stel je voor dat je met een vraag te woord wordt gestaan door een robot. Werkt dat? Is het dan voor de klant duidelijk met wie hij of zij zaken doet? Heeft hij of zij daar vertrouwen in?