In tien jaar kostte 28.00 faillissementen 422.000 mensen hun baan

In tien jaar tijd gingen bijna 28.000 bedrijven met werknemers failliet. Dat trof ongeveer 422.000 personen. Dat meldt het CBS op basis van aanvullend statistisch onderzoek voor de ministeries van Justitie en Veiligheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Van een tiental onderzochte bedrijfstakken raakten medewerkers werkzaam in de financiële sector op de informatie- en communicatiesector na (12,700) het minst hun baan kwijt (12.9800)

In totaal gingen tussen 2007 en 2017 bijna 50.000 bedrijven op de fles, waarvan er dus bijna 28.000 mensen in dienst hadden. Sommige bedrijven bestonden uit meerdere bedrijfsonderdelen die allemaal failliet gingen, waardoor het aantal uitgesproken faillissementen met bijna 67.000 hoger ligt. De dieptepunten lagen in de crisisjaren 2009 en 2013. In beide jaren raakten ongeveer 60.000 personen hun baan kwijt als gevolg van een faillissement. In 2016 waren dat er ruim 42.275.

Vooral in de handel kregen veel werknemers met faillissementen te maken (bijna 81.500). Ook in de industrie (56.700), bouw (49.900) en de zorg (48.900) ondervonden veel werknemers gevolgen van een faillissement. In de gezondheids- en welzijnszorg vielen, in tegenstelling tot de handel, de industrie en de bouw, relatief weinig bedrijven om, maar met gemiddeld méér getroffen werknemers, veelal deeltijdwerkers. Bij een gemiddeld faillissement in de zorg waren vijftig werknemers betrokken, in de thuiszorg gemiddeld zelfs 200. Het aantal door een faillissement getroffen werknemers in de afgelopen tien jaar was in de sector ‘Verhuur en overige zakelijk diensten 43.500, gevolgd door specialistische zakelijke diensten (33.900), vervoer en opslag (33.000), horeca (21.500), financiële dienstverlening (12.900) en informatie en communicatie (12.700)

Werk binnen zes maanden

De meeste werknemers (63%, oftewel 264.000) hadden zes maanden na het faillissement een nieuwe baan gevonden. De rest (158.000 personen) had meer tijd nodig of zocht niet meer. Van de mensen binnen zes maanden werk vonden, ging iets minder dan de helft (130.000) bij een bedrijf aan de slag dat na een faillissement was doorgestart. Ruim 19.000 bedrijven maakte een doorstart in deze periode.

Uit aanvullend onderzoek blijkt dat de personeelskenmerken, zoals leeftijd, ervaring, opleidingsniveau, contractvorm van groepen personen die weer bij doorgestarte bedrijven in dienst komen, verschillen van de kenmerken van groepen personen die niet meegaan naar die bedrijven. Deze verschillen in personeelskenmerken zijn in het algemeen echter beperkt tot enige procentpunten en hangen samen met de samenstelling van het personeelsbestand van de bedrijven die in de betreffende jaren failliet gingen. Jongeren en ouderen gaan iets minder vaak over naar het doorgestarte bedrijf, evenals personeel dat korter dan twee jaar in dienst was. Ook zwangere vrouwen en laagopgeleide werknemers worden iets minder vaak in dienst genomen bij het doorgestarte bedrijf. Oproepkrachten gaan juist iets vaker mee dan werknemers met een andere contractvorm.