Merendeel exporterende industrie heeft geen zorgen over handelsbeleid

Bijna 59% van de exporterende bedrijven in de industrie gaf aan geen zorgen te hebben over handelsbeleid voor hun exportactiviteiten in de komende 12 maanden. Bedrijven die zich wel zorgen maken noemen niet-tarifaire maatregelen en handelssancties het vaakst als zorgelijke elementen van het handelsbeleid. Dit meldt het CBS op basis van de conjunctuurenquête, naar aanleiding van de Week van de Globalisering. Deze gegevens zijn verzameld in maart 2023 bij industriële bedrijven met minimaal 5 werkzame personen.

Van de exporterende bedrijven in de industrie noemde ruim 12% niet-tarifaire maatregelen (zoals douaneformaliteiten of productvereisten) het meest zorgelijke element van het handelsbeleid in de komende 12 maanden. Ruim 10% vond handelssancties het meest zorgelijk voor de export. Ruim 7% van de exporteurs noemde importtarieven het meest zorgwekkende onderdeel van het handelsbeleid.

In de elektrotechnische en machine-industrie maakte men zich relatief de meeste zorgen over het handelsbeleid (circa 60%). Zowel niet-tarifaire maatregelen als handelssancties werden in deze branches als meest zorgelijk ervaren. In de hout- en bouwmaterialenindustrie maakte men zich de minste zorgen over het handelsbeleid . Binnen deze industrie noemen exporteurs duurzaamheidseisen relatief het meest als zorgelijk (bijna 9%).

Bijna de helft ervaart geen gevolgen van veranderend handelsbeleid

Volgens ruim 47% van de exporterende bedrijven in de industrie heeft een verandering in het handelsbeleid meestal geen gevolgen voor hun export. Als een bedrijf wel gevolgen ondervindt, dan gaat het bij bijna 23%t om veranderingen in de omvang van de export. Een bedrijf gaat dan bijvoorbeeld minder exporteren als het land van bestemming importtarieven instelt. Bijna 18% gaf aan dat veranderend handelsbeleid vooral invloed heeft op de exportprijs.

De elektrotechnische en machine-industrie ervaart relatief het vaakst gevolgen van een veranderend handelsbeleid. Bedrijven in de basismetaal, metaalproductenindustrie gaven het vaakst aan dat de omvang van de export verandert bij beleidswijzigingen. Prijsaanpassingen als gevolg van veranderend handelsbeleid werd het vaakst genoemd door ondernemers in de voedings- en genotmiddelenindustrie. Relatief weinig bedrijven geven aan andere exportmarkten op te zoeken of andere vormen van internationalisering te verkennen als gevolg van veranderend handelsbeleid.

Verschillende redenen om niet te exporteren

Een deel van de bedrijven exporteert zelf helemaal niet. Volgens ruim 32,6% van de niet-exporterende bedrijven in de industrie is er onvoldoende buitenlandse vraag, of te veel concurrentie. Ruim een kwart (26,7%) gaf aan dat hun producten niet geschikt zijn voor de export. Dit zijn de twee belangrijkste redenen waarom bedrijven niet zelf exporteren. Daarna volgen ‘exporteren is voor ons bedrijf te ingewikkeld of te kostbaar’(8,4%), ‘het is niet het juiste moment om te exporteren ‘(bijv door economisch klimaat, 4,9%) en ‘we zijn niet bekend met de mogelijkheden met de mogelijkheden van exporteren’)4,1%).


Binnen de hout- en bouwmaterialenindustrie werd met iets meer dan 18% het vaakst aangegeven dat exporteren te ingewikkeld of te kostbaar is. Bij de raffinaderijen en chemie is iets meer dan 10% van de bedrijven niet bekend met de mogelijkheden van exporteren. Daarnaast gaf ruim 51% in deze branches aan dat er onvoldoende vraag of te veel concurrentie is. Bij de voedings- en genotmiddelenindustrie vond bijna 9% het niet het juiste moment om te gaan exporteren, terwijl iets meer dan 37% aangaf dat hun producten niet geschikt zijn voor de export.