Financiële tegemoetkoming van overheid voor nabestaanden dood door schulddelicten

Sinds 1 juli jl. kunnen nabestaanden van slachtoffers van dood door schulddelicten in het verkeer en algemene dood door schulddelicten in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Dit is geregeld in een wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. Het complex aan gevolgen voor nabestaanden van slachtoffers die door een ernstig verkeersmisdrijf of door dood door schuld zijn overleden, is volgens het Schadefonds zeer vergelijkbaar met de gevolgen voor nabestaanden van slachtoffers van geweldsmisdrijven. “Door een tegemoetkoming van het Schadefonds wordt het leed dat deze nabestaanden is aangedaan erkend.”

In een persbericht stelt het Schadefonds Geweldsmisdrijven, een zelfstandig onderdeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie: “Als het Schadefonds het aannemelijk vindt dat het slachtoffer om het leven is gekomen door een misdrijf in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 of artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht, dan kan het Schadefonds een tegemoetkoming van € 5.000 toekennen aan de nabestaande(n). Dit bedrag is een tegemoetkoming voor het leed van de nabestaande (smartengeld) en de eventuele financiële schade, die nabestaande leed door het delict. Denk hierbij aan medische hulp of vermindering van inkomsten. Daarnaast kunnen nabestaanden een extra tegemoetkoming krijgen voor uitvaartkosten en schade door het wegvallen van het inkomen van de overledene”, aldus het Schadefonds, volgens wie het vaststellen van schuld lastig is. “Het fonds kan daarom de aannemelijkheid van het ‘dood door schulddelict’ in principe alleen beoordelen als er een afgerond politieonderzoek is of als er een beslissing over vervolging is genomen. De toedracht moet namelijk helder zijn op basis van objectieve informatie.”

 Aanvraag indienen

Ook als een dood door schulddelict voor 1 juli 2016 heeft plaatsgevonden, kunnen nabestaanden van de slachtoffers bij het Schadefonds een aanvraag indienen voor een financiële tegemoetkoming. “Omdat dood door schulddelicten vaak zeer complex zijn, kan het lastig zijn om in te schatten of het indienen van een aanvraag zinvol is. Het Schadefonds adviseert nabestaanden daarom om hiervoor hulp te vragen bij Slachtofferhulp Nederland of bijvoorbeeld een advocaat of rechtsbijstandverlener.”

Naast de uitbreiding van de doelgroep is in de Wet schadefonds geweldsmisdrijven de indieningstermijn voor het aanvragen van een financiële tegemoetkoming verlengd van drie naar tien jaar na datum van het misdrijf of delict. De indieningstermijn van drie jaar bleek soms te kort te zijn voor slachtoffers van geweldsmisdrijven of hun nabestaanden.

Meer informatie over dood door schulddelicten is te vinden in de bijlage van de beleidsbundel op de website van het Schadefonds Geweldsmisdrijven: https://schadefonds.nl/wp-content/uploads/2015/11/Bijlage-bij-beleidsbundel-Schadefonds-Geweldsmisdrijven-Dood-door-schuld.pdf

 

Het Schadefonds Geweldsmisdrijven is in 1976 opgericht om slachtoffers van ernstige geweldsmisdrijven een financiële tegemoetkoming te geven voor het lichamelijke en psychische letsel dat ze hebben opgelopen. Voorbeelden van deze geweldsmisdrijven zijn mishandeling, incest, verkrachting, huiselijk geweld, straatroof en bedreiging met een wapen. Het Schadefonds biedt een vergoeding in één som. De uitkering is bedoeld voor het leed dat een slachtoffer is overkomen (smartengeld) en voor de eventuele financiële schade die hij door het misdrijf leed. Hoe ernstiger het letsel, de gevolgen ervan en de omstandigheden waaronder het misdrijf plaatsvond, hoe hoger de uitkering. De uitkering kan variëren van 1.000 euro  tot maximaal 35.000 euro. Per jaar dienen ongeveer 7.000 slachtoffers een aanvraag in bij het Schadefonds. In 2015 keerde het Schadefonds een totaalbedrag uit van 16,5 miljoen euro.