Economie groeit in 2019 met 1,8 procent

 Het Bruto Binnenlands Product in ons land is vorig jaar met 1,8% toegenomen,  0,1% meer dan bij de eerste berekening. De groei in 2019 is vooral te danken aan meer investeringen en consumptie. De bijdrage van het handelssaldo was negatief, zo blijkt uit recente cijfers van het CBS. Het BBP is in het vierde kwartaal van 2019 met 0,4% gegroeid ten opzichte van het derde kwartaal van 2019.

Ten opzichte van een jaar eerder groeide het bbp in het vierde kwartaal met 1,6%. Volgens de eerste berekening was dat 1,5%. Ook de groei van het eerste en tweede kwartaal van 2019 is aangepast: van 1,7 naar 1,8% in het eerste kwartaal en van 1,8 naar 1,9% in het tweede kwartaal. De aanpassingen zijn vooral toe te schrijven aan een opwaartse bijstelling van de overheidsconsumptie. Rijk en gemeenten hebben meer uitgegeven dan eerder berekend.

Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in het vierde kwartaal 2019 met 53.000 ten opzichte van het derde kwartaal van 2019. In het vierde kwartaal van 2019 waren er 189.000 banen van werknemers en zelfstandigen meer dan in hetzelfde kwartaal van 2018.

Reëel beschikbaar inkomen huishoudens

Het totale reëel beschikbaar inkomen van huishoudens was vorig jaar 1,6% hoger dan een jaar eerder. Zowel de beloning van werknemers steeg (4,7%) als het inkomen van zelfstandigen (5,3%). Het financieel vermogen van huishoudens nam, exclusief pensioenaanspraken, toe tot bijna 200 miljard euro.

Ten opzichte van een jaar eerder steeg de beloning van werknemers met 17,1 miljard euro tot 377,9 miljard euro. De beloning per arbeidsjaar nam toe, met 2,6%. De groei van de beloning komt vooral op het conto van het aantal banen. Het gemiddeld aantal banen in Nederland nam in 2019 met 188.000 toe tot 10,7 miljoen banen. De banen van werknemers namen met 175.000 banen toe. Naast de werknemers zagen ook zelfstandigen hun inkomen toenemen, met 3,8 miljard euro. Voor zelfstandigen kwamen er 13.000 banen bij.

Doordat er meer mensen aan het werk waren daalden ook de werkloosheidsuitkeringen. De totale ontvangen uitkeringen namen echter wel toe met 3,4%. Dit zit vooral in het aantal uitkeringsgerechtigden, waardoor de AOW- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen toenamen.

Financieel vermogen neemt toe

Huishoudens zagen hun financieel vermogen exclusief de pensioenaanspraken met 34,9 miljard euro toenemen tot 199,6 miljard euro. Het financieel vermogen bestaat onder meer uit spaartegoeden en aandelen- en obligatiebezit. Tegenover deze financiële bezittingen staan schulden, voornamelijk woninghypotheken. De waarde van de woning is echter geen deel van het financieel vermogen. 

In 2019 namen vooral de spaartegoeden en girale deposito’s die huishoudens aanhouden bij banken toe (+21,4 miljard euro). In de tweede helft van het jaar werd er weliswaar meer geld onttrokken dan ingelegd, maar dit was minder dan in dezelfde periode van 2018. Huishoudens verkochten per saldo aandelen, maar doordat 2019 een goed beursjaar was, nam de waarde van de aandelen en overige deelnemingen toch toe.  De schulden namen eveneens toe, maar minder dan de bezittingen. De hypotheekschulden stegen met 8,3 miljard tot 722,7 miljard euro. Deze toename was 1,2 miljard euro lager dan een jaar eerder. Doordat de economie harder groeide dan de woninghypotheken namen de schulden als percentage van het bbp verder af, van 92,3% in 2018 naar 89,0%t in 2019. Dit niveau van de schuldquote is sinds 2003 niet zo laag geweest. Destijds was de hypotheekschuld 446,7 miljard euro, oftewel 87,1% van het bbp